donderdag 31 maart 2011

Psy: Bobby Baker: 'De tekeningen vertellen het verhaal van mijn leven'

Psy: Bobby Baker: 'De tekeningen vertellen het verhaal van mijn leven'

Bobby Baker: 'De tekeningen vertellen het verhaal van mijn leven'

In 1996 kreeg de succesvolle Britse kunstenares Bobby Baker (60) de diagnose borderline. Elf jaar vocht ze tegen deze ziekte. Tijdens haar opname in een psychiatrische kliniek maakte ze meer dan zevenhonderd dagboektekeningen over het ziekteverloop en haar geleidelijke herstel. Bobby Baker was in Nederland ter gelegenheid van de opening van haar expositie 'Ik en mijn gekte', die tot en met 31 juli te zien is in museum Het Dolhuys in Haarlem.

Bobby Baker

Wat ging er vooraf aan uw opname?
‘Ik had stress van mijn werk, liep tegen financiële problemen aan en voelde me verward. Ik bezocht een psychiater, kreeg ontspanningspillen en dacht ik: dat was dat. Maar de behandelaar schatte mijn situatie ernstiger in. Hij zei: “Hier bent u voorlopig nog lang niet vanaf mevrouw Baker, we gaan u nog terugzien.” Hij kreeg gelijk, mijn crisis heeft elf jaar geduurd.’

Valt iemand wat te verwijten?
‘Onze cultuur vraagt om simpele antwoorden op complexe vragen. We zijn vaak geobsedeerd door de schuldvraag. Maar ik zou uren, dagen, maanden nodig hebben om uit te kunnen leggen wat de achtergrond van mijn ziekte is. En dan nog gaat het om een specifieke context, namelijk die van mij. Toen ik ziek was dacht ik dat zelfs het ineenstorten van het World Trade Center mijn fout was. Ik nam het mezelf enorm kwalijk, had mezelf gestigmatiseerd en zag me daarin bevestigd door de maatschappij en mijn omgeving.
Het is echter gemakkelijk en ook wreed om de moeder, de vader of de patiënt met de “falende persoonlijkheid” de schuld te geven. Dat is niet intelligent en compassievol. Niemand heeft een fatale fout gemaakt, het gaat over een complex verband van mogelijke oorzaken en die onderzoek ik in mijn kunst.’

In hoeverre droeg kunst bij aan uw herstel?
‘Voor mijn opname maakte ik theatervoorstellingen over bijvoorbeeld over mijn leven als moeder en feministe. Ik had niet gedacht dat ik ooit zoiets schokkends en persoonlijks als mijn opname zou verbeelden. Ik begon met tekenen in de kliniek omdat ik betekenis wilde geven aan wat mij overkwam. En dat wilde ik aan de buitenwereld laten zien. Veel van mijn kunst vind ik mooi, maar wanneer het slechter met me ging, was ik ook minder te spreken over mijn werk. Op een goed moment realiseerde ik me: de tekeningen vertellen dus echt hoe ik me voel.
De tentoonstelling vertelt het verhaal van mijn opname. Een groep bewonderaars zei ooit: “Bobby, je wist dat je moest overleven om het verhaal af te kunnen maken.” Volgens mij klopt dat wel: I had to finish the bloody story. Maar ik wilde ook beter worden omdat ik me verantwoordelijk voelde voor mijn gezin.’

Hoe ervaarde u uw opname?
‘Als inhumaan en wreed. Mijn laatste opname was in 2005. Een vriend had me ervoor gewaarschuwd dat mensen er als dieren worden behandeld. Ik dacht dat hij overdreef, maar gaandeweg moest ik hem gelijk geven.’

Kunt u daar een voorbeeld van geven?
‘Een medepatiënte stond voor mij in de rij te wachten op haar bord avondeten. Toen ze om nog een portie vroeg, beet een hulpverlener haar toe: “Jij moet niet zoveel eten, daar word je dik van.” Walgelijk, ik ben nog nooit zo boos geweest. Ik heb een klacht ingediend, met een constructief advies over hoe ze de service konden verbeteren. Als antwoord kreeg ik een brief terug waarin ze zeiden dat ik moeilijk en veeleisend was.’

Wat wilt u met uw werk uitdragen?
‘Ik wil laten zien dat een opname verschrikkelijk kan zijn en veel frustraties met zich meebrengt, maar dat ik in die tijd ook ontzettend heb kunnen lachen. Ondanks de ernst van de thematiek hebben veel van de kleurrijke werken een humoristische ondertoon.
Zo gaf een medepatiënt ons eens een voorstelling over wat ze deed toen ze psychotisch was. Ze wilde zichzelf in haar psychose gaan kruisigen en maakte daarom, in het handwerkuurtje voor patiënten, een houten kruis dat groot genoeg was om zichzelf aan vast te spijkeren. Zo grappig.’

Is dat de Britse zwarte humor?
‘Het geeft kracht daarover te kunnen lachen. Toen ik voor de zoveelste keer werd opgenomen, vroeg een therapeut: “Wat kom jij nu weer doen Bobby Baker?” Toen ik antwoordde dat ik in een waanbeeld achterna was gezeten door een vrouw met een paars gewaad, keek ze me bedenkelijk aan en zei: “Jij bent inderdaad behoorlijk gek hè?” Haar humoristische benadering gaf me de mogelijkheid om voor even afstand te nemen van mijn klachten.’

Gedurende uw opname kreeg u kanker, hoe ging u daarmee om?
‘Laat ik me even beperken tot de behandeling: het was fantastisch te merken dat de somatische artsen me als een volwaardig, volwassen persoon benaderden. In vergelijking met de psychiatrie was hun benadering opvallend holistisch: je bent ziek, je krijgt chemotherapie, dat helpt, en dat geeft die en die specifieke bijwerkingen. Ik werd overal over geïnformeerd. In de psychiatrie kreeg ik niets te horen over bijwerkingen. Toen ik kilo’s aankwam, lag dat volgens mijn behandelaars zelfs aan een eetprobleem, niet aan de medicatie.
Ik weet nog dat ik een van mijn somatische artsen bijna om de hals vloog toen hij inlichtte over de bijwerkingen van chemotherapie. Hij stond ervan te kijken, maar ik was zo opgelucht dat ik serieus genomen werd.’

Hoe kijkt u naar de toekomst?
‘Positief, er zijn veel veranderingen gaande. Ook op kanker lag vroeger taboe. Mensen werden gestigmatiseerd. Ik weet nog dat ik als kind opving dat moeders tegen elkaar zeiden over iemand met kanker: “Je moet ook niet werken als je huisvrouw bent, ze moet met haar emoties aan het werk.”
Dat was in de zestiger jaren, maar ik was geschokt. Iedereen weet inmiddels dat kanker weinig te maken heeft met emotieregulatie. Om de psychiatrie van haar stigma te ontdoen, moeten we meer verhalen vertellen en elkaar in onze ervaringen laten delen. Een op de vier mensen krijgt in zijn leven te maken met psychische problemen en dat lijkt niet tot de samenleving door te dringen. Ook grootschalige campagnes kunnen daarbij helpen.’ (Jorn Hövels)

Klik hier voor meer informatie over de tentoonstelling in museum Het Dolhuys

Lees hier de recensie De parallelle levens van Bobby Baker uit Psy 4,2011


© Psy 30-03-2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten