donderdag 28 april 2011

Grenzen

Bron: http://inloophuisemmen.nl/
Uit het inlopertje van mei 2011

Grenzen

Je kunt het natuurlijk op verschillende manieren over grenzen hebben. Zo zijn er landsgrenzen, waar in het verleden verschillende oorlogen om zijn gevoerd. Zo heb je taalgrenzen, wat zich ook vaak beperkt tot het gebied waar je woont. Zo zijn er soms ook geen grenzen als je bijvoorbeeld kijkt naar het klimaat. Dan is er maar 1 aarde en daar wordt jammer genoeg niet veel rekening mee gehouden. Zo heeft ieder mens natuurlijk ook grenzen als het bijvoorbeeld gaat om intelligentie en wat men aankan als het gaat om bijvoorbeeld stress en spanning. Ook als het gaat om behoeftes en consumptiepatronen heeft ieder mens een grens. Verder hangt het natuurlijk ook samen met het plekje op aarde dat je bewoont.

De meeste bezoekers van dit inloophuis hebben een psychiatrische achtergrond en dat betekent voor de meesten dat men soms heel bewust rekening moet houden met grenzen en vooral als het gaat om stress en belastbaarheid. Ook heb je dan grenzen als het bijvoorbeeld gaat om wat je nog kunt op het gebied van bijvoorbeeld werk of wonen.

Wat mij wel opvalt is dat we bepaalde grenzen nooit overgaan als het gaat om gedrag naar anderen toe en excessen. Ik ken veel mensen met een psychiatrische achtergrond die bijvoorbeeld nog nooit iemand kwaad hebben willen doen en of die in hun gekte een ramp willen veroorzaken.

Als je dan kijkt naar de actualiteit en naar zo'n ramp in Alphen aan de Rijn, dan wordt over de dader weer vermeldt dat hij een psychiatrische achtergrond heeft. Ook als je dan regelmatig de krant leest, dan kom je heel vaak stukjes tegen over mensen die in de war zijn en dan een ander wat aandoen.

Ik vraag mij wel eens af waar hem dat in zit. Waarom doet de een dat wel en de ander niet. Zit dat dan in de genen of ligt dat aan de opvoeding, opleiding of omgeving of mag je zoiets ook psychopatisch noemen.

Als je het dan over vooroordelen en stigmatisering hebt, ook onstaat er een beeld in de media dat iemand met een psychiatrische achtergrond altijd iets verkeerds doet of over grenzen heengaat. Terwijl ik weet dat er heel veel mensen zijn met een psychiatrische achtergrond die ook in hun gekte geen vlieg kwaad zouden doen.

Zo zijn er ook mensen die in de war raken en denken dat ze Jezus zijn of één of andere belangrijke iemand die wereldproblemen kan oplossen. Ook gek natuurlijk, maar niet verkeerd gek, om het zomaar eens te zeggen.

Ook als je kijkt naar bijvoorbeeld de beschadigingen die iemand oploopt na een psychose. Dit wordt niet benadrukt.

Ook kun je gek worden van de maatschappij en de wereld om je heen, maar dat betekent natuurlijk niet automatisch dat je iemand iets aan wilt doen of dat je bijvoorbeeld in je gekte de boel in de fik steekt om maar iets anders te noemen.

Eigenlijk zie je heel weinig berichten in de kranten over mensen met een psychiatrische beperking die het toch heel goed doen in de maatschappij, terwijl die er toch zijn.

Ook binnen het inloophuis kom ik mensen tegen die het in tegenstelling tot wat bijvoorbeeld de hulpverleners tegen hun hadden gezegd het heel goed doen.

Eigenlijk zou dat ook eens wat meer benadrukt moeten worden. Ook voor organisaties als Promens-Care en de GGZ ligt daar een schoone taak. Zorg eens voor positieve berichten in de pers en benadruk niet iedere keer de handicap en/of ziekte.

Zelf maak ik er nooit een geheim van dat ik een psychiatrische achtergrond heb. Ik ben er niet trots op maar ik schaam me er niet voor. Het is ook een ziekte en je verstopt toch ook niet je arm als het gebroken is. Ik heb in mijn gekte nog nooit iemand pijn willen doen of iets verkeerds gedaan. Ik wilde altijd het tegendeel, dus waar moet ik me dan voor schamen ??

Henk Staats

Themamiddag Voor cliënten Promens-Care sector GGZ en andere belangstellenden

Themamiddag

Voor cliënten Promens-Care sector GGZ en andere belangstellenden
http://inloophuisemmen.nl/

Op woensdag 11 mei in het inloophuis

WMO Awbz

Op 11 mei organiseren we een thema middag rond de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

Wanneer kan ik een beroep doen op de WMO en wanneer niet.

Moet ik een eigen bijdrage betalen ?

Waar kan ik terecht met mijn klachten

Enzovoort, enzovoort

Ook worden er veel zaken overgeheveld van de AWBZ naar de WMO. Wat betekent dit voor de gemiddelde Promens-Care cliënt en wat betekent dit voor bijvoorbeeld de dagbesteding en inloophuizen.

Gasten deze middag zijn: Gert Nutterts lid van de WMO raad Emmen voor de cluster GGZ en tevens voorzitter van de cliëntenraad GGZ Zuid-Oost Drenthe

Wim Bijl lidvan de WMO-raad Emmen cluster GGZ

Harry Holtrust, Ondersteuner cliëntenraad GGZ afd. Zuid -Oost en Adviseur bestuur Gebruikersplatform Drenthe GGZ

Harry Holtrust zal in het kort iets vertellen over de mogelijkheden en onmogelijkheden van de WMO en ook iets vertellen over het gebruikersplatform GGZ.

Daarna is er alle gelegenheid voor discussie en het stellen van vragen en eventuele opmerkingen

We beginnen om 14.00 uur en gaan door tot 15.30 uur.

De middag staat onder leiding van Henk Staats

Deze middag vindt plaats in het Inloophuis Emmen, Boslaan 135, Emmen en wordt georganiseerd door de cliëntenraad van het Inloophuis.

'De psychiatrie is door de farmaceutische industrie gegijzeld'

Psychiater Louis Tas (1920-2011) - Vrij Nederland

Psychiater Louis Tas (1920-2011)

Louis Tas Foto: Caroline Schröder Louis Tas Foto: Caroline Schröder

Louis Tas gold jarenlang samen met Dries van Dantzig als dé psychoanalyticus van Amsterdam. Zijn clientèle bestond uit kunstenaars, acteurs, maar ook doodgewone Nederlanders. In feite had hij het meest geleerd van die fabrieksarbeider die hij in het begin van zijn loopbaan ontmoette. Nooit had die man voor zichzelf durven opkomen, iedere promotie was aan hem voorbij gegaan. Totdat hij op een dag op zijn werk kwam en zijn collega’s meedeelde: "Ik ben overleden". Na een therapie bij Tas wierp hij zich opeens op als voorman en werd hij eindelijk de man die hij zo lang niet durfde te zijn. ‘Van die man,’ zei Tas vijftig jaar later, ‘heb ik zo’n beetje de helft geleerd van wat ik nu weet.’ Vorige week overleed Louis Tas, negentig jaar oud.

Het interview hieronder is gebaseerd op twee interviews die Coen Verbraak met Louis Tas maakte: een interview voor Vrij Nederland (publicatie november 2007) en het gesprek voor de tv-serie Kijken in de ziel.

Dat hij al 86 is, is voor psychotherapeut Louis Tas geen reden om niet meer te werken. Sterker nog, hij werkt nog altijd fulltime. Hoewel hij vandaag een rustig dagje heeft. Maar vijf patiënten. ‘Dat stelt weinig voor.’ Tas wil graag blijven werken, omdat zijn vak hem nog altijd interesseert. ‘Het is prachtig om over het vak te theoretiseren, maar als je het daarnaast niet uitoefent in de praktijk lukt dat theoretiseren domweg niet. Dan komen er geen ideeën.’

Zijn huidige praktijk omvat zo’n dertig mensen, die hij stuk voor stuk regelmatig ziet. Soms jaren achtereen. Al ziet hij niemand meer vijf keer in de week. ‘Er bestaat onder psychiaters de afspraak dat je na je zeventigste niet meer aan langdurige therapieën begint. Op dit moment duren mijn behandelingen niet langer dan hooguit een jaar of vier.’ In de regel bepaalt de patiënt wanneer een therapie ten einde is. En in zekere zin ook diens bankrekening. ‘Ik vergelijk het altijd met een kolenmijn: als de kosten van het delven groter worden dan de opbrengst, moet je ermee ophouden.’

- 'Schaamte is het gevoel dat je in de ogen van anderen compleet waardeloos bent en dat ze daarin nog gelijk hebben ook.'

Hij behoort inmiddels tot de oudste beoefenaars van zijn beroep. Al bijna vijftig jaar, sinds 1958, heeft Louis Tas een eigen praktijk als psychotherapeut. In de leren fauteuils in het zitgedeelte van de kleine atelierwoning in Amsterdam-Zuid, hebben de de afgelopen decennia vele honderden mensen hun zielenleven ontbloot. Onder hen veel bekende kunstenaars, schrijvers en artiesten. Al zal Tas dat zelf nooit beamen. Een halve eeuw zielkijken, dat is best lang, vindt hij zelf ook..Maar of een psychiater nou ook steeds beter wordt, zoals een goede wijn door de jaren aan smaak wint? Tas haalt zijn schouders op, zoals hij in het gesprek vaak zal doen. Laat hij eerlijk zijn, sommige dingen worden eerder sléchter. ‘Mijn geheugen bijvoorbeeld. Maar je kunt wel steeds beter hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden. Van sommige dingen snap je pas na heel veel jaren hoe belangrijk ze zijn. Toen ik nog maar een paar jaar werkte begonnen mensen weleens over een erfenis. Aanvankelijk begreep ik niet wat voor mijnenveld een erfenis kan zijn. Dat heb ik nu veel beter door. Ook als iemand er heel onderkoeld over spreekt, weet ik: daar moet ik straks toch op terugkomen.’

‘De vraag is: hoe behandel ik eigenlijk? Dat is voor mij eigenlijk ook een geheim. Ik luíster vooral. En luisteren is een zeer actief proces. Je moet ook proberen te merken dat je iets niet hoort. Ik weet dat ik dingen graag verpak in leuke anekdotes. Maar ik weet ook dat als ik die tijdig inslik, de patiënt zelf vaak met iets veel leukers komt. Dat had ik mooi gemist als ik niet geluisterd had.’ En hij stelt natuurlijk vragen. Wat dat betreft, zegt hij, op mijn recordertje wijzend, zijn wij min of meer collega’s. ‘Ik interview ook. Met één verschil; u interviewt voor de openbaarheid, ik voor de eeuwige stilte.’

Wie is in die metafoor dan uw hoofdredacteur?
‘Dat ben ik zelf. Dat maakt het ook zo moeilijk. Er kijkt niemand mee. Dat versterkt het minderwaardigheidsgevoel bij mijn soort vaklui. Er is niemand die je kan vertellen wat je precies waard bent.’

Een van uw specialismen is schaamte. Wat is schaamte precies?
‘Schaamte is het gevoel dat je in de ogen van anderen compleet waardeloos bent en dat ze daarin nog gelijk hebben ook. Schaamte is zeer verwant aan depressie en kan uiteindelijk zelfs tot zelfmoord leiden. Het gaat ook niet makkelijk over. Zodra iemand je herinnert aan de aanleiding komt het direct weer terug.’

Als je het mechanisme eenmaal doorziet is het misschien voorbij.
‘Alleen als je begrijpt dat die schaamte een fantasie is. Schaamte impliceert ook dat jij vreselijk belangrijk bent in andermans ogen; dat ze altijd op joú letten.’

Psycholoog Douwe Draaisma vertelde op de radio dat hij vroeger altijd verlegen was. Totdat hij zich op een dag had voorgenomen daar mee op te houden. Toen was het over.
‘Dat kan niet. Zoiets lukt niet per decreet. Weleens een keertje, maar niet structureel. Het kan hooguit geleidelijk minder worden, zodat je niet meer vergaat van ellende als het je overkomt. Maar schaamte blijft een vervelend gevoel. Zelf is het mij weleens gelukt om er wat verlichting in aan te brengen. Wat beslist niét helpt is zeggen: ”ja maar dáár hoef je je toch niet voor te schamen”. Dat is les één voor elke hulpverlener: zeg dat nooit. Met andere woorden: hij krijgt ook nog opdracht om zich voor zijn schaamte te schamen. Wat vooral helpt is laten merken dat je hem begrijpt, dat je kans ziet om met hem mee te voelen.’

Of hij zichzelf weleens schaamt. ‘Nee. Nooit’, reageert hij, spottend. Ja, da’s toch wel een beetje domme vraag. Tas schaamt natuurlijk zich net zo goed. Hij vertelt over een verblijf in een gezelschap in Frankrijk. Het gesprek ging over het vermogen je in andere talen uit te drukken. ‘Ik liet zien dat ik dat kon, en gebruikte ook nog ‘ns een sierlijke Italiaanse term. Waarop iemand zei: “ja ja, meneer Tas is héél bereisd”. Toen schaamde ik me diep. Jaren later bedacht ik wat ik toen had moeten zeggen: “En ik nog denken dat ik daar indruk mee zou maken”. Maar ja, dat had ik toen niet paraat.’

Weet u altijd wat u moet doen bij een patiënt? Of probeert u ook gewoon weleens wat?
‘Het allereerste wat ik doe is luisteren. Dat is ook vaak niet gebeurd. Vooral beniéuwd zijn. De leek is iemand die onmiddellijk raad geeft. Je hoeft maar een beetje besluiteloos rond te lopen of je wordt direct van alle kanten door raadgevers besprongen. Iemand die luistert, dat is vaak nieuw voor ze.’

- 'De psychiatrie is door de farmaceutische industrie gegijzeld'

Maar er komt een moment dat zo iemand echt raad van u verwacht.
‘Er komt zelfs een moment dat hij raad krijgt zonder dat ik me ervan bewust ben dat ik raad heb gegeven. Iemand zegt: “ik moet examen doen. Het kan in juni maar ook in september. Ik overweeg om het in september te doen, dan heb ik meer tijd om me voor te bereiden”. Ik weet zo goed van vaak meegemaakt dat er meer tijd verloren gaat aan uitstellen dan aan zakken. Aan de manier waarop ik er vervolgens naar vraag merkt hij al dat ik dat geen verstandig idee vind.’

‘Ik heb geleerd om receptief te zijn. Laten gebeuren wat er spontaan gebeurt. Als iemand zegt “ik ben bang”, dan zal ik niet zeggen: daar hebben we het nu niet over. Ik ga er op in. Stel: iemand is ergens goed in. En opeens komt er een onderbreking in zijn carrière. Hij doet het niet meer, hij kan het niet meer, heeft er geen zin meer in. Dan ga je vragen wat er aan de hand is. “Nee, niks.” Daarna vraag ik: “is er iets aan de hand waarvan een ander erg overstuur zou zijn, maar waar u zich niks van aantrekt?”. Dan krijg je een ontkenning. Een zogenaamde spontane ontkenning. Iemand zegt wat hij niet is zonder dat je ernaar gevraagd hebt. “Niet dat ik ergens bang voor ben.” .’

Dan weet u: hij is bang?
‘Ik ben er niet over begonnen. Hij wel. Stap voor stap kom je zo toch dichterbij.’

Komt het voor dat u iemand vijf jaar behandelt en dan zegt: “dit gaat niet goed, we zitten nog steeds op een doodlopende weg”?
‘Zo zal ik het nooit zeggen. Dat komt echt aan als een oorvijg. Dan voelt de patiënt zich weggestuurd.’

Maar komt het voor?
‘Natuurlijk komt het voor.’

Kan dat ook aan u liggen?
‘En waarom niet? Tuurlijk. Stel je voor dat ik daar niet op kwam.’

Dat wil dus ook zeggen dat het voor een deel nattevingerwerk is.
‘Tuurlijk.’

Kunt u mensen eigenlijk wel genezen?
‘Het kan soms een goed toeval zijn dat ik er net was. Dat ik iemand net even kon helpen om de bocht om te gaan. Ik zie het steeds meer in termen van “meer of minder”. Als iemand zegt: “ik ben verschrikkelijk verlegen, kunt u mij daarvan afhelpen?”, dan zeg ik: ”ik durf wel te beloven dat het beter wordt. Ik kan niet beloven dat het over gaat”. Je hébt er al veel aan als dingen minder erg worden.’

Moet u iemand aardig vinden voor een goede therapie?
‘Als ik hem niet aardig gá vinden dan is er iets mis. Als je iemand beter leert kennen en je kent zijn gevoelens, dan is het een natuurverschijnsel dat je hem aardig gaat vinden. Als dat niet gebeurt wordt het de moeite waard om te onderzoeken hoe hij kans ziet om dat te beletten.’

Is het relevant voor het succes van de therapie?
‘Het loopt parallel. Het aardig vinden zelf is misschien niet relevant, maar het feit dat je een oprechte poging doet om met hem mee te voelen is natuurlijk wel van belang.’

Uw collega René Kahn zegt: “de psychiatrie is er voor zieken, niet voor mensen die lijden aan het leven”.
‘Mensen die lijden aan het leven, wat hebben die dan? Ik vind wat die mijnheer daar uitspreekt geen psychiatrie, maar het gesundes Volksempfinden. Flink, flink moet je zijn.’

Hij zegt: ik ben dokter, ik behandel ziekten.
‘Ja, dat is wel handig als je toevallig niet weet om te gaan met wat een patiënt heeft.’

Moet een psychiater zelf veel hebben meegemaakt om anderen te kunnen helpen?
‘Je moet emoties leren herkennen. Je moet aanleidingen tot die emoties hebben meegemaakt en het liefst die emoties zelf. Daarom vind ik dat iedereen die aan dit vak begint zelf in therapie moet.

Om het je patiënten te kunnen gunnen, moet je het zelf gehad hebben.’
Psycholoog Piet Vroon raakte aan het eind van zijn leven ernstig in de war. Toch zocht hij geen psychiatrische hulp, omdat hij zei: Wie kan mij nou helpen?

Hoofdschuddend: ‘Oh oh, de arme man… Dat kan altijd. Er is vrijwel geen collega aan wie ik niet iets zou kunnen hebben. En het zijn ook beslist geen subtiele dingen die ik bij mezelf over het hoofd zie. Het zijn op bijzaken lijkende dingen die in werkelijkheid hoofdzaken zijn.’ Als voorbeeld noemt hij die droom die hij laatst had. Echt een afschuwelijke nachtmerrie. Ze hadden nú weer zoiets vreemds bedacht: als mensen doodgingen, gooiden ze ze gewoon op straat. Hij zag ze zo liggen. Her en der verspreid. ‘Het was kort na de dood van Gert Jan Dröge. In mijn droom zat ik de hele dag naar het nieuws te kijken om te weten of dat inmiddels ook met hem gebeurd was. Ik vertelde het ’s morgens aan mijn vrouw, en zei: waar zou zoiets idioots nou vandaan komen? Zij zei: “ja, maar dat is natuurlijk het kamp. Al die mensen dood op straat”. Ik wilde nog zeggen: wat een onzin, maar ik begon direct te huilen. Ze had raak geschoten.’ Nu Tas erover vertelt, staan zijn ogen opnieuw vol tranen. Wat hem precies raakte? ‘Die béélden, de beelden die ik zag’, zegt hij zacht.

Bijna verbazingwekkend dat iemand die zo in die metaforen over de oorlog thuis is als u dat niet zelf kon plaatsen.
‘Voor mij is dat helemaal niet vreemd. Dit is een duidelijk voorbeeld van hoe je zelf essentiële elementen over het hoofd ziet. Duidelijk een afweermechanisme. Freud noemde dat verschiebung, verschuiving van hoofdzaken naar bijzaken. Dat is misschien wel het belangrijkste gevaar: hoofdzaken over het hoofd zien en bijzaken opblazen.’

Freud is in uw vak inmiddels echt uit. Hij is een museumstuk geworden.
Glimlachend: ‘Ach, dat heb ik al een paar keer meegemaakt. Dan is-ie weer in en dan weer een tijdje uit. Er wordt enorm veel onzin over Freud beweerd. Een tijd geleden nam Gerrit Komrij de psychoanalyse grondig de maat. Allemaal flauwekul, vond hij. Nou, ik ben gaarne bereid het boek op te eten dat Komrij van Freud gelezen zou hebben. Freud is de grondlegger van het vak, van de analyse. Allerlei vanzelfsprekendheden die je in allerhande therapieën tegenkomt zijn rechtstreeks uit de analyse afkomstig. We weten door Freud dat hoofd- en bijzaken zich niet direct laten kennen. Daarom kan in eerste instantie alles hoofdzaak zijn.’

De hedendaagse psychiatrie leunt liever op farmaceutische middelen dan op langdurige therapieën.
‘Leúnen? De psychiatrie is door de farmaceutische industrie gegijzeld. Die industrie sponsort zelfs leerstoelen. De psychiatrievereniging geeft officiële richtlijnen uit. Belangrijk natuurlijk. Maar er staan alleen maar geneesmiddelen op. De meest voor de hand liggende emotionele zaken worden geheel en al verwaarloosd.’

Is dat een geldkwestie?
‘Dat speelt ongetwijfeld een rol. Het verraadt vooral de invloed van de farmaceutische industrie. Professor Flip Treffers (hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie) heeft de Vereniging voor Psychiatrie onlangs gekarakteriseerd als een vereniging van artsenbezoekers. Daar ben ik het zeer mee eens. De Vereniging heeft daarop slechts gereageerd door beledigd te zijn.’

Bedoelt u dat uw vak daardoor aan gewicht heeft verloren?
Hij zwijgt, zegt dan mismoedig: ‘Weet u, ik betwijfel of het nog wel mijn vak is. Of ik nog wel psychiater ben. Ik zie hoe het vak wordt uitgehold. Dat stemt mij droevig.’

Is het dan verkeerd om naar medicamenten te grijpen?
‘Er zijn situaties waarbij medicijnen onontbeerlijk zijn. Bijvoorbeeld in geval van psychotisch wantrouwen, bij hallucinaties of wanen. Dan gebruik je medicijnen om ze te kalmeren en te corrigeren. Maar bij persoonlijke problemen kun je echt veel beter het gesprek aangaan. Maar dat wordt blijkbaar steeds minder gangbaar. Het vak neemt een gang die ik heel erg betreur. Ik moet formulieren invullen met coderingen die ik normaal nooit gebruik. Ik moet patiënten rubriceren. Daar ben ik eindeloos mee bezig. Die tijd zou ik veel liever aan de patiënt besteden. Het is nergens goed voor. Er wordt een bureaucratische aanslag op het vak gepleegd waardoor het bijna stikt. Er zijn honderden collega’s die ermee stoppen omdat ze er op deze manier niet meer in geloven. De enigen die ervan profiteren zijn de verzekeringsmaatschappijen. Ik zie mijn vak als een sneeuwbal op de kachel wegsmelten. Als ik jonger en energieker zou zijn zou ik me er fel tegen verzetten. Nu zie ik het aan met machteloze verontwaardiging.’

Is het tij te keren?
‘Misschien. Een van de inzichten die moeten doorbreken is dat veel antidepressiva niet werken. Ze zijn een hype.’

Schrijft u zelf bijvoorbeeld Prozac voor?
‘Soms. Als iemand het gevoel heeft dat hij er steun aan heeft, waarom zou je dat dan afnemen? Bovendien: als ik het niet doe, schrijft de huisarts het voor. De werking van Prozac wordt de laatste tijd steeds meer betwijfeld. Als het al werkt, dan waarschijnlijk eerder tegen agressie dan tegen depressie.’

Louis Tas werd in 1920 in Amsterdam geboren in een joods gezin met twee kinderen. Zijn vader was psychiater, zijn moeder - Frieda Herzberg - schilderes. In 1943 werden Tas en zijn ouders door de Duitsers opgepakt en via Westerbork naar Bergen Belsen getransporteerd. Ze overleefden alledrie de oorlog. Zijn zus wist vlak voor het transport te ontkomen en overleefde de oorlog door onder te duiken. In 1947 verschenen Tas’ kampmemoires in boekvorm, Dagboek uit een kamp, gepubliceerd onder het pseudoniem Loden Vogel. In 2000 verscheen een nieuwe druk, aangevuld met een beschouwing door Tas van zijn dagboek van een halve eeuw daarvoor.

Of de oorlog en zijn kampervaringen hem als psychiater een voorsprong gaven weet hij niet. ‘Het is de vraag wat je ermee opschiet. Je ziet er voornamelijk minder goed door wat léuk kan zijn aan mensen. Wat er mooi is aan flirten en minnekozen. Dat stuk heb ik gemist. Ik heb in dat kamp tijd verloren. Maar goed, als je alleen maar tijd verloren hebt, mag je bepaald niet mopperen.’

Bestaan er evident slechte mensen?
‘Dat heb ik me vaak afgevraagd. Toch ligt dat niet zo eenvoudig. Iemand als Hitler was duidelijk een gasslachtoffer uit de Eerste Wereldoorlog. Hij heeft na een gasaanval wekenlang in een hospitaal gelegen met de angst dat hij blind zou worden. In die zin was hij duidelijk een getraumatiseerde man.’

Gaat het niet wat ver dat iemand die zelf in Bergen Belsen heeft gezeten verzachtende omstandigheden aanvoert voor Adolf Hitler?
‘Ook iemand die in Bergen Belsen heeft gezeten moet naar de feiten kijken.’

Hitler was geen slecht mens?
‘Hij was een treurige opgeblazen kikker. Maar of hij een slecht mens was… Met moraliseren kom je niet ver. Hij was zeer te laken, ja. Het kwam absoluut niet te pas wat die man gedaan heeft. Maar Hitler was ook een slachtoffer. Daar kun je niet onderuit.’

Dit zal veel mensen heel wat bruggen te ver gaan.
‘Kan mij schelen wat onnozele mensen bruggen te ver gaat. Hitler en Stalin hadden allebei een dronken vader die hen sloeg. Dat heeft ze vervormd.’

Wanneer ben je dan wél een klootzak?
‘Als je totaal geen empathie kunt voelen. Iemand als Reinhard Heydrich (Duits nazi-leider, die De Beul van Praag genoemd werd) was denk ik wel echt een klootzak. Die genoot van zijn misdaden.’

Wat vond u van Ronald Plasterks voorstel om het verbod op Mein Kampf op te heffen?
‘Prima. Jammer dat hij er op terugkwam. Ik vind het krankzinnig dat er boeken verboden worden. Ik heb Mein Kampf nooit langer dan een half uur in handen gehad. Maar in dat halve uur zag ik overduidelijk de ziektegeschiedenis van een patiënt. Heel inzichtelijk en in die zin boeiend. Verbieden is vrijwel altijd idioot. Net als laatst, toen moest van een of ander Kamerlid opeens dierenporno verboden worden. Er worden in Amsterdam duizenden meisjes door vrouwenhandel gedwongen om in de prostitutie te werken. En toch vindt zo iemand het urgenter om zich met een verbod op dierenporno bezig te houden. Wat voor prioriteiten heeft zo’n man? Bovendien: wát nou verbieden? Onderzoek het eerst ‘ns behoorlijk. Dat is het treurige: bijna alle vrijheden die in de jaren zestig en zeventig zijn verworven worden weer aangetast.’

Wilders wil zelfs de Koran verbieden.
‘Laat hij dan eerst ‘ns het oude testament doorlezen. Wij joden hebben de jihad uitgevonden. Die behoefte aan verbieden komt voort uit een kinderlijke zucht naar macht: “ik heb de macht om iemand iets te ontzeggen. En ook nog ‘ns iets heel cruciaals. Dan voelt hij het tenminste”.’

U schreef in het nawoord van Dagboek uit een kamp dat u als overlevende “de geesten bloed” wilde geven door het op te schrijven. Spoken die geesten nog?
‘Te weinig. Ik zou ze me meer willen herinneren. Daar hebben ze recht op.’ Hij zwijgt, zeker een halve minuut en lijkt dan z’n woorden weer te willen ontkrachten. ‘Wat heeft een dode er eigenlijk aan als je aan hem denkt? U mag het zeggen.’ En toch voelt hij het als een verplichting ze niet te vergeten. ‘Het volkomen uitwissen van al die mensen die ooit bestaan hebben is heel verkeerd.’ Hij had het nawoord van zijn Dagboek aanvankelijk in het Engels geschreven. ‘Maar in het Engels werkte het niet. Ik moest het gewoon in het Nederlands opschrijven. En toen kwamen plotseling de emoties. Omdat het opeens heel dichtbij kwam.’ De oorlog is nog altijd een ijkpunt voor hem, beaamt Tas.’Ik heb nooit een andere hongersnood meegemaakt. Dit is de enige die ik ken.’ Dat betekent niet dat zijn tijd in het kamp allesbepalend is geweest voor zijn verdere bestaan. ‘Ik denk dat vader worden nog veel intenser was (Tas heeft zeven kinderen uit twee huwelijken. De oudste zoon is zestig, de jongste - een tweeling - is twintig.) Opeens word je bezorgd om iemand speciaal. Ik leerde enorm veel waar ik in mijn vak iets aan had. Je denkt iets te weten over hoe jaloezie in elkaar zit. Als je ziet hoe kinderen jaloers zijn, dan neemt je tolerantie daarvoor plotseling enorm toe. Dan krijgt het iets amusants. Het rare is dat je als vader veel minder een kindervriend wordt. Andere kinderen worden concurrenten. Ik ging ooit met één van mijn dochters naar een balletuitvoering; ik zag één sierlijk danseresje en tien puddingbroodjes.’

Zien patiënten u ook als vader?
‘Dat hoop ik niet. Dat zou namelijk heel verkeerd zijn. Ik ben hun vader niet, maar hun therapeut. Die is vervangbaar’

U wordt wel een anker voor ze.
‘Dat zou volkomen karikaturaal zijn.’

Ischa Meijer heeft vaak verteld hoe belangrijk u voor hem was.
‘Hij kan zoveel zeggen.’

Zag u iets van de therapie terug in zijn werk?
‘Ik heb heel goede redenen om op dit soort vragen niet in te gaan. Discretie is in dit werk essentieel.’ Hoe moeilijk het ook is om discreet te zijn. Want roddelen, zegt Tas, is een van de leukste dingen die er zijn. ‘Zonder roddelen zouden we nooit de lange winters van de ijstijd zijn doorgekomen.’ Maar dat betekent niet dat hij ooit met anderen over zijn patiënten zal praten. Zelfs met zijn eigen vader, die ook psychiater was, besprak Tas om die reden zelden patiënten. ‘Ik heb ook eigenlijk geen idee hoe hij werkte. Ik denk dat hij voor die tijd wel een goede psychiater was. Hij besteedde in elk geval veel tijd aan zijn patiënten.’ Zijn ouders zijn al heel lang dood. En toch denkt hij nog regelmatig aan ze. ‘Ik vraag me nog geregeld af wat ze ergens van gevonden zouden hebben.’

Het is een rare gedachte dat hij de enige is die nog over is van het gezin (zijn zus overleed een paar jaar terug aan kanker.) ‘Gek, ik ken bijna niemand meer uit die tijd. Dat is een eenzaam gevoel. Ik heb natuurlijk mijn vrouw en mijn kinderen. Maar je eigen tijd verdwijnt. Waar is Simon Carmiggelt gebleven, en Annie Schmidt? Je wordt de laatste ooggetuige, een man die zijn leven achter de rug heeft.’

Wat heeft het vak u gebracht?
‘Kleine stukjes inzicht in “hoe we zijn”. Ik heb door mijn vak bijvoorbeeld ontdekt dat ik jaloers ben. Jaloers op mensen die meer presteren, of bijzondere dingen bedenken. Mijn vrouw zei laatst: “ik weet wel waarom jij niet van voetbal houdt. Omdat het jonge, sterke mannen zijn die heel veel geld verdienen. Daar ben jij jaloers op”.’

Was dat goed gezien?
‘Dat was niet goed gezien, maar ik was wel jaloers dat ze dat bedacht had.’

‘Ouder worden heeft een groot nadeel: ik zie te weinig bewonderenswaardige mensen meer. Terwijl ik het zo leuk vind om te kunnen bewonderen. Dat betekent niet dat die mensen er niet meer zijn. Ze moéten er zijn; ook vandaag leven er Einsteins en Freuds. Alleen zie ik ze niet meer. Het ligt aan mijn blik. Die is helaas doffer geworden. Al zijn er nog wel steeds ontzettend mooie vrouwen.’

Maar een man van 86 denkt bij een vrouw van 86 vast niet: wat een lekker wijf.
‘Dat kan, mits je die vrouw vroeger ook al begeerd hebt. Dan is het een soort geconserveerde begeerte.’

Wat laat je na als psychiater?
‘Ik heb ooit Magie en emotie van Sartre vertaald en ingeleid. Maar verder heb ik geen boekenplanken vol geschreven. Wat ik nalaat zit in al die mensen die misschien iets aan me gehad hebben, en in een paar leerlingen. Daarnaast zit je in je kinderen. Dat is een geruststellende gedachte.’ Maar dat maakt zijn angst voor het einde er niet minder op. ‘Ik ben slecht op het sterven voorbereid, ben er echt bang voor. Ik begrijp heel goed dat Jezus daar een goudmijn mee heeft aangeboord. “Ik heb de dood overwonnen. Hoe? Ja, dat zeg ik niet. Geloof nou maar gewoon in mij dan komt het goed”. Dat geeft mensen in die laatste momenten misschien wat zekerheid. Maar mij blijft weer bespaard dat ik in die laatste seconde moet denken: “verdomme… toch gefopt!”.’

Door Coen Verbraak / 18 april 2011 /

maandag 18 april 2011

De GGZ laat zich horen - mail

De GGZ laat zich horen - mail

Mail verzonden op 19-04-2011

Hoe nu verder - we horen graag je mening

Beste collega of anderszins geïnteresseerde,

Graag willen we je een korte vragenlijst voorleggen. Je helpt ons enorm in het bepalen van de te volgen koers als je deze wilt invullen. Dat kan hier en het kost je 5 minuten. Wat nu volgt is een toelichting op de inhoud van de vragenlijst.

Terugkijkend op onze ervaringen in de afgelopen jaren en rekening houdend met onze indrukken tijdens de themadag Zorg op 19 februari jl, komen wij tot de volgende conclusies over de huidige stand van zaken.

Vastgesteld kan worden dat het vooralsnog niet is gelukt om het regeringsbeleid fundamenteel bij te sturen. Na een meer hoopvolle periode waarin er beweging leek te komen in vastgeroeste standpunten, nestelen minister en zorgautoriteit zich de laatste tijd weer helemaal in de vertrouwde posities. De minister kiest voor uitbreiding van de marktwerking en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gaat ondanks de rechterlijke uitspraak van augustus vorig jaar door met de DBC's. Koepelorganisatie GGZ Nederland speelt hierbij een naar ons idee negatieve rol: waar politiek en NZa het (enigszins) aandurfden om te twijfelen en misschien wel open te staan voor andere inzichten, heeft GGZ Nederland onophoudelijk gepleit voor het zo snel mogelijk doorzetten van het huidige systeem. Kritische geluiden vanuit het eigen werkveld worden daarbij systematisch gemarginaliseerd, zoals onlangs nog door de nieuwe directeur Paul de Rooij - overigens afkomstig van Zorgverzekeraars Nederland - op zorgvisie.nl (lees ook de vele reacties).

Het grote ongenoegen van veel zorgprofessionals is dat het huidige zorgstelsel helemaal niet stimuleert tot zuinige en kwalitatief goede zorg. Maar terwijl de problemen steeds duidelijker gevoeld worden, lijkt het moeilijker om verandering tot stand te brengen. Er is een groeiend besef dat we niet kunnen volstaan met het signaleren en benoemen van de problemen, maar dat we de zorg terug zullen moeten veroveren op de politiek en op al die mensen die geld verdienen aan dit zorgstelsel zonder zelf zorg te leveren. Er is een revolutie van onderaf nodig om tot wezenlijke veranderingen te komen. De energie en de ideeën die daarvoor nodig zijn, stroomden op 19 februari (de themadag Zorg) volop door de zaal.

Want vergis je niet: beleid is wel degelijk te stoppen of bij te sturen. Cruciaal daarvoor is dat kritische visies vanuit de maatschappij ook echt tot de beleidsmakers doordringen. We noemen drie recente voorbeelden waarbij dat heel goed is gelukt.

1. De rechterlijke uitspraak van augustus vorig jaar heeft beleidsmakers gedwongen tot reflectie en tot uitstel van beleid. Dat men nu gewoon op de oude voet doorgaat - in de hoop dat men daar mee wegkomt - doet daar niets aan af. Er was (en is?) wel degelijk paniek in de tent ook al zal men dat nooit toegeven.

2. De invoering van het Elektronisch Patientendossier (EPD) is door de Eerste Kamer unaniem weggestemd. Dit kon alleen gebeuren omdat de vele maatschappelijke bezwaren ook echt bij de politiek zijn aangekomen. Het is belanghebbende (koepel) organisaties dit keer niet gelukt om kritische, onwelgevallige signalen vanuit de maatschappij uit te filteren.

3. Mede door een succesvolle mailactie zijn de plannen voor een eigen bijdrage in de tweedelijns GGZ voorlopig van tafel. De kritiek op deze maatregel overspoelde letterlijk de mailboxen van de politici. Daarnaast heeft het natuurlijk geholpen dat koepelorganisaties en werkvloer deze keer wel op één lijn zaten.

Hoe nu verder? We zijn benieuwd naar jouw ideeën daarover. Vandaar de vragenlijst. Invullen kan hier en kost je 5 minuten. Alvast bedankt!


Met vriendelijke groet,

Fred Leffers, Thijs Emons, Co Klaver en Alan Ralston
http://www.deggzlaatzichhoren.nl/

N.B.
Hoe meer leden onze mailinglijst heeft, hoe meer gewicht we in de schaal leggen.
Aanmelden, wijzigen en opzeggen via http://www.deggzlaatzichhoren.nl/contact.php

woensdag 13 april 2011

Gebruikersplatvorm Initiatiefgroep GGZ WMO zoekt ervaringsdeskundigen vanuit het cliënten- en het familieperspectief.

Gebruikersplatvorm Initiatiefgroep GGZ WMO zoekt ervaringsdeskundigen vanuit het cliënten- en het familieperspectief.

Helpt de GGz? (Bron: http://www.loc.nl/)

GGz-instellingen gaan de komende jaren steeds vaker meten of cliënten baat hebben bij de behandeling
en begeleiding die zij krijgen. Door het afnemen van vragenlijsten bij het begin, tijdens en bij de afsluiting
van de behandeling/begeleiding kan vastgesteld worden of de behandelaar/begeleider en de cliënt op het
goede spoor zitten, of dat bijsturing vereist is. Deze methode heet Routine Outcome Measurement,
kortweg ROM.
Voor cliënten is het vanzelfsprekend van het grootste belang dat de juiste vragen worden gesteld en dat
de uitkomsten bijtijds en begrijpelijk voor hen beschikbaar zijn.

Hiervoor zoeken wij, Gebruikersplatvorm Initiatiefgroep GGZ WMO, dus ervaringsdeskundigen GGZ uit de provincie Drenthe.


Heb je interesse hieraan deel te nemen, neem dan contact op met Cor Bras, onze voorzitter door een mail te sturen aan

initiatiefgroep.ggzwmo@web.nl

Meer informatie over Routine Outcome Measurement lees je hier:

Meer lezen over
Gebruikersplatvorm Initiatiefgroep GGZ WMO:

http://www.initiatiefgroep-ggzwmodrenthe.nl/

Taboe?

Taboe?
Ooit je been gebroken? Of de eerste signalen van reuma opgemerkt? Heb je geaarzeld om hiervoor hulp te zoeken? Getwijfeld of je familie en vrienden wel zou durven vertellen wat je meemaakte? Kon je plaatsen wat je overkwam? Kreeg je vreemde reacties op je ziekte van je werkgever en collega’s? Voelde je je schuldig omwille van je ziek zijn? Durfden je kinderen op school te vertellen wat er aan de hand was?
Stop nu met lezen. Spoel de vragen terug. Vervang je beenbreuk en reumaklachten door een psychiatrisch ziektebeeld naar keuze: depressie, angststoornissen, schizofrenie, …
Blijven je antwoorden dezelfde?
Is het niet al te gek dat er nog steeds een wereld van verschil bestaat tussen ‘ziek’ en ‘ziek’, is dit aanvaardbaar terwijl een kwart van de bevolking ooit te maken krijgt met ernstige psychische problemen?

http://www.sad.be/tegek/over-te-gek

maandag 11 april 2011

'Schizofreniepatiënt moet pillen slikken' - Binnenland | Het laatste nieuws uit Nederland leest u op Telegraaf.nl [binnenland]

'Schizofreniepatiënt moet pillen slikken' - Binnenland | Het laatste nieuws uit Nederland leest u op Telegraaf.nl [binnenland]

ma 11 apr 2011, 14:21
| lees voor

'Schizofreniepatiënt moet pillen slikken'

UTRECHT - Als schizofreniepatiënten na een psychose stoppen met het gebruik van medicijnen, is de kans erg groot dat ze opnieuw een psychose krijgen. Dat concludeert psychiater Geartsje Boonstra in haar proefschrift, waarop ze dinsdag promoveert aan het UMC Utrecht. Haar conclusie is zuur voor schizofreniepatiënten, die namelijk graag willen stoppen met medicijngebruik als ze hersteld zijn.

Boonstra volgde de afgelopen twee jaar twintig patiënten die voor het eerst een psychose hadden gehad. Negen van hen bouwden het medicijngebruik af. Bijna iedereen kreeg binnen negen maanden opnieuw een psychose. „Daarop hebben we besloten dat het niet veilig genoeg was om door te gaan met het onderzoek.”

Antipsychotische medicijnen gaan vaak gepaard met flinke bijwerkingen, zoals gewichtstoename, sufheid en vlakkere emoties. Het was al bekend dat er een grote kans is op terugval als iemand meerdere psychoses heeft gehad en daarna de medicatie afbouwt. „Nu weten we dat dit dus ook al na de eerste psychose het geval is”, aldus de onderzoekster.

Schizofrenie is een chronische ziekte, ongeveer 1 procent van de Nederlanders lijdt hieraan. Met medicatie kunnen de symptomen echter goed worden onderdrukt.

Autisten in de kou, autigroepen op de tocht !

Blogs - Onderwijs - TROUW

Autisten in de kou, autigroepen op de tocht !

Een pervasieve ontwikkelingsstoornis, een beetje een modernistische term. In het engels "a pervasive development disorder". Dat klinkt al een stuk duurder. Wat dat is, een pervasieve ontwikkelingsstoornis? dat is een ontwikkelingsstoornis die diep ingrijpt in alle ontwikkelings-gebieden van een kind.
We hebben het dus niet over een kind wat dyslectisch is. (wat overigens voor ieder kind ook een persoonlijk drama is omdat je wereld een stuk ingewikkelder wordt) We hebben het over kinderen die op alle gebieden van hun ontwikkeling problemen hebben.

Autisme is zo'n stoornis.

Autisme werd vroeger gemakshalve een "contactstoornis" genoemd. Alle kinderen die je niet aankeken werden op één hoop geveegd: autisme!!!
Als een kind af en toe stond te fladderen: autisme!!!
Als een kind wat wiebelde voor het raam: autisme!!!.
De diagnose was snel gesteld, vooral door ongestudeerde nitwits als ambtenaren en politici.

De laatste 30 jaar is er echter onnoemelijk veel onderzoek gedaan naar de stoornis. Onderzoek naar de oorzaak, naar verschijningsvormen en naar de manier om er mee om te gaan.
Doordat de diagnostiek een enorme vlucht heeft genomen, zijn er de laatste jaren steeds meer kinderen als "autistisch" gediagnosticeerd.
Dat is niet voor niks gebeurd. Allerlei gedrag en uitingsvormen kunnen duiden op een autistische stoornis. Daar wordt uiterst zorgvuldig onderzoek naar gedaan, waar dan een diagnose uit kan komen.

Het bijzondere aan autisme is dat geen twee kinderen hetzelfde zijn. je kan zo maar 8 kinderen met een officiële diagnose autisme in een groep hebben terwijl het alle 8 volstrekt verschillende en bovendien onvergelijkbare kinderen zijn. Ze hebben wel wat gemeen, o zeker wel. Het zijn namelijk allemaal kinderen. Kinderen dus, die recht hebben op goed onderwijs, een goed gezinsleven en uitzicht op een goede toekomst.

Omdat we dat willen, zijn veel van deze kinderen aangewezen op het speciaal onderwijs. De situatie met de kinderen met ASS, een autistische stoornis, is een heel bijzondere. Er zou eigenlijk een "auti-cluster" moeten zijn, cluster 5 of zo. Dat is er niet, en de kinderen met ASS zitten eigenlijk in ieder cluster.
In cluster 2 als de communicatieproblemen voorliggend zijn, in cluster 3 als het niveau van functioneren bepalend is en in cluster 4 als het gedrag bovenliggend is.

In al de clusters is ondertussen veel expertise opgebouwd. De ene werkt met TEACHH, de ander werkt niet met TEACHH en de derde werkt met een beetje TEACHH, maar het gebeurt met veel compassie, en het bijzondere is: overal staat het kind centraal. Het gaat nergens om de leerkracht, de directie of de school, het gaat altijd en overal om het kind.

Bijna overal wordt er met veel structuur gewerkt. Die is nodig om het chaotische wereldje van de autist te organiseren. Binnen de structuur wordt ze geleerd om betekenis te gaan verlenen aan hun omgeving, zodat ze minder afhankelijk worden van fysieke , visuele en verbale ondersteuning.
Om kinderen zo te kunnen begeleiden moeten leerkrachten vaak aan zichzelf voorbij en tegen hun natuur ingaan: een kind met autisme heeft helemaal geen behoefte aan een knuffel of aan een arm om de schouder, terwijl de juf of meester dat wel zou willen. Een kind troosten wat is gevallen werkt vaak niet, en corrigeren kan soms alleen fysiek door het kind te fixeren om hem of haar daardoor naar je terug te kunnen halen.

Deze scholen hebben zich jaren het schompes gewerkt om deze omgeving te creëren, vaak tegen de klippen op. Klassen moesten kleiner dan dat ze gefinancierd werden; 8 kinderen met een leerkracht en een klassenassistente was al naadje, meer kon echt niet. Er is door de scholen geïnvesteerd, er zijn wachtlijsten ontstaan omdat ouders zien dat dit onderwijs, dit professioneel ingerichte onderwijs, passend is voor hun kind en zelfs de enige plek waar hun kind naartoe kan om onderwijs te ontvangen.

Onderwijs? Ja zeker, want er wordt op al die scholen keihard gewerkt op basis van een handelingsplan, er wordt gewerkt met onderwijsdoelen, en er wordt overal aan gewerkt om de kinderen zo ver mogelijk te brengen en zoveel mogelijk doelen te behalen.

De laatste jaren zijn er zelfs kinderen met autisme geplaatst met een indicatie MG, wat staat voor "meervoudig gehandicapt", vaak met een laag niveau en daardoor grote gedragsproblemen. Dat kon door samenwerking met de zorg, door een AWBZ of het laatste jaar het "compensatiebudget" in te zetten. Daardoor zie je soms groepen met 6 of 7 kinderen die begeleid worden door soms wel drie professionals. Niet omdat het gezellig is maar omdat het moet.

Het vooruitzicht voor deze groep kinderen, kinderen met meervoudig complexe problematiek met autisme, is niet rooskleurig met dit kabinet. Door de voorgenomen bezuinigingen op het speciaal onderwijs staat het onderwijs, het gespecialiseerde onderwijs voor deze kinderen echt op de tocht.

Dat staat op de tocht doordat we niet alleen te maken hebben met klassenvergroting. In een stad als Rotterdam, waar de verbijsterde school is gevestigd, hebben we ook nog eens een populatie die voor 60% uit allochtone kinderen bestaat. Die hebben naast hun autisme ook nog eens een andere culturele achtergrond en een andere thuistaal. Het budget voor die kinderen wordt ook in één keer afgeschaft, waardoor een gewone school voor ZMLK zo maar met een korting van 25% te maken krijgt. Dit geldt voor bijna alle scholen waar kinderen met autisme hun onderwijs krijgen.

De bezuinigingen zijn zo ingrijpend dat we er niet komen met "een kindje erbij" in een groep. Er valt substantieel assistentie weg, zodat de groepen niet meer dubbel bezet kunnen zijn. Dit is echt godsonmogelijk, alleen al voor de veiligheid van ons personeel. Verder valt er een groot deel van de ondersteuning weg: de logopedie wordt minder, minder psycholoog in de school, geen interne begeleiding meer en zelfs de locatieleiding valt weg als achterwacht omdat ze een deel van haar taak voor de klas moet. Als er een kind "ontploft", wat dagelijks gebeurt, kunnen we de veiligheid van personeel en kinderen in die situatie niet garanderen. Dat betekent dat het soms beter zal zijn om een kind thuis te laten dan naar school te laten komen. Erg? Jazeker, met dank aan het kabinet Rutte.

Zet dan meer AWBZ-zorg in, hoor ik u denken. Dat is ook al wegbezuinigd, en de compensatiemaatregel hoort bij de 300 miljoen bezuiniging, die valt ook weg in 2012.

De minister zegt dat er geen reden is die aangevoerd kan worden waarom er nu al kinderen geweigerd zouden moeten gaan worden.
De scholen die werken met kinderen met autisme zijn natuurlijk geen "Gekke Henkie". Er staan zo maar 25 kinderen op de wachtlijst, maar plaatsing kunnen ze wel vergeten. We voelen ons soms net Peppie en Kokkie. Je plaatst een ongelooflijk moeilijke doelgroep, kinderen bloeien op, ouders blij, maar vervolgens kunnen wij de kwaliteit en het onderwijs niet meer bieden en de veiligheid van de kinderen niet meer garanderen.
Niet doordat we niet willen, maar gewoon omdat we van deze regering het geld niet meer krijgen. Groepen van 8 zijn echt geen overbodige luxe. De minister heeft onze "auti-afdeling" bezocht, maar we hebben dat volstrekt verkeerd aangepakt.
We hebben juist door extra inzet er voor gezorgd dat ze groepen heeft gezien waar de kinderen lekker aan het werk waren en waar rust heerste. Goed, ze kreeg een krat met speelgoed naar haar hoofd, maar daar krijgen de leerkrachten vast nog wel een brief over; dat zal ze wel onbeschoft hebben gevonden.

Sommige kinderen kunnen echt alleen maar leren om te functioneren door ze één op één te benaderen, door ze immens intensief te begeleiden naar hun toekomst met, nu nog, een goed perspectief.
Dat valt allemaal weg.

Schande, mevrouw van Bijsterveldt, meneer Elias en mevrouw Ferrier, DRIEWERF SCHANDE.
Geplaatst door de VERBIJSTERDE BAAS
www.wijzijnverbijsterd.nl

Trefwoorden: onderwijs, autisme, speciaal onderwijs, passendonderwijs, bezuinigingen, bezuinigingen onderwijs, down syndroom, zmlk, downers, syndroom van down, autisten, ASS

woensdag 6 april 2011

Zorgzwaartepakketten geven cliënten niet meer regie

MEE Drenthe

Zorgzwaartepakketten geven cliënten niet meer regie

Bron : Platform VG
Datum : 1-4-2011

Cliënten die in zorginstellingen wonen ervaren nog niet de beloofde effecten van zorgzwaartepakketten. Het zorgzwaartepakket beschrijft per doelgroep welke zorg iemand nodig heeft. Cliënt en zorgaanbieder maken vervolgens afspraken over de specifieke invulling van de zorg, opdat die past bij de persoonlijke voorkeuren van de cliënt. Lang niet alle cliënten hebben in de praktijk de regie.

Cliënt nog niet meer regie
De zorgzwaartepakketten zijn in 2009 ingevoerd om de financiën eerlijker te verdelen onder cliënten, en om cliënten meer regie en zeggenschap te geven. Drie koepels van cliëntenorganisaties inventariseerden van eind 2009 tot begin 2011 wat cliënten merken van de zorgzwaartepakketten. Daaruit blijkt dat cliënten en familie bij het kiezen van een zorgaanbieder vooraf niet vergelijken wat ze precies voor het zorgzwaartepakket kunnen krijgen. Veel cliënten weten niet eens in welk zorgzwaartepakket zij geïndiceerd zijn. “Wat een zorgzwaartepakket is? Ja dat weet ik wel, de zorg is hier erg zwaar” (cliënt). Familieleden zijn vaker op de hoogte, maar zij weten vaak niet hoe zij het zorgzwaartepakket kunnen betrekken bij de invulling van het zorg(leef)plan. “Ik weet niet waar we recht op hebben en wat ik mag verwachten” (ouder). Ook de zorgaanbieders blijken vaak nog te zoeken naar een manier om dit met de cliënten te bespreken en hen meer regie te geven.

De zorg blijft hetzelfde
Cliënten melden dat de invoering van de zorgzwaartepakketten vrijwel niets heeft veranderd aan de invulling van de zorg en ondersteuning die zij krijgen. In eerste instantie lijkt de zorg redelijk tot goed aan te sluiten bij wensen en behoeften van cliënten. De mate van tevredenheid wisselt per zorgsector. Cliënten, familieleden en medewerkers ervaren in meer of mindere mate knelpunten. Veel genoemde knelpunten zijn: onvoldoende privacy, onvoldoende tijd voor individuele aandacht of begeleiding en weinig variatie en keuzemogelijkheid in het activiteitenaanbod en de dagbesteding. “Je verkeert in een afhankelijke situatie. Daarom accepteer je veel” (cliënt). Het valt op dat zorgaanbieders voor cliënten met eenzelfde zorgzwaartepakket, wisselende kwaliteit leveren.

Hoe verder
De cliëntenorganisaties constateren dat zorgaanbieders de bedrijfsvoering over het algemeen op orde hebben. Nu is het tijd voor de volgende stap: meer regie bij de cliënt. Zorgaanbieders en cliënten/familieleden vinden het moeilijk om met elkaar in gesprek te gaan over de individuele invulling van het zorgzwaartepakket. De cliëntenorganisaties willen zich in de toekomst richten op het bieden van ondersteuning bij dit gesprek.

Project Zorgzwaartepakketten in de praktijk
Landelijk Platform GGZ (LPGGz), patiëntenfederatie NPCF en Platform VG inventariseerden van eind 2009 tot begin 2011 wat cliënten merken van de zorgzwaartepakketten. Het project maakte deel uit van de monitor AWBZ van de gezamenlijke cliëntenorganisaties. Ruim 70 zorgaanbieders uit de langdurige GGZ, verstandelijk gehandicaptenzorg (VG) en verpleging en verzorging (V&V) deden mee. Meer dan 1100 individuele cliëntverhalen zijn verzameld. Daarnaast zijn in totaal 863 personen (cliënten, familieleden en medewerkers) geïnterviewd.

Bron: www.platformvg.nl

Hoe we genezen van de bipolaire stoornis: ego-dood en het einde van ‘normaal’ « Psychose Anders : Een Geestelijke Benadering

Hoe we genezen van de bipolaire stoornis: ego-dood en het einde van ‘normaal’ « Psychose Anders : Een Geestelijke Benadering

Hoe we genezen van de bipolaire stoornis: ego-dood en het einde van ‘normaal’

INTRODUCTIE

Sean Blackwell houdt zich al jaren bezig met de connectie tussen spiritueel ontwaken en ‘psychoses’ (Zie ook: Psychose of Spiritueel Ontwaken?) en in het bijzonder in relatie tot de DSM-4 diagnose bipolaire stoornis. Inmiddels heeft hij redelijk wat bekendheid gekregen voor zijn werk en heeft hij samen met zijn vrouw vier mensen intensief begeleid door hun acute psychose.

Dit jaar nemen ze samen wekelijks deel aan bijeenkomsten met enkele psychiaters en psychologen die verbonden zijn aan het ‘Hospital Das Clinica’s’ in Sao Paolo. (het grootste ziekenhuis van Zuid-Amerika) Momenteel is dit ziekenhuis bezig de relatie te herzien tussen geestelijke gezondheid en spiritualiteit.

Als je meer wilt weten over Sean en zijn werk, kijk dan eens op: www.bipolarorwakingup.com.

HOE WE GENEZEN VAN DE BIPOLAIRE STOORNIS: EGO-DOOD EN HET EINDE VAN ‘NORMAAL’

Door: Sean Blackwell (met dank aan Jan Ott voor de oorspronkelijke vertaling van de video)

(Bewerkt door Sharon)

Wat betekent het precies om te genezen van een bipolaire stoornis? Volgens ons huidige medische model, betekent ‘genezen van iets’ in de eerste plaats dat je oorspronkelijk in een gezonde, ‘normale’ staat verkeerde en dat je vervolgens ziek werd en in een ongezonde, abnormale staat terechtkwam. Het doel van alle geneeskunde is je te helpen herstellen van je ziekte door je terug te brengen naar je oude ‘normale’ staat. Gewoonlijk wordt dit bewerkstelligd door het voorschrijven van medicatie, het uitvoeren van een operatie of beide. Dus vanuit het perspectief van de moderne geneeskunde – en in het bijzonder de psychiatrie – betekent genezen je weer ‘normaal’ krijgen.

Maar wat is ‘normaal’ precies? In de loop van de geschiedenis is onze definitie van wat normaal is erg veranderd. Meestal was het in het verleden zo dat als je niet ‘normaal’ was binnen de culturele grenzen van wat normaal was, je gezien werd als vreemd, kwaadaardig of gek.

Homoseksualiteit werd door de American Psychiatric Association tot 1973 beschouwd als een ziekte van de geest. En als je rond 1850 een ontsnapte slaaf was, werd je gediagnosticeerd met de geestelijke stoornis ‘drapetomanie‘; een mentale ziekte die slaven motiveerde om van hun meesters te willen vluchten. Volgens dr. Samuel Cartwright was de remedie tegen drapetomanie “duiveluitdrijving door zweepslagen”.

Zoals je ziet, is wat als ziek en wat als normaal werd beschouwd, door de jaren heen aanzienlijk veranderd.

Het enige dat niet veranderd is, is waar de moderne geneeskunde werkelijk om gaat: je weer normaal krijgen ongeacht aan welke ziekte je lijdt. Maar wat als genezen niet noodzakelijk zou betekenen je weer normaal krijgen?

Wat als genezing transformatie zou betekenen? Dus niet je naar de staat terugbrengen waarin je ooit verkeerde maar feitelijk naar een nieuwe conditie die beter is dan hoe je eerst was?

Als er één ding is dat ik geleerd heb tijdens het bestuderen van de bipolaire stoornis, is het dat genezen niet zozeer gaat om het herstellen van je geestelijke ziekte maar vooral om het transformeren van het zogenaamd ‘normale leven’ dat je eerst leidde.

Het is namelijk voor de meeste mensen juist hun normale leven dat hen in eerste instantie ziek maakte. Het is niet zozeer dat normaal zijn slecht is, maar tot nu toe heeft elke samenleving die ooit heeft bestaan gefunctioneerd vanuit een beperkt niveau van bewustzijn.

En omdat het je samenleving of cultuur is die voorschrijft wat normaal is, is normaal zijn altijd minder dan ideaal geweest. Ik zal je enkele voorbeelden geven: magisch denken dat ervoor zorgt dat mensen geloven dat hun rituelen of taboes een direct effect hebben op werkelijke gebeurtenissen wordt op Wikipedia als symptoom genoemd van de schizotypische persoonlijkheid terwijl oude stammen en dorpsbewoners wereldwijd op deze manier denken.

Ook kinderen lijden wereldwijd aan de geestelijke aandoening ‘magisch denken’ omdat alle kinderen hun ontwikkeling op deze manier beginnen. Waarom denk je dat ze allemaal dol zijn op Harry Potter?

Dus vanuit deze beperking hebben zowel mensen die in stammen leven als kinderen magische gedachten. Eveneens vanuit beperking maar in iets mindere mate, beschouwt de moderne psychiatrie deze vorm van denken bij volwassenen als een teken van een geestesziekte terwijl in werkelijkheid magisch denken voor alle mensen op bepaalde niveaus van bewustzijn* volledig normaal is.

Op het traditionele niveau van bewustzijn, zijn racisme en intolerantie volstrekt normaal. Omdat ze niet in staat zijn voorbij de ego-grenzen van hun eigen cultuur te kijken, beschouwen degenen op dit niveau mensen buiten hun eigen groep als enigszins inferieur, onbetrouwbaar of misschien zelfs als kwaadaardig en creëren op deze manier zelf veel kwaads.

In feite is de kans groot dat overal ter wereld waar je regionale conflicten aantreft, racisme en intolerantie de oorzaken zijn van het probleem. Terwijl veel postmoderne mensen hun best doen om racisme en intolerantie te bestrijden, is dit gedrag in feite normaal voor mensen op het traditionele niveau van bewustzijn.

Op het moderne niveau van bewustzijn, hebben mensen grotendeels hun magisch denken en intolerantie achter zich gelaten maar hun kijk op het leven is nog steeds beperkt. Niet zozeer vanwege een gesloten geest maar vanwege een gesloten hart.

Voor de moderne mens draait het leven om succes wat op werkgebied inhoudt, doen wat nodig is om te laten zien hoe goed je presteert met als resultaat dat bedrijfsfraude en het liegen dat daarmee gepaard gaat gewoon gevonden wordt op het moderne niveau van bewustzijn.

Enron, Citibank, BP en de meeste grote – zo niet alle – farmaceutische bedrijven en zelfs Apple zijn allemaal schuldig bevonden aan bedrijfsfraude evenals duizenden andere bedrijven wereldwijd. Dit komt doordat op het moderne niveau van bewustzijn doen wat nodig is om te concurreren, zelfs als dit het bedriegen en voorliegen van klanten inhoudt, volkomen normaal gevonden wordt.

Dus hoewel men waarschijnlijk geen hekserij beoefent, is de normale, moderne persoon nog altijd ver verwijderd van het ideaal omdat men op dit niveau van bewustzijn blind is voor de spirituele gevolgen van zijn daden. We zien hier door slechts enkele voorbeelden te geven, dat wat als normaal gezien wordt door de tijd heen verandert en dat wanneer we evolueren in bewustzijn, ‘normaal’ ertoe neigt te verbeteren.

Echter, het ‘normaal’ van vandaag, vertegenwoordigd door het moderne niveau van bewustzijn, is nog steeds verre van ideaal en voor de meeste van ons, is dat het ‘normaal’ waarin we leven.

Om terug te komen op het medische model: wat als het helpen genezen van een bipolaire stoornis niet betekent je weer normaal krijgen maar betekent je te helpen evolueren naar een beter ‘normaal’?

Je kunt een traditioneel denkend persoon helpen groeien naar het moderne niveau van bewustzijn, je kunt iemand die functioneert op het moderne niveau helpen om te werken aan de zaken die hem weerhouden van het postmoderne denken of je kunt iemand vanuit het postmoderne niveau begeleiden wanneer hij / zij zich opent voor het ‘Power of Now’ niveau.

Als je het op deze manier bekijkt, gaat genezing van de mentale stoornis hand in hand met het versnellen van de persoonlijke bewustzijnsevolutie van de persoon die in een crisis verkeert met als verschil dat we dit nu helemaal niet als een crisis hoeven te beschouwen maar meer als een unieke kans voor de ziel om niet alleen te genezen maar ook om te evolueren.

Wanneer we het meer specifiek bekijken, vertegenwoordigen al deze verschillende niveaus van bewustzijn een bepaalde manier van hoe we onszelf en de wereld zien en dit is waar ons ego voor een groot deel uit bestaat.

Om te genezen van een mentale stoornis, moet de persoon het oude, achterhaalde en beperkte ego loslaten en zich openen voor het onbekende. Wat ik bedoel met de Ego-dood, is het laten sterven van oude gewoontes, zodat de nieuwe een kans krijgen.

Deze ego-dood is geen kleinigheid – het voelt letterlijk alsof je ervoor kiest te sterven – en dit is wat het zo moeilijk maakt. Om te evolueren van je huidige staat, zal de stap voorwaarts hoogstwaarschijnlijk voelen als een confrontatie met de dood.

Er is nog een ander aspect dat het doorleven van je bipolaire proces kan helpen en dat is het besef dat alle ‘normale’ mensen op de één of andere manier emotioneel onderdrukt en / of getraumatiseerd zijn waardoor de kwaliteit van hun leven dagelijks beïnvloed wordt.

Of je nu werd mishandeld in je jeugd of dat je vader gewoon te streng voor je was, het dagelijks meedragen van enige emotionele pijn maakt deel uit van ‘normaal zijn’.

Op dezelfde wijze dat het doormaken van een acute psychose je ego kan openen, kan dit mysterieuze proces je ook helpen bij het zeer snel loslaten van je eigen persoonlijke trauma en onderdrukkingen. Maar om deze ervaringen los te kunnen laten, moeten ze herbeleefd worden in het moment. Dus net als bij de confrontatie met de ego-dood, kan deze traumaverwerking een zeer moeilijk proces zijn dat veel begeleiding vereist.

Ik hoop dat je nu inziet dat genezing van een bipolaire stoornis niet betekent ‘je weer normaal krijgen’ zoals de moderne geneeskunde ons wil laten geloven maar je beter dan normaal krijgen of tenminste beter dan hoe je eerst functioneerde.

Het betekent het loslaten van trauma en emotionele verdringing en het openen van je ego zodat je je meer op je gemak zult voelen met jezelf en je plaats in de wereld. En vanuit dit perspectief hoeven we je acute psychose niet noodzakelijk als een ramp te beschouwen maar eerder als een kans op genezing. Niet van je mentale stoornis maar genezing van je zogenaamd normale leven.

Er is één ding dat ik hieraan nog wil toevoegen: in een perfecte wereld zou het begeleiden van mensen door hun episode de beste manier zijn om van de stoornis te genezen maar op dit moment, in 2011, zijn er niet veel mensen of klinieken die je daarbij zouden kunnen helpen.

Het lijkt daarom op een bepaalde manier alsof ik je aanmoedig om te vliegen terwijl we geen luchthavens hebben! En dat is het probleem. Maar dat gezegd hebbende, is er gelukkig nog genoeg reden voor hoop. Met name in Europa is de Soteria-beweging sterker aan het worden.

Er zijn inmiddels een paar kleine klinieken geopend om mensen te helpen hun psychotische episode uit te werken en in North-Carolina is onlangs het Fires Creek Centrum geopend. Het Fires Creek Centrum is de eerste kliniek ter wereld met de intentie mensen door hun ervaringen van een ‘Spiritueel Noodgeval’ of spirituele crisis te helpen. Zelfs instellingen zoals het ‘Hospital Das Clinica’s', het grootste ziekenhuis van Zuid-Amerika, herziet momenteel de relatie tussen geestelijke gezondheid en spiritualiteit.

Dit jaar zullen mijn vrouw en ik deelnemen aan wekelijkse bijeenkomsten met een aantal psychiaters en psychologen van het ‘Hospital Das Clinica’s’ om over dit onderwerp te discussiëren.

In mijn sociale netwerk ‘Wake the Planet’ zijn er inmiddels meerdere mensen die geleidelijk hun medicatie hebben afgebouwd waarbij ze gedurende het proces een aantal technieken ontdekten die hen hierbij hielpen. Iedereen heeft een verschillend pad gekozen maar door het gebruiken van diverse benaderingen, hebben ze een geleidelijke weg gevonden om zichzelf te genezen zonder acuut psychotisch te hoeven worden.

Deze benaderingen zal ik nader toelichten in mijn volgende video. Bij deze wil ik graag de leden van mijn sociale netwerk ‘Wake the Planet’ bedanken voor hun donaties en energie waardoor deze video tot stand kon komen. (Voor details over hoe je deel kunt nemen, zie: www.bipolarorwakingup.com)

* Sean baseert de niveaus van bewustzijn op de theorie van de Spiral Dynamics.

maandag 4 april 2011

Landelijk Platform GGz - Psychiaters rennen € 11.065 bij elkaar voor LPGGz

Landelijk Platform GGz - Psychiaters rennen € 11.065 bij elkaar voor LPGGz

Psychiaters rennen € 11.065 bij elkaar voor LPGGz
31 maart 2011

'We practice what we preach'

Meer bewegen is goed voor body & mind, daar valt niet meer over te twisten en is daarom een standaardonderdeel van menig therapie. Om het goede voorbeeld te geven, rennen psychiaters al drie jaar mee met de sponsorloop van het NVvP-voorjaarscongres. Niet alleen psychiaters hebben deze keer hun beste beentje voorgezet; ook de 'kopstukken' van de NVvP en het LPGGz lieten zien dat sport verbroedert. Zo liepen Peter Niessink, directeur van het NVvP, en Marjan ter Avest, beide voor het eerst mee.

De vorstelijke opbrengst van maar liefst € 11.064,61 komt geheel ten goede aan het Landelijk Platform GGz. Uit handen van NVvP voorzitter Rutger Jan van der Gaag (links op de foto) ontving Marjan ter Avest (midden) de checque. Rechts: Peter Niesink.


De warming up in de hal.

Psy: Cliënten willen hulpverleners die out of the box denken

Psy: Cliënten willen hulpverleners die out of the box denken

Cliënten willen hulpverleners die out of the box denken

In verschillende ggz-instellingen in de regio Midden Holland zijn sinds februari ‘verbetermuren’ te vinden. Hier kunnen cliënten opschrijven wat zij waardevolle zorg vinden. Alle reacties zijn tijdens de Week van de Psychiatrie verzameld en worden aangeboden aan directies en cliëntenraden.

De verbetermuren zijn een initiatief van Zorgvragers Organisatie GGZ Midden Holland (ZOG MH). ‘Voor de Week van de Psychiatrie hebben we een speciale werkgroep opgericht’, vertelt directeur Petra van Buren. ‘We wilden dat cliënten een bijdrage konden leveren aan het thema van dit jaar: Waardevolle Zorg. Toen ontstond het idee om bij verschillende instellingen grote posters op te hangen. Daar konden cliënten briefjes opplakken, waar zij hun positieve ervaringen op hadden geschreven.’

Gratis advies
Met deze ‘verbetermuren’ hoopt ZOH MH duidelijk te kunnen maken wat cliënten als waardevolle zorg ervaren. Van Buren: ‘We hebben deze week alle reacties verzameld en maken daar weer een eigen poster van die we aan de directie van de instellingen en cliëntenraden aanbieden. Zie het maar als een gratis advies. Om te voorkomen dat er verder niets met deze ervaringen gebeurt, hebben we afgesproken om verschillende punten uit te zoeken en deze op de agenda van het overleg van de cliëntenraden te zetten. Ook wordt het een vast item op onze “speerpunten conferentie” en komen we in januari opnieuw met de werkgroep bij elkaar om te kijken wat er met de verbeterpunten is gedaan.’

Aandacht en gelijkwaardigheid
Omdat er in 25 instellingen een verbetermuur was te vinden en er veel reacties zijn binnen gekomen, weet Van Buren nog niet precies wat de uitkomsten van de actie zijn. ‘We hebben nog iets meer tijd nodig om een duidelijk overzicht te maken. Maar wat mij is opgevallen bij het verzamelen van de reacties is dat onderwerpen als aandacht, voldoende tijd en gelijkwaardigheid veel voorkomen.’

Als familielid opgevangen
Jolanda Lemstra, crisiskaart consulent bij ZOG MH, heeft alvast enkele reacties van de verbetermuren uitgezocht. Zo schreef een cliënt: ‘Het is fijn dat je door hulpverleners als een familielid wordt opgevangen. Dat heeft me sterker gemaakt en mij het vertrouwen in mensen terug gegeven. Een ander wenste: 'Gezelligheid, harmonie, een thuisgevoel en een eigen plek’, en een derde: ‘Hulpverleners die out of the box werken’. (HE)

Klik hier voor meer informatie over de Week van de Psychiatrie.

Klik hier voor de website van ZOG MH


©Psy, 01-04-2011