maandag 22 november 2010

Onverwerkte Rouw in Psychose-inducerende Isoleercel en Lorazepam « Psychose Anders : Een Geestelijke Benadering

Onverwerkte Rouw in Psychose-inducerende Isoleercel en Lorazepam « Psychose Anders : Een Geestelijke Benadering

Onverwerkte Rouw in Psychose-inducerende Isoleercel en Lorazepam

Laatst kreeg ik een brief van Frederika Veenbrink die me vertelde over haar geschiedenis met daarin enkele psychotische episodes. In deze bijlage wordt aandacht besteed aan haar ervaringen omdat deze bepaalde elementen bevatten die voorheen nog niet zijn behandeld op deze site.

Stagnerende Rouwverwerking kan tot Psychosen Leiden

Frederika is de weduwe van een arts. Samen met haar echtgenoot hebben ze in het verleden geleerd om psychotische periodes vroegtijdig aan te pakken; niet zozeer met antipyschotica, maar met een angstremmend middel, namelijk lorazepam (=Temesta).

Voor haar was het kenmerkende bij een psychotische uitbraak de enorme gevoelens van angst en die konden door deze medicatie dusdanig worden verminderd dat ze de periode wel door kon komen. Zij gebruikt het middel verder niet, maar houdt het wel achter de hand voor als de nood hoog wordt.

Toen haar man overleed in 2006 heeft Frederika het erg zwaar gehad. Haar situatie werd door haar omgeving zo ernstig ingeschat dat ze opgenomen is. Volgens haar eigen zeggen viel het aanvankelijk bij de opname nog mee totdat ze op een bepaald moment in een isoleercel werd geplaatst: dat heeft bij haar geleid tot het ontstaan van een werkelijke psychose waarin ze volledig verward raakte. Ze is ook de mening toegedaan dat de situatie van veel mensen juist verergert door een plaatsing in de separeerruimte.

Wat haar vooral heeft geraakt was dat er tijdens haar opname door niemand gesproken is over het rouwproces waarin ze zat, terwijl dat toch de hoofdreden is geweest voor haar problematiek.

Na deze periode in de psychiatrie kan Frederika haar angsten in een vroeg stadium herkennen en sederen met Lorazepam, wat haar een veilig gevoel geeft en ook voorkomt dat ze nogmaals opgenomen moet worden. Het gebruik van een benzodiazepine als een soort noodrem is in mijn beleving van een geheel andere orde dan het chronisch gebruik van antipsychotica uit angst voor een nieuwe psychose.

Door het ‘noodremgebruik’ indien de angst te groot wordt, beschadig je je lichaam en je vitaliteit beduidend minder dan bij het chronisch versuffen van je bewustzijn via antipsychotica. Ideaal zou het natuurlijk zijn als je je geest zo zou kunnen trainen dat je zelf in staat bent de angsten te herkennen en te verwerken, zodat ze niet meer terug hoeven te komen. Dat is echter een taak die verre van eenvoudig is en ook niet voor iedereen is weggelegd. Het noodremgebruik is dan een zeker een redelijk alternatief.

Illustratie afkomstig van De Zwaluwe

Familie psychiatrische patiënt dag en nacht in het ziekenhuis

ZorgKrant.nl



Familie psychiatrische patiënt dag en nacht in het ziekenhuis

Dat patiënten en familie het initiatief waarderen, blijkt uit de ‘familiester’ die het UMC Utrecht op 5 november van Ypsilon kreeg. Ypsilon vertegenwoordigt 7.000 familieleden van mensen met schizofrenie of een psychose en is daarmee de grootste consumentenvertegenwoordiger in de GGZ.

Gemiddeld worden per maand tien patiënten tussen de 16 en 30 jaar opgenomen op de afdeling psychiatrie. Ze komen er naar toe bij beginnende verschijnselen van schizofrenie of een psychose. Psychiater dr. Wiepke Cahn: “Voor iedereen is opname in een ziekenhuis ingrijpend, maar zeker voor deze groep patiënten omdat ze door hun ziekte vaak erg in de war en bang zijn. Daar komt bij dat het meestal om een acute opname gaat. Door rooming-in denken we dat de overgang van thuis naar hier gemakkelijker wordt. Patiënten wennen over het algemeen eerder wanneer ze iemand uit hun vertrouwde omgeving dag en nacht om zich heen mogen hebben. Ook kan de familie zien wat er op de afdeling gebeurt en heeft sneller toegang tot de artsen en verpleegkundigen.”

Patiënten worden in het UMC Utrecht zoveel mogelijk hetzelfde behandeld, ongeacht of zij een fysiek of geestelijk probleem hebben. Daarom kunnen in het UMC Utrecht familieleden van patiënten met een psychose blijven logeren, net als dat kan bijvoorbeeld op de Intensive Care of op een kinderafdeling. Hierdoor hebben patiënten minder last van stress, wat de diagnosestelling vergemakkelijkt en de behandeling bevordert.

Het volledige eindrapport van Ypsilon is te downloaden op www.familiester.nl.



Informatie bij dit bericht ...

Plaatsingsdatum :
11 november 2010 om 12:00

Auteur :
UMC Utrecht

Bron :
UMC Utrecht

Zorg en Welzijn - Platform voor sociale professionals - Te weinig oog voor lichamelijke ziekte van psychiatrische patiënt

Zorg en Welzijn - Platform voor sociale professionals - Te weinig oog voor lichamelijke ziekte van psychiatrische patiënt

Te weinig oog voor lichamelijke ziekte van psychiatrische patiënt


Psychische stoornissen komen zelden alleen. Vaak gaan ze gepaard met lichamelijke klachten en ziekte. En die beïnvloeden ook het geestelijk welzijn weer. Daarom is het belangrijk dat psychiatrisch patiënten integraal worden behandeld.

Dat betoogt hoogleraar Sociale Psychiatrie Christina Van der Feltz-Cornelis tijdens de oratie die zij uitspreekt ter aanvaarding van de leerstoel Sociale Psychiatrie aan de Universiteit van Tilburg.

Tien jaar korter
De optelsom van psychische en lichamelijke klachten benadeelt de gezondheid. Dat heeft ernstige gevolgen. Zo blijkt uit internationaal onderzoek dat de gemiddelde levensverwachting van psychiatrische patiënten tien jaar korter is dan bij mensen zonder geestelijke problemen. Reden hiervoor is dat behandeling vooral is gericht op de geestelijke aspecten van hun ziekte. Bij psychiatrische patiënten worden lichamelijke ziekten vaak minder goed behandeld, zo stelt hoogleraar Sociale Psychiatrie Christina Van der Feltz-Cornelis.

Huisarts

GGZ-instellingen moeten bij de behandeling van psychiatrische patiënten een integrale aanpak nastreven: er dient meer aandacht te zijn voor de lichamelijke ziekten van de patiënt. Dankzij de sociale psychiatrie is er de afgelopen tien jaar al veel veranderd, aldus Van der Feltz-Cornelis. Meer dan ooit moeten ggz-instellingen zich richten op integratie met de maatschappij en de algemene geneeskunde. Er wordt bijvoorbeeld samengewerkt met de huisarts, bedrijfsarts en medisch specialistische zorg.

Verwachtingen
Sociale psychiatrie richt zich op het toegankelijk maken van de psychiatrie voor de patiënt. Doel is dat deze zoveel mogelijk kan blijven deelnemen aan de maatschappij. Om dat te bereiken, is het belangrijk de verwachtingen en behoeften van de patiënt over de behandeling te kennen. Dat is ook nodig om nieuwe behandelvormen te ontwikkelen.

Ketenzorg
Van der Feltz-Cornelis zich in de komende jaren richten op het ontwikkelen van ketenzorg voor deze patiëntengroep, in nauwe samenwerking met ziekenhuizen en huisartsen.

Prof. dr. Christina van der Feltz-Cornelis bekleedt de leerstoel Sociale Psychiatrie. Deze bijzondere leerstoel is mede ingesteld door GGZ Breburg. Feltz-Cornelis is tevens parttime verbonden aan het Trimbos Instituut en leidt als zodanig het Depressie Initiatief.


Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.

Volg Zorg + Welzijn op Twitter>>

Bron: Universiteit van Tilburg/foto: stock.xchngisteit

'Drempel naar ggz-zorg vaak hoog' - flitsinbox - Brabants Dagblad

'Drempel naar ggz-zorg vaak hoog' - flitsinbox - Brabants Dagblad

'Drempel naar ggz-zorg vaak hoog'

maandag 22 november 2010 | 13:53 | Laatst bijgewerkt op: maandag 22 november 2010 | 13:54


Ongeveer 840.000 Nederlanders worden jaarlijks behandeld in de geestelijke gezondheidszorg.

In die tak van de zorgsector gaat jaarlijks ruim 4 miljard euro om, tussen de 6 en 7 procent van alle zorgkosten in Nederland.

Juist voor mensen met psychische problemen is het vaak moeilijk om naar een huisarts te stappen met hun problemen, zegt Ilse van den Eeden van de Bossche ggz-instelling Reinier van Arkel. "Met een fysiek probleem gaat dat vaak veel gemakkelijker." Gevolg is dat veel mensen in de geestelijke gezondheidszorg in een doolhof terecht dreigen te komen met hun vraag naar hulp. Een oplossing ziet Reinier van Arkel in het informatiecentrum dat de organisatie al meer dan tien jaar heeft aan de Hinthamerstraat in Den Bosch.

Hier kunnen Bosschenaren binnenlopen met vragen over allerlei uiteenlopende vragen rond psychische aandoeningen. Tegenwoordig hebben veel GGZ-instellingen een dergelijke inloopfunctie. Dat er vraag naar is ondanks de vele informatie die op internet staat, concludeert Reinier van Arkel uit het aantal van 1700 bezoekers per jaar. Volgend jaar opent Reinier van Arkel een tweede informatiecentrum in de nieuwbouw van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.

Lees dinsdag meer in het Brabants Dagblad.

vrijdag 19 november 2010

De balans tussen vechten en leed aanvaarden

De balans tussen vechten en leed aanvaarden

De balans tussen vechten en leed aanvaarden

Menig psycholoog wantrouwt alles wat met positieve psychologie of levenskunst te maken heeft, maar ondertussen zijn deze stromingen wel in opmars. Psycholoog Ernst Bohlmeijer schreef samen met Gerben Westerhof het boek Psychologie van de levenskunst. Psy verloot vijf exemplaren.

Wat verstaat u onder ‘psychologie van de levenskunst’?
‘In de traditionele psychologie draait het hoofdzakelijk om stoornissen en ziekten, om psychopathologie, maar geestelijke gezondheid is meer dan alleen afwezigheid van ziekte. Het omvat ook positieve zaken zoals geluk, betekenisvolle relaties, persoonlijke groei. Veel psychologen staan er argwanend tegenover, ze zijn misschien bang dat de werkelijke klachten worden ontkend.’

Terecht?
‘Nee. Levenskunst is een poging om juist een balans te vinden tussen ziekte en gezondheid. De traditionele psychologie heeft veel goeds gebracht en doet dat nog steeds, maar legt de nadruk te eenzijdig op genezing. In werkelijkheid zijn niet alle klachten oplosbaar, is niet elk leed weg te nemen. Soms is het goed om het te integreren in je leven en de beperkingen te accepteren. Het is eigenlijk de kunst om te herkennen wanneer het tijd is om te vechten en wanneer het wijs is om het leed te aanvaarden.’

Hoe valt levenskunst in te passen in de behandeling?
‘Als iemand zwaar depressief is, moet je natuurlijk de klachten aanpakken. Zijn er medicijnen nodig om de stemming te verbeteren, dan heb ik daar geen enkele moeite mee. Wel vind ik dat er ook positieve zaken aan bod moeten komen. Waar wil iemand naartoe met zijn leven? Aan welke waarden hecht een patiënt?’

Zoek dat maar in je eigen tijd uit, zullen sommige therapeuten denken.
‘Uit onderzoek blijkt dat de aandacht voor geestelijke gezondheid van wezenlijk belang is. Zo verkleint het de kans op terugval na een behandeling, en dat is belangrijk want recidive is een groot probleem: vijftig procent van alle patiënten met depressies zitten vroeg of laat weer in de spreekkamer. Bovendien wordt steeds duidelijker: wie een betekenisvol leven leidt, loopt minder kans op psychische stoornissen. Het werkt dus preventief. Ook blijken chronische patiënten met kanker of hartfalen er baat bij te hebben, zij herstellen spoediger na een operatie en overlijden minder snel.’

Heeft een schizofreniepatiënt er ook iets aan?
‘Goeie vraag. Ja, uiteindelijk wel. Het gaat erom dat je leert leven met je kwetsbaarheid. Hoe kan ik met alle beperkingen van mijn ziekte het leven leiden zoals ik dat wil, de doelen bereiken die ik me heb gesteld? Hoe krijg ik controle over mijn leven? De Raad van de Volksgezondheid onderschrijft de noodzaak hiervan en pleit in een recente notitie voor ‘het versterken van zelfmanagement’ van patiënten.’

Bestaan er ook interventies gebaseerd op levenskunst?
‘Er zijn preventieve programma’s ontwikkeld voor mensen met depressieve klachten, angst, vermoeidheid. Eén daarvan is de cursus Voluit Leven van de Universiteit Twente, waarin meditatie een grote rol speelt. Dan zijn er interventies gericht op acceptatie, zoals mindfulness en de Acceptance and Commitment Therapy. Die gaat over accepteren wat er in het hier en nu is, en over trouw blijven aan de persoonlijke waarden.’

Levenskunst is tegelijk een houding, zegt u. Wat doet u zelf om geestelijk gezond te blijven?
‘Ik plan korte vakanties in om mijn leven af en toe stop te zetten. Ik laat de stof dan neerdwarrelen en maak tijd voor meditatie en bezinning. Wat ik me bijvoorbeeld weleens afvraag: heb ik vandaag zo geleefd zoals ik mijn hele leven zou willen leven? Oftewel: heb ik vandaag zorg besteed aan datgene wat ik belangrijk vind, zoals vriendschappen. De tijd vliegt. Het ergste is als je spijt hebt dat je het leven niet anders hebt geleefd.’ (MT)

Psy verloot vijf exemplaren van het boek Psychologie van de levenskunst. Wilt u meeloten? Mail dan uw naam en adres naar redactie@psy.nl ovv levenskunst.

Psychologie van de levenskunst. Gerben Westerhof en Ernst Bohlmeijer. Uitgeverij Boom. ISBN 9789461050823. Prijs € 34,95.
Klik hier voor meer informatie en bestelwijze.

Op vrijdag 19 november vindt het congres Psychologie van de levenskunst plaats in de Grolsch Veste in Enschede. Klik hier voor meer informatie.


© Psy 17-11-2010

Psychische klachten aanvaarden gaat depressie tegen

Psychische klachten aanvaarden gaat depressie tegen

Psychische klachten aanvaarden gaat depressie tegenPDFAfdrukkenE-mail
donderdag, 18 november 2010 07:56

Een cursus die mensen leert om zich niet langer tegen hun psychische problemen te verzetten, is een goede manier om lichte tot matige psychische problemen en angsten het hoofd te bieden. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Twente. Vóór de cursus had 83 procent van de proefpersonen last van depressieve klachten. Na afloop was dat nog maar dertig procent.

Zo’n 2,5 miljoen Nederlanders hebben te maken met angst en/of lichte tot matige depressieve klachten. Zij lopen daarmee allemaal een verhoogd risico op een depressieve stoornis. Wetenschappers van de universiteit van Twente wilden zien in hoeverre het verzet daartegen een depressie in de hand werkt.

Opzet
Ze verzamelden 376 mensen en verdeelden de groep in drieën. Een deel volgde de cursus Voluit Leven (dit is een zelfhulptherapie die erop gericht is om mensen te helpen hun negatieve gedachten en emoties te aanvaarden) en kreeg ook de maximale emailbegeleiding. De andere groep volgde de cursus, maar kreeg minimale begeleiding. Een controlegroep volgde de cursus niet.

Effect
Voorafgaand aan het experiment werd aan de hand van vragenlijsten bepaald in hoeverre de proefpersonen aan een depressie leden. Negen weken nadat de cursus was afgelopen, mat men dat opnieuw. Vóór de cursus leed 83 procent aan depressieve klachten. Na de cursus was dat nog maar dertig procent. Ook de angst en vermoeidheid was afgenomen. In de controlegroep was dat effect kleiner: daar leed nog 70 procent aan neerslachtigheid.

Voluit Leven is een cursus waarin gewerkt wordt met een boek en een audio-cd met diverse mindfulness-oefeningen. Volgens de onderzoekers was er geen verschil tussen de groep die minimale en maximale begeleiding kreeg. Helemaal geen begeleiding is in ieder geval geen optie, zo concludeert onderzoeker Ernst Bohlmeijer. “Uit eerder onderzoek blijkt dat veel mensen anders onvoldoende motivatie hebben om de cursus volledig uit eigen beweging af te ronden.”

Bron: scientias.nl

Depressie verborgen leed onder jongeren

Depressie verborgen leed onder jongeren

Depressie verborgen leed onder jongerenPDFAfdrukkenE-mail
vrijdag, 19 november 2010 08:07

NIJMEGEN - Angst en depressie zijn een veel groter probleem onder jongeren dan tot voor kort bekend was. Uit onderzoek blijkt dat 37.000 jongeren van 12 jaar en ouder aan een depressie lijdt. Van de jongeren onder de 18 jaar heeft 15 procent wel eens een depressieve periode meegemaakt.

Die cijfers komen naar voren op het symposium Jeugd- en Gezinsonderzoek, dat de Radboud Universiteit in Nijmegen voor de 27e keer organiseert. Een depressie of klachten die daarop lijken kan de schoolcarrière van jongeren ernstig beïnvloeden. Niet zelden blijkt dat agressieve of criminele jongeren ook aan angst of depressie lijden. De maatschappelijke kosten van deze problemen zijn dan ook veel hoger dan tot nu toe werd aangenomen, aldus de organisatie van het symposium.

Wetenschappers presenteren in Nijmegen onder meer resultaten van nieuwe behandelingen voor jongeren, zoals via nieuwe media. Ook het populaire mindfullness, een manier van denken, komt aan de orde. Donderdagmiddag is bestemd voor studenten; vrijdag is het de beurt aan 350 wetenschappers van onder meer het Trimbos Instituut en academisch instituut voor jeudgpsychiatrie De Bascule.

Bron: ad.nl

maandag 15 november 2010

Symposium Zorg voor anderen? Ook zorg voor jezelf!

VGN


Symposium Zorg voor anderen? Ook zorg voor jezelf!

Datum:24 november 2010
Tijd:13:30 - 17:00

Trias Jeugdhulp, Frion en Hogeschool Windesheim organiseren op 24 november 2010 het symposium Zorg voor anderen? Ook zorg voor jezelf! Een bijzonder samenwerkingsverband van jeugdhulp, zorg voor mensen met een beperking en hoger beroepsonderwijs.

Het symposium vindt plaats in het kader van de landelijke Week van reflectie in de zorg en jeugdzorg, van maandag 22 tot vrijdag 26 november 2010.

Openingslezing Anne-Mei The
Anne-Mei The, cultureel antropoloog en jurist en als lector palliatieve zorg, ethiek en communicatie verbonden aan Hogeschool Windesheim, verzorgt de openingslezing. Anne-Mei The verricht onderzoek naar beslissingen rond het levenseinde en euthanasie. In 1997 verscheen haar boek Vanavond om 8 uur. Verpleegkundige dilemma’s bij euthanasie en andere beslissingen rond het levenseinde. In 2005 verscheen van haar hand In de wachtkamer van de dood, een boek over het leven en (ver-)sterven in verpleeghuizen. Na afloop van de lezing is er ruimte voor vragen.

Lezing Eduard Groen
Na de openingslezing is het woord aan Eduard Groen, docent agogiek aan Hogeschool Windesheim. Eduard Groen heeft onderzoek gedaan naar de rol van levensbeschouwing in de jeugdzorg. In 2008 verscheen Jeugdzorg 2008, toewijding taboe?, een onderzoek dat hij samen met Henk Blenkers heeft uitgevoerd naar de relatie tussen zingeving, levensbeschouwing en de professionaliteit van medewerkers in de jeugdzorg. Voor dit onderzoek zijn medewerkers van Trias Jeugdhulp geïnterviewd. Na afloop van de lezing is er ruimte voor vragen.

Discussie aan de hand van ethische dilemma’s
Een interactief onderdeel van het symposium, waarin deelnemers worden uitgenodigd om mee te praten en te stemmen over ethische dilemma’s in de dagelijkse praktijk. Een panel met professionals in de gezondheidszorg en jeugdzorg en cliënten werkt mee aan deze discussie. Het symposium wordt afgesloten met een hapje & drankje.

Voor wie?
Het symposium is bedoeld voor medewerkers, leidinggevenden, directeuren en bestuurders in alle sectoren van de gezondheidszorg en jeugdzorg, studenten van Hogeschool Windesheim en andere opleidingen, cliënten en andere geïnteresseerden.
Deelnemers kunnen zich aanmelden via info@windesheim.nl.

Share

GGZ Drenthe - Partijen sluiten convenant over Duurzaam Verblijf

GGZ Drenthe - Partijen sluiten convenant over Duurzaam Verblijf



convenant_duurzaam_verblijf 15-11-2010

Partijen sluiten convenant over Duurzaam Verblijf

De gemeente Midden-Drenthe, Kliniek voor Duurzaam Verblijf, Politie Drenthe en het Openbaar Ministerie in Assen sluiten maandag 15 november een convenant. Hierin staan afspraken over de gezamenlijke aanpak ter voorkoming van overlast en het plegen van strafbare feiten door patiënten van de Kliniek voor Duurzaam Verblijf in Beilen.

Al sinds de komst van de Kliniek voor Duurzaam Verblijf naar Beilen is er regelmatig overleg tussen de wijkagent en de leiding van de Kliniek. Tijdens deze overleggen zijn diverse afspraken gemaakt die met dit convenant zijn vastgelegd. Met het convenant willen de partijen de goede samenwerking die er al is, bekrachtigen.

Vast aanspreekpunt

Één van de afspraken is een vast aanspreekpunt bij alle partijen. Op deze manier is er snelle informatie uitwisseling en kunnen snel maatregelen genomen worden. Het doel is ongewenste situaties goed aan te pakken met inzet van alle partijen.

Korte lijnen

In het convenant is vastgelegd welke stappen worden genomen als een strafbaar feit is gepleegd. Daarnaast is afgesproken wie voor welke stap verantwoordelijk is. Ieder heeft dus zijn eigen taken en er wordt via korte lijnen gewerkt. Het convenant geldt voor een periode van drie jaar en wordt telkens met een periode van een jaar stilzwijgend verlengd.

zaterdag 13 november 2010

Hogeschool Utrecht - Lector Wilken: ‘Maak in psychiatrie meer gebruik van kennis bij cliënten’

Hogeschool Utrecht - Lector Wilken: ‘Maak in psychiatrie meer gebruik van kennis bij cliënten’

Lector Wilken: ‘Maak in psychiatrie meer gebruik van kennis bij cliënten’

11-11-2010

Bij veel zorginstellingen in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) kan er nog veel verbeterd worden. Ze houden zich dikwijls bezig met interventies, waarbij de oplossingen uit de koker van de hulpverleners komen. Maar cliënten in de psychiatrie hebben als ervaringsdeskundige een schat aan kennis, waar hulpverleners nauwelijks gebruik van maken. Het is daarom belangrijk dat de professionals goed luisteren naar de oplossingen die cliënten zelf aandragen. Dit blijkt uit onderzoek onder een groep mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, dat is uitgevoerd door Jean Pierre Wilken, lector Participatie, Zorg en Ondersteuning bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht.

De resultaten van zijn onderzoek zijn gebundeld in het boek Recovering Care. A contribution to a theory and practice of good care, waarop hij op 12 november promoveert aan de Universiteit van Tilburg.

Wilken ging na wat cliënten als 'goede zorg' beschouwen, zorg die hen ondersteunt bij hun herstel. Zij vinden een goed contact met de professional erg belangrijk. Hulpverleners worden gewaardeerd als met hen een vertrouwensband kan worden opgebouwd, een relatie waarbij de hulpverlener de patiënt erkend als uniek individu. Wilken: "Het is belangrijk om de persoonlijkheid van de cliënt, zijn problematiek en ervaringen goed te begrijpen. Hij is wellicht anders, maar niet gek. Dit vergt een grote mate van inlevingsvermogen. Op basis daarvan kan gerichte steun gegeven worden, die gericht is op persoonlijk herstel en maatschappelijke re-integratie.”

Wilken bespeurt in de psychiatrie een ommezwaai, waarbij het belang van een goed contact met de cliënt steeds meer wordt omarmd. “We zien dat de zorg de laatste jaren steeds meer in het keurslijf van efficiencymaatregelen wordt gedwongen, hetgeen ten koste gaat van de kwaliteit. Tegelijk wordt steeds meer belang gehecht aan een goed, persoonlijk contact. En dit is niet afhankelijk van de financiën. Er is gelukkig toenemende belangstelling voor wat herstelprocessen van cliënten werkelijk ondersteunt”, aldus Wilken.

De uitkomsten van Wilkens onderzoek zijn van belang voor professionals in de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en de maatschappelijke opvang, evenals voor beroepsopleidingen.

vrijdag 12 november 2010

Artikel kwaliteitszorg ‘Van verblijf naar ambulant’ | Psychiatrie Nederland

Artikel kwaliteitszorg ‘Van verblijf naar ambulant’ | Psychiatrie Nederland

Artikel kwaliteitszorg ‘Van verblijf naar ambulant’

In deze literatuurstudie bekijk ik of de verschuiving van verblijfsafdelingen in de psychiatrie naar
ambulante hulpverlening bijdraagt aan kwaliteitsverbetering voor de psychiatrische cliënt. In dit
artikel bekijk ik door middel van relevante literatuur en wetenschappelijke artikelen naar diverse
behandelaanboden, benaderingswijzen, financiering, meetinstrumenten en disciplines werkzaam in
de intramurale en extramurale psychiatrische hulpverlening. Op basis van literatuur en
wetenschappelijke artikelen kom ik tot een conclusie. Gaande deze literatuurstudie zal duidelijk
worden dat de verschuiving van intramurale zorg naar extramurale zorg bijdraagt aan
kwaliteitsverbetering voor de psychiatrische cliënt. Dit is gebleken uit diverse onderzoeken en
publicaties van de afgelopen tien jaar.

Inleiding
Deze literatuurstudie is onder andere ontstaan uit eigen interesse voor deze actuele ontwikkelingen
in de psychiatrie en tevens in het kader van het thema kwaliteitsverbetering en kwaliteitszorg uit het
profiel van de MBO-Verpleegkundige. Op basis hiervan zal ik mij onderstaande vraag stellen:

Draagt de verschuiving van verblijfsafdelingen naar ambulante behandeling en begeleiding bij aan
kwaliteitsverbetering voor de psychiatrische cliënt?

Naaste deze hoofdvraag zal deze literatuurstudie ook bestaan uit een aantal korte deelvragen, te
weten:

Dragen nieuwe behandelmodellen en benaderingswijzen bij aan kwaliteitszorg voor de
psychiatrische cliënt?

Is deze verschuiving überhaupt mogelijk en blijft het behandelaanbod gelijk ten aanzien van de
intramurale situatie?

Het doel van deze literatuurstudie is om er achter te komen of de verschuiving van
verblijfsafdelingen naar ambulante behandeling en begeleiding bijdraagt aan kwaliteitsverbetering
voor de psychiatrische cliënt. Ik hoop hiermee te bereiken dat er meer bewustwording ontstaat voor
waarom er voor bepaalde zorgmodellen gekozen wordt en wat dit betekend voor de psychiatrische
cliënt.

Bekijk hier het artikel kwaliteitszorg ‘Van verblijf naar ambulant’ van Arne Rijkeboer (pdf)

woensdag 10 november 2010

Blij met gedwongen opname

[doen-en-denken] » Blog Archive » Blij met gedwongen opname

Ex-dakloze Frans is via de rechter verplicht opgenomen in de gesloten kliniek in Beilen (ook wel ‘duurzaam verblijf’ genoemd). Hij heeft het er duidelijk naar zijn zin en wil er de eerste vijf jaren niet meer weg. Onderstaand fimpje is er een uit de serie van RTV Rijnmond over ex-daklozen.

http://www.youtube.com/watch?v=OLtNf5TUY2o&feature=player_embedded

Symposium Forensische Psychiatrie | Expertisecentrum Forensische Psychiatrie

Symposium Forensische Psychiatrie | Expertisecentrum Forensische Psychiatrie


Symposium Forensische Psychiatrie | Expertisecentrum Forensische Psychiatrie

Symposium Forensische Psychiatrie | Expertisecentrum Forensische Psychiatrie

Symposium Forensische Psychiatrie

Datum: 02/12/2010 - 13:30 uur
Type: Symposium

Het is vijf jaar geleden dat de Forensische Psychiatrische Afdeling van GGZ Friesland in Franeker werd geopend. In Leeuwarden werd aanvankelijk onder de vlag van de AFPN met ambulante Forensische Psychiatrie gestart; sinds 2008 is de Ambulante Forensiche Psychiatrie een onderdeel van GGZ Friesland. In de afgelopen jaren is flink aan de weg getimmerd.

Wij bieden patiënten hulp vanuit de kliniek, maar daarnaast zijn er speciale trajecten voor onder andere adolescenten, zedendelinquenten, plegers van huiselijk geweld en mensen met een laag IQ die in de criminaliteit zijn beland of hiertoe neigen. Deze zorg biedt GGZ Friesland grotendeels poliklinisch aan of vanuit de forensisch psychiatrische thuiszorg.
Daarnaast is flink geïnvesteerd in de samenwerking met partners als de penitentiaire inrichting, het advies en steunpunt huiselijk geweld en het Veiligheidshuis.
Redenen genoeg om het vijfjarig jubileum te vieren. Daarom organiseert GGZ Friesland een symposium dat volledig in het teken staat van de Forensische Psychiatrie binnen én buiten GGZ Friesland. We nodigen u graag uit voor dit symposium. Het wordt een middag voor ontmoeting en discussie en u kunt luisteren naar interessante sprekers.

Het symposium vindt plaats op donderdag 2 december 2010 in het WTC-hotel, Heliconweg 52 in Leeuwarden. Meer informatie en inschrijfformulier vindt u hier.

Gemeenten blijken onvoldoende in staat ook de zorg voor ggz-cliënten binnen de Wmo vorm en inhoud te geven

ribw dagbesteding regeerakkoord « Thuiszorg haarlem verzorging verpleging

gemeenten blijken onvoldoende in staat ook de zorg voor
ggz-cliënten binnen de Wmo vorm en inhoud te geven

ribw dagbesteding regeerakkoord

Door thuiszorghaarlem
Reactie op het regeerakkoord september 2010
In het regeerakkoord staan een aantal voornemens die de zorg zoals deze wordt geboden door leden van de RIBW Alliantie raken. In onderstaande nota geeft de RIBW Alliantie haar eerste reactie op deze voornemens.
Het ontbreekt aan een overheidsvisie m.b.t. de kwetsbare burgers is. Er is gesneden met het wapen van de telmachine. Hier en daar iets erbij, overal wat vanaf. Toch zijn het weer de zwakste schouders die de grootste lasten moeten dragen en bekend is dat dit niet lang stand zal houden. Zorgen wij niet goed voor mensen met ernstige of langdurende psychische kwetsbaarheid, dan krijgt de maatschappij dat dubbel hard terug. Goedkoop blijkt dan duurkoop te zijn!
Verder hanteert het regeerakkoord bij de wijzigingen in de zorg een hoog abstractieniveau. In de nadere uitwerking zal pas echt blijken welke consequenties de maatregelen gaan hebben en zal de RIBW Alliantie waar nodig haar standpunt aanpassen.
1. Overhevelen functies dagbesteding en begeleiding naar de wet maatschappelijke ondersteuning vereist passende wetgeving.
“De functies dagbesteding en begeleiding kunnen het best dichtbij de cliënt geregeld worden. Zij passen daarom beter binnen de systematiek van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dan bij de AWBZ. De gemeente kent deze mensen en hun situatie beter dan de logge zorgkantoren. Daarom worden de functies dagbesteding en begeleiding overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo”, aldus het regeerakkoord.
Reactie Alliantie:
De RIBW Alliantie ondersteunt het uitgangspunt van de Wmo als een wet die participatie van alle burgers in de maatschappij kan ondersteunen. In de uitvoering van deze wet tot nu toe is echter gebleken dat veel gemeenten onvoldoende in staat blijken te zijn om ook de zorg voor ggz-cliënten binnen de Wmo vorm en inhoud te geven.
Administratief omslachtige uitvoeringsregelingen maken dat de bureaucratie veelal verveelvoudigt. Eén contract met een Zorgkantoor wordt vervangen door bijvoorbeeld zeventien contracten met zeventien gemeenten: zeventien offertes en zeventien accountantsverklaringen, zeventien ambtelijke voordeuren, etc. Waarbij het soms gaat om geringe bedragen. Een enorme investering die ten koste gaat van
2
de zorgmiddelen en die de financiële strop voor de cliënt, samen met de voorgenomen bezuiniging die in het akkoord staan ingeboekt voor de overheveling (€140 miljoen), de facto een stuk groter maakt. De RIBW Alliantie pleit daarom voor eenvoudige contractering door centrumgemeenten.
Het is niet realistisch te denken dat elke gemeente allerlei vormen van dagbesteding kan aanbieden, gezien de soms geringe omvang van de doelgroep in de betreffende gemeente. Verschraling van het huidige diverse aanbod aan cliënten ligt op de loer. Het gevolg voor cliënten is meer passiviteit en mogelijk verdere uitsluiting en slechter functioneren.
Als dagbesteding naar de Wmo gaat wil de RIBW Alliantie een rol voor centrumgemeentes. Dan kan de verscheidenheid aan dagbesteding beschikbaar blijven en houden cliënten keuzevrijheid. Als er geen rol voor centrumgemeenten komt dienen gemeenten verplicht te worden gezamenlijk beleid te ontwikkelen om zo in een regio voldoende verscheidenheid in aanbod te behouden. Daarbij is het van belang dat gemeenten samen met de RIBW’s en andere ketenpartners werken aan een integrale aanpak van dagbesteding en (begeleid) werken, met het oog op optimale participatie.
Het regeerakkoord kiest ervoor om de intramurale ggz in de AWBZ te laten. De RIBW Alliantie leidt daaruit af dat de overheveling van de functie begeleiding alleen de ambulante begeleiding betreft en niet het Beschermd Wonen (=ZZP). De Alliantie vindt het een goede keuze dat Beschermd Wonen binnen de AWBZ blijft. Echter, de RIBW’s begeleiden ambulant veel cliënten met dezelfde zorgzwaarte als de cliënten die in instellingen intramuraal verblijven. De Alliantie wil deze ambulante zorg ook in de AWBZ behouden. Juist om verder verdergaande extramuralisering te kunnen realiseren.
De Alliantie benadrukt nog eens dat RIBW’s zorg bieden aan zeer kwetsbare mensen die de zorg en begeleiding niet kunnen missen. Ook als deze cliënten een relatief geringe zorgzwaarte hebben. De aanpak van de RIBW’s is zeer succesvol. Steeds meer mensen kunnen met begeleiding van de RIBW een steeds normaler leven leiden en behoeven daardoor minder dure zorg. Het Buurtzorgconcept wordt omarmd in het regeerakkoord. De RIBW’s doen dit al jaren en hebben daar veel mee bereikt: beter welzijn voor cliënten en voorkoming van erger, waardoor deze cliënten een lagere zorgconsumptie hebben.
Dagbesteding en begeleiding aan psychisch kwetsbare mensen vereist bijzondere expertise en kan niet door een willekeurige welzijnsorganisatie worden vormgegeven. Het gaat om complexe zorg door hulpverleners met een adequaat opleidingsniveau en specifieke kennis. De Alliantie vreest dat overheveling naar de Wmo kan leiden tot een te gemakkelijke conclusie dat het daarmee gaat om minder complexe zorg die geleverd kan worden door hulpverleners met een lager opleidingsniveau en dus tegen een lager tarief. Specifieke ggz-kennis blijft van belang voor deze doelgroep.
Forse bezuiniging op ambulante (minder intensieve) begeleidingsvarianten kan een boomerangeffect over 2 á 3 jaar krijgen waarbij er dan een beroep op zware (dure) zorg gedaan wordt doordat mensen terugvallen in crises. De verhoging van eigen bijdragen zoals deze de afgelopen jaren zijn doorgevoerd kunnen dit effect ook krijgen. Mensen worden door deze bijdragen geremd om hulp te zoeken (die ze toch nodig hebben). Stapeling van problemen door uitstel van behandeling geeft een verhoogd risico op crisis, psychose etc. en dus weer beroep op zware/dure zorg.
3
Indien de toekomstige regering inderdaad besluit om alle (ambulante) begeleiding en dagbesteding over te hevelen naar de Wmo, acht de Alliantie het van groot belang dat de Wmo aangepast wordt conform de voorwaarden die zij al eerder hiertoe heeft geformuleerd. In haar positionpaper m.b.t. de toekomst van de AWBZ stelt de Alliantie dat er goede zorg en begeleiding gegeven kan worden als de financiering voldoet aan de volgende voorwaarden:
  1. - garantie op toegang tot benodigde ondersteuning, zorg is een recht en mag niet afhankelijk zijn van de opvatting van een gemeente en daardoor per gemeente variëren,
  2. - eenduidige vaststelling van de benodigde ondersteuning c.q. geen rechtsongelijkheid,
  3. - de cliënt kiest de zorgaanbieder,
  4. - heldere en eenduidige financiering die de samenhang in de ondersteuning niet in de weg staat,
  5. - de financieringswijze is stabiel en duurzaam waar nodig, flexibel en gericht op beëindiging van ondersteuning waar mogelijk.
Aan deze inhoudelijke randvoorwaarden koppelt de RIBW Alliantie de volgende procesvoorwaarden:
  1. - Een adequate inkoop/verkoop onder stevige condities aan beide kanten, zijn de ambtenaren daar klaar voor?
  2. - Onderhandelen met centrumgemeenten. De huidige werkwijze waarbij veelal met alle gemeenten uit het werkgebied afzonderlijk afspraken gemaakt moeten worden is onwerkbaar en leidt tot een onwenselijke variatie van zorgaanspraken voor cliënten in een regio.
2. Andere AWBZ vereist afstemming tussen zorgverzekeraars en gemeenten
“Binnen de AWBZ vindt een aantal hervormingen plaats. Verzorging, verpleging, intramurale geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg blijven onderdeel van de AWBZ.
Momenteel wordt gewerkt met zorgkantoren per regio. Hun taken en de risico’s zullen door de zorgverzekeraars worden overgenomen. Dit zorgt er voor dat patiënten qua medische zorg nog maar met één loket te maken hebben. Het zorgt voor doelmatigheidsprikkels doordat zorgverzekeraars de instellingen zullen controleren op efficiency en kwaliteitsverbetering”, aldus het regeerakkoord.
Reactie Alliantie
De RIBW Alliantie heeft geconcludeerd dat Beschermd Wonen als intramurale zorg wordt gezien (zie ook bv het bouwregime), en dus in de AWBZ blijft. Dat de taken van Zorgkantoren worden overgenomen door Zorgverzekeraars wordt door de RIBW Alliantie niet afgewezen. Zij wijst er wel op dat het noodzakelijk zal zijn dat de zorgverzekeraars in die rol, net als de zorgkantoren dat nu doen, de noodzakelijke relatie met (centrum)gemeenten onderhouden. Indien Zorgverzekeraars er in slagen ook met (centrum)gemeenten goede afstemming te realiseren, instaan voor een gegarandeerde aanspraak op zorg en bereid zijn tot cofinanciering van wijkgerichte ketenarrangementen, dan behoeft overheveling van taken geen bezwaar te zijn.
3. Scheiden wonen en zorg vereist beschikbaarheid van huisvesting en ondersteuning
“In de AWBZ wordt overgegaan tot het scheiden van wonen en zorg. Hierdoor krijgen bewoners meer keuzevrijheid. Zorginstellingen zullen zich beter gaan richten op de
4
woonwensen van cliënten. Ter compensatie van de extra woonlasten, wordt de huidige intramurale eigen bijdrage verlaagd. Bewoners die de woonlasten financieel niet kunnen dragen, komen in aanmerking voor de huurtoeslag. Voorwaarde voor de invoering is dat de achterblijvende partner op woonlasten niet financieel achteruit gaat ten opzichte van het huidige systeem en er voldoende eenpersoonskamers beschikbaar zijn”, aldus het regeerakkoord.
Reactie Alliantie
De RIBW’s werken al lange tijd met het uitgangspunt dat cliënten zoveel mogelijk ambulant in hun eigen woning begeleid worden. Ook voor cliënten met een hoge zorgzwaarte. Dit willen de leden verder intensiveren mits er daartoe voldoende budget beschikbaar blijft.
Er leven echter ook veel cliënten noodzakelijkerwijs, vanwege de aard van de problematiek, in een groepswoning. De operationalisatie van de voorgestelde scheiding lijkt duidelijk gericht te zijn op de V&V sector en (nog) niet op de langdurende ggz. Indien het wel van toepassing is voor de langdurende ggz zullen er de nodige extra randvoorwaarden gecreëerd moeten worden. Deze behelzen met name de beschikbaarheid van huisvesting, ondersteuning bij verantwoordelijkheid voor beheer (voorkomen van verwaarlozing van de woning en opbouwen huurschulden) en acceptatie in de wijk. Het zal dus een zorgvuldig omzettingstraject moeten zijn.
4. Omschakeling van handelingsfinanciering naar uitkomstfinanciering voor de AWBZ vereist heldere outputcriteria
“De huidige wijze van financiering per handeling in de AWBZ wordt veranderd in financiering op resultaat. Zo komt de behoefte van de patiënt centraal te staan. Dit leidt tot meer innovatie, minder bureaucratie op de werkvloer (zoals minutenregistraties), betere kwaliteit en meer doelmatigheid”, aldus het regeerakkoord.

dinsdag 9 november 2010

Oratie Jan Hendriks: ontwikkelingen binnen de forensische psychiatri..

Wie Joost weet, mag het zeggen!
http://www.vu.nl/nl/nieuws-agenda/agenda/2010/okt-dec/11-november-prof-dr-j-hendriks.asp


* Startdatum11-11-2010

* Tijd15.45

* LocatieAula

* TitelWie Joost weet, mag het zeggen!

* Sprekerprof.dr. J. Hendriks

* OnderdeelFaculteit der Rechtsgeleerdheid

* WetenschapsgebiedRechten

* EvenementtypeOratie


In zijn oratie schetst Jan Hendriks een caleidoscopisch beeld van de ontwikkelingen binnen de forensische psychiatrie en psychologie. Dit vakgebied is in voortdurende, onrustige beweging. Denk bijvoorbeeld aan de veranderingen die de laatste jaren plaatsvonden binnen de TBS en de PIJ-maatregel (Jeugd-TBS). Veel van deze veranderingen lijken meer een politieke dan een inhoudelijke/ wetenschappelijke achtergrond te hebben.

De wetenschappelijke kennis over de meest optimale en effectieve forensische zorg is nog sterk in ontwikkeling. Inzichten van nu kunnen over vijf jaar achterhaald zijn. Forensische psychiatrie en psychologie, en zeker de ambulante toepassing hiervan, is een relatief nieuw wetenschapsgebied. Forensisch poliklinische behandeling bestaat nog geen 20 jaar in ons land.

Hoewel er binnen de forensische psychiatrie en psychologie sprake is van een aantal positieve ontwikkelingen, zijn er ook onderwerpen waarover onze kennis beperkt is. Te denken valt hierbij aan de terughoudendheid die geboden is bij het gebruikmaken van officieel geregistreerde criminaliteitscijfers. Verder gaat Hendriks in op de relatie tussen psychiatrische stoornissen en delinquentie. Hij neemt risicotaxatie en behandelmogelijkheden onder de loep. Tot slot beargumenteert Hendriks dat het risico bestaat dat er te veel op de vorm van de behandeling wordt gefocust en te weinig op de kwaliteit van behandelaars, terwijl juist de kwaliteit van behandelaars voor een belangrijk deel het succes van interventies bepaalt.

Zwerfjongeren:Opvang en onderwijs onder één dak in Leerwerkhuis SaM

Zorg en Welzijn - Platform voor sociale professionals - Opvang en onderwijs onder één dak in Leerwerkhuis SaM

Opvang en onderwijs onder één dak in Leerwerkhuis SaM

03-11 2010 | 10:29
Waardering

Zwerfjongeren ervaren weinig her- en erkenning van hun problematiek. Met leerwerkhuis-project SaM werkt IrisZorg, instelling voor maatschappelijke opvang en verslavingszorg, samen met ROC Nijmegen aan betere aansluiting van het aanbod op de vraag van zwerfjongeren.

Stichting Zwerfjongeren Nederland (SZN) constateerde dit jaar dat het aantal zwerfjongeren twee tot drie keer hoger ligt dan tot nu toe werd aangenomen op basis van gegevens van de Algemene Rekenkamer (2008). Het NOS-journaal, de Volkskrant en Het Parool besteedden uitvoerig aandacht aan het bericht. Op basis van schattingen stijgt het aantal zwerfjongeren. Zwerfjongeren ervaren bovendien vaak weinig her- en erkenning van hun problematiek. Oorzaken zijn onvoldoende beschikbaarheid van voorzieningen en onvoldoende aansluiting tussen vraag en aanbod.

Opvang, zorg, leren en werken
Vanaf begin 2010 mocht Conclusion Advies en Management in opdracht van Iriszorg mede richting geven aan leerwerkhuis SaM: een project dat zwerfjongeren en hun problemen integraal benadert. In het leerwerkhuis verblijven maximaal 27 zwerfjongeren in de leeftijdscategorie van 16 tot 23 jaar. De jongeren hebben een combinatie van problemen op somatisch, psychisch, sociaal en materieel levensgebied. Het gaat bijvoorbeeld om dakloosheid, verslaving en schulden. Alle jongeren hebben een eigen kamer en delen keuken en sanitaire voorzieningen.
SaM (Sancta Maria, onderdeel van Iriszorg) is gestart als particulier initiatief voor dak- en thuisloze jongeren. De drie letters (SaM) staan behalve voor ‘Sancta Maria’ (het voormalig klooster waarin SaM is gehuisvest) voor drie uitgangspunten in de begeleidingsaanpak: Stimuleren, Activeren en Motiveren. De ervaring leert dat het succes hiervan voor een belangrijk deel afhangt van de mate waarin de zorg is georganiseerd in samenhang met betekenisvolle werk- en scholingsactiviteiten. De professionaliseringslag die SaM de afgelopen jaren maakte, is mede gestoeld op deze ervaring. Sinds eind 2009 krijgen jongeren daarom naast intensieve begeleiding en dagbesteding ook kleinschalig onderwijs aangeboden.
Twee essentiële partners in de jeugdketen trekken in het project samen met elkaar op: maatschappelijke zorg en onderwijs. In Nederland bestaan soortgelijke leerwerkprojecten. Nieuw in het Leerwerkhuis SaM is dat het onderwijs naar de jongeren toekomt en vorm krijgt in de woonvoorziening. De maatschappelijke doelstelling is het meetbaar verhogen van de maatschappelijke participatie van zwerfjongeren door de zelfstandigheid van jongeren te vergroten. De provincie Gelderland ondersteunt de methodiekontwikkeling met een driejarige projectsubsidie.

Kleinschalig
Uitgangspunt van de samenwerking tussen SaM en ROC is dat jongeren er met een geïntegreerd aanbod van zorg, wonen, leren en werken in slagen hun zelfstandigheid te vergroten en dichterbij een officiële startkwalificatie voor de arbeidsmarkt komen. Alle jongeren hebben een vorm van dagbesteding: onderwijs, werk of een meer vrijblijvende vorm van dagbesteding. Ze werken aan vaardigheden om zichzelf te verzorgen, zelfstandig te wonen, goed om te gaan met huis- en leeftijdsgenoten, geld en vrije tijd. Door het ROC-onderwijs en werkactiviteiten leren ze om zichzelf in professioneel opzicht te ontwikkelen.
De werkwijze is praktisch. Al doende ondervinden en ontwikkelen, aansluiten bij wat jongeren vragen en nodig hebben. De relatie met de docenten is persoonlijk en direct en de trainingsgroepen zijn klein en sluiten aan op de dagroutines van de woonzorg. Door de kleinschaligheid zijn docenten in staat maatwerk te leveren. De jongeren voelen zich in deze bekende omgeving meer op hun gemak dan op een grootschalige campus van een ROC. Dit heeft veel te maken met onzekerheid en de persoonlijke problemen van jongeren. De kleinschaligheid en de persoonlijke en directe benadering zorgen ervoor dat jongeren in beeld komen en zich gezien voelen. Specifiek onderwijs voor een specifieke doelgroep met specifieke problemen.

Aansluiting
Na een jaar zijn de eerste resultaten zichtbaar. De betrokkenen slagen erin jongeren weer het onderwijs in te laten stromen. Van de 27 jongeren volgen er nu 20 onderwijs. Een aantal jongeren is er zelfs in geslaagd door te stromen naar een volgend onderwijsniveau. De laagdrempeligheid van het onderwijs speelt een belangrijke rol. De uitwisseling van informatie tussen onderwijs en woonzorg is een andere belangrijke succesfactor.
Een tweede resultaat is dat de woonzorg er beter in slaagt jongeren effectief te begeleiden bij het werken aan hun probleemgedrag. Jongeren lopen sterker aan tegen hun eigen gedrag doordat onderwijs en werkervaringsplaatsen binnen handbereik zijn. Ze ervaren de consequenties van hun eigen gedrag, waardoor dat beter bespreekbaar is. Met signalen uit het onderwijs kan de woonbegeleiding gerichter aansluiten bij de jongeren. Woonbegeleiders en docenten zijn beter in staat jongeren te stimuleren, activeren en motiveren. Door het project slagen de jongeren erin om weer aan te sluiten bij de samenleving. Ze werken concreet en gericht aan hun wensen en ambities.

Kinderziektes
In het project lopen hulpverlenings- en onderwijsactiviteiten dicht naast elkaar. In het eerste jaar hebben de samenwerkingspartners daarom extra energie gestoken in het organiseren van eigen activiteiten en het creëren van duidelijkheid over de wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden. Integratie van de verschillende werkprocessen was nog een brug te ver. De nieuwe situatie leidde regelmatig tot onrust. Als er in de woonzorg ’s avonds ongeregeldheden ontstonden, dan werkte dat de volgende dag door in het onderwijs. Het omgekeerde was ook het geval. Een jongere die de trainingsgroep uit wordt gestuurd wegens ontoelaatbaar gedrag, zorgt voor onrust in de dagelijkse routines van de woonzorg. Daarvoor hadden beide disciplines nog te weinig geschikte handelingsrepertoires beschikbaar. Voor jongeren zijn opvang en onderwijs soms één pot nat. Dan heeft ‘iedereen’ het gedaan. Of jongeren kiezen juist eenzijdig partij voor één van de betrokkenen. De professionele speelruimte om te leren en jongeren te bereiken werd hierdoor soms onbedoeld kleiner.

Doorontwikkelen
In het komende jaar richt het project zich op de integratie van de woonzorg- en onderwijsprocessen. Het ROC gaat haar onderwijs ontwikkelen op basis van door woonbegeleiders gesignaleerde leervragen. Denk hierbij aan werkvaardigheden als ‘op tijd opstaan’ of ‘omgaan met geld’. Het onderwijs gaat op haar beurt de dagroutines van de woonzorg meehelpen structureren. Zo kan een onderwijsprogramma dienen als informatie voor de dagstart van de woonzorg. Een gezamenlijk ontbijt kan een dagroutine zijn die wordt uitgevoerd door jongeren die kooklessen volgen. Dat komt de kwaliteit van de woonzorg weer ten goede. Dit soort praktijken zijn input voor de methodiekontwikkeling.

1+1=3
De afstemming tussen woonzorg en onderwijs luistert nauw. Er is veel tijd, inzet en doorzettingsvermogen nodig. Als één van de processen niet loopt, dan heeft dat direct weerslag op een ander (goed lopend of verbeterd) proces. Als de werkprocessen wel lopen, dan levert de samenwerking meer op dan de som der delen. Dat is de uitdaging voor SaM en het ROC in het tweede projectjaar: integreren van ontwikkelde praktijken en komen tot synergie.

door drs. R. Terwijn, senior adviseur bij Conclusion Advies & Management


Interesse?
Bent u ook op zoek naar oplossingsrichtingen en geïnteresseerd in onze benadering?
Neem dan contact op met Conclusion Advies en Management, Wouter Beekman, wbeekman@conclusion.nl of 030-219 3 825.

Bron: Foto: Peter Venema

Psy: Exclusief gala voor verslavingszorg en ggz

Psy: Exclusief gala voor verslavingszorg en ggz

Exclusief gala voor verslavingszorg en ggz

De oecumenisch-christelijke netwerkorganisatie GIDSNetwerk houdt 15 november een exclusieve benefietavond met prominente gasten. De opbrengst komt ten goede aan christelijke organisaties in de verslavingszorg en de ggz. Minister Piet Hein Donner schuift ook aan.

Deelname aan de benefietavond op landgoed Zonheuvel in Doorn gaat per couvert à 175 euro, maar er zijn ook tafels voor tien personen beschikbaar voor 1250 euro. Acht stoelen zijn er voor uit te nodigen relaties. De andere twee worden opgevuld door een prominente Nederlander en een cliënt van een van de vijf goede doelen. De opbrengst van de avond gaat naar jeugdhulporganisatie Chris, ggz-instelling De Hoop, verslavingszorginstelling Stichting De Ommekeer, verslavingspreventieorganisatie Stichting Voorkom en Stichting Exodus die opvang biedt aan ex-gedetineerden.

Win-win
Als oecumenisch-christelijke organisatie streeft GIDSNetwerk naar het verbeteren van de lokale samenleving, door leiders uit onder meer de politiek, kerken, gezondheidszorg en bedrijfsleven samen te brengen. ‘De doelgroep van het gala is het maatschappelijk middenveld, dus de beslissers in de brede zin van het woord’, vertelt Jan-Maarten Spaans van GIDSNetwerk. ‘Die mensen vinden een gala wel leuk. Vooral omdat er een groot netwerk is met veel bedrijven die een tafel hebben gekocht. Het is eigenlijk een win-win situatie waarbij ze een goed doel steunen, met mensen in contact komen en ook nog eens een leuke avond hebben.’

Ogen openen
Doordat er aan iedere tafel iemand zit die zelf ervaring heeft met verslaving, komen de tafelgenoten in contact met het persoonlijke verhaal van een verslaafde, zegt Spaans. ‘We willen zo deelnemers de ogen openen. Doordat de goede doelen hun expertise delen met anderen, kunnen ze daarnaast samen een vuist naar buiten maken. Twee jaar geleden hebben we een benefietavond georganiseerd over de integratie in de Vogelaarwijken. Dat heeft niet alleen veel geld, maar ook veel naamsbekendheid opgeleverd voor de deelnemende stichtingen.’

Ludieke kunststukken
Over de verwachte opbrengst kan Spaans nog weinig zeggen. ‘Naast sponsorpakketten van 1750 tot 5000 euro hebben we op de avond zelf ook nog een veiling met ludieke kunststukken. Daar zitten stukken bij met een verkoopwaarde van 4000 euro. Daarnaast kunnen mensen donaties storten met behulp van de acceptgiro’s die op de tafels liggen.’ Spaans verwacht een opkomst van 250 tot 300 mensen. Tijdens de avond zijn prominente politici aanwezig, onderwie Piet Hein Donner (CDA), Kees van der Staaij (SGP) en Cynthia Ortega (ChristenUnie). (BP)

Kijk hier voor meer info over de benefietavond

© Psy 08-11-2010

vijftien jongeren uit de Friese Jeugdzorg die voorlichting gaan geven op middelbare scholen.

Gedeputeerde Tineke Schokker-Strampel installeert J-team [Blik op Nieuws.nl - Friesland]

Gedeputeerde Tineke Schokker-Strampel installeert J-team

maandag 8 november 2010 13:46
Waardeer:
0 stemmen

Leeuwarden - Gedeputeerde Tineke Schokker-Strampel van provincie Fryslân installeert op maandag 15 november in het provinciehuis in Leeuwarden het J-team. Dit team bestaat uit zo'n vijftien jongeren uit de Friese Jeugdzorg die voorlichting gaan geven op middelbare scholen.

Foto: archief EHF
De installatie van het J-team is tevens de aftrap van de Friese Week van de Jeugdzorg die plaatsvindt van 13 t/m 20 november 2010. Het thema van dit jaar is 'Luister!'. Er wordt veel over jeugdzorg gepubliceerd. Bijna allemaal verhalen die gaan over beleid, wijzigingen, financiering, wachtlijsten en incidenten. Tijdens de Week van de Jeugdzorg vertellen jongeren en medewerkers uit de jeugdzorg hun eigen verhalen. Zij kunnen als geen ander vertellen hoe het is om gebruik te maken van jeugdzorg en hoe dat kan helpen om weer normaal door het leven te gaan. Hun ervaringen zeggen vaak meer dan alle rapporten bij elkaar.

Tijdens de Friese week gebeurt er van alles. Hoogtepunt is een Happening over de Jeugdzorg voor zo'n 400 MBO- en HBO-studenten in NHL Hogeschool in Leeuwarden. Daarnaast is er een Meet, Eat & Greet voor professionals in Sneek en een bijeenkomst met het J-team voor VMBO-leerlingen op Singelland in Drachten. De hele week gaan bestuurders, politici en professionals stagelopen bij organisaties voor jeugdzorg.

Het is voor de vijfde keer dat de Week van de Jeugdzorg plaatsvindt. In het hele land zijn er activiteiten en bijeenkomsten. In Fryslân wordt de week georganiseerd door de provincie Fryslân in samenwerking met een groot aantal organisaties voor jeugdzorg. Doel is een beter beeld te geven van wat de jeugdzorg is en doet. Het volledige programma van de Week van de Jeugdzorg in Fryslân staat op www.weekvandejeugdzorgfryslan.nl.

De ggz laat zich horen


De ggz laat zich horen
Antwoorden opinfo@deggzlaatzichhoren.nl
aanae74mm@gmail.com
datum9 november 2010 09:00
onderwerpDBC systeem wankelt
ondertekend doorsmtp.com

details verbergen 09:00 (59 minuten geleden)

Beste collega of anderszins geïnteresseerde,

De Koepel verdient steun!
Nu het DBC-systeem wankelt
als gevolg van de rechterlijke uitspraak van augustus jl. is het van groot belang dat de druk op de ketel blijft. Verdere rechtsgang zal vrijwel zeker nodig zijn. Wij hebben veel respect voor de collega's van de Koepel van DBC-vrije praktijken die dit arbeidsintensieve werk - in eigen tijd en op eigen kosten - al jaren volhouden en roepen je op hen te steunen in de kostbare juridische strijd. Financiële steun is meer dan welkom op rekening 53 43 705 ten name van Stichting KDVP, Amsterdam, onder vermelding van 'bijdrage'. Voor professionals is de bijdrage fiscaal aftrekbaar als ´advieskosten'.

Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zet DBC's op de helling
Onder druk van de rechter werkt de NZa aan aanpassingen van het DBC systeem. Het voorstel is om de financiering los te koppelen (!) van de DBC's en op basis van verrichte activiteiten te laten plaatsvinden. Tegelijkertijd zouden de DBC's moeten blijven bestaan als basis voor het gesprek tussen zorgaanbieders en verzekeraars. Daarmee illustreert het voorstel onbedoeld de diepe kloof tussen twee werelden. Aan de ene kant de wereld van de praktijk waarin zorgactiviteiten worden verricht en aan de andere kant de wereld van het beleid waar managers/beleidsmakers in een eigen taal - volledig losgekoppeld van de praktijk - praten, onderhandelen en sturen. De oplossing van de NZa is inmiddels voorgelegd aan diverse veldpartijen. Omdat dit veel weerstand en verdeeldheid opleverde, heeft de NZa aan de minister meer tijd gevraagd om tot aanpassingen te komen.

GGZ-behandelaars willen van DBC systeem af
Dit wisten we natuurlijk al, maar nu is het bevestigd in een promotieonderzoek van de Erasmus Universiteit. Het blijkt dat professionals wel degelijk waardering hebben voor de doelen van het DBC systeem - transparantie, doelmatigheid en meer keuzemogelijkheden voor de cliënt. Hun punt is echter dat het DBC systeem helemaal niet bijdraagt aan deze doelen. De boodschap aan de beleidsmakers is duidelijk: we delen de gestelde doelen, maar jullie spannen het paard achter de wagen.

DBC-voorvechters verdoezelen rechterlijke uitspraak
Intussen proberen de voorvechters van het DBC systeem de uitspraak van de rechter te bagatelliseren. Zo schreef oud-minister Klink een nogal eenzijdige brief naar de Tweede Kamer (zie voor een analyse het nieuwsbericht van Kaspar Mengelberg dd 12 oktober). Ook de verzekeraars maken zich er gemakkelijk vanaf. Weliswaar mogen op de declaratie in plaats van de diagnose nullen worden ingevuld, maar uit het gedeclareerde tarief kan zo worden afgeleid wat de diagnose is. GGZ Nederland spant echter de kroon. Opnieuw toont zij zich een fel voorstander van het DBC systeem door te pleiten voor doorontwikkeling en door te stellen dat de uitspraak van de rechter in de discussie niet thuis hoort. Daarmee schuift GGZ Nederland niet alleen de eigen professionals maar ook de rechter opzij. De vraag dringt zich op wie GGZ Nederland nu eigenlijk vertegenwoordigt. Het is tekenend dat de nieuw benoemde directeur jarenlang voor Zorgverzekeraars Nederland werkte en vanaf het eerste uur betrokken was bij de ontwikkeling van DBC's. Dat wekt weinig vertrouwen...

En toch is het gelukt om het ogenschijnlijk onwrikbare DBC systeem ter discussie te stellen. Met dank aan de GGZ professionals die de ondeugdelijkheid van het systeem steeds opnieuw naar voren hebben gebracht. Wil je deze ontwikkeling steunen, dan kun je dat heel concreet doen door een financiële bijdrage te geven aan de Koepel van DBC-vrije praktijken (zie het begin van deze mail).


Fred Leffers, Thijs Emons, Co Klaver en Alan Ralston
http://www.deggzlaatzichhoren.nl/

N.B.
Hoe meer leden onze mailinglijst heeft, hoe meer gewicht we in de schaal leggen.
Aanmelden, wijzigen en opzeggen via http://www.deggzlaatzichhoren.nl/contact.php

Online behandeling van volwassenen met depressie

29november_E.H. Warmerdam - [okt-dec] - Vrije Universiteit Amsterdam

Online behandeling van volwassenen met depressie

  • Startdatum29-11-2010
  • Tijd15.45
  • LocatieAula
  • TitelOnline treatment of adults with depression: Clinical effects, Economic evaluation, Working mechanisms and Predictors
  • SprekerE.H. Warmerdam
  • Promotorprof.dr. W.J.M.J. Cuijpers
  • OnderdeelFaculteit der Psychologie en Pedagogiek
  • WetenschapsgebiedPsychologie, pedagogiek en onderwijs
  • EvenementtypePromotie

Internettherapie kan naast cognitieve gedragstherapie ook gebaseerd zijn op probleemoplossingtherapie. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Lisanne Warmerdam.

De meeste behandelingen via het internet zijn gebaseerd op cognitieve gedragstherapie omdat deze therapie effectief is voor de traditionele (face-to-face of groeps-)behandeling van depressie. Het is onbekend of andere therapieën via het internet ook werken bij depressie en of verschillende therapieën evengoed werken. Warmerdam evalueerde cognitieve gedragstherapie en probleemoplossingtherapie via het internet bij mensen met depressieve symptomen. Bij beide therapieën werd wekelijkse ondersteuning geboden via e-mail.

Warmendam laat zien dat zowel cognitieve gedragstherapie als probleemoplossingtherapie via het internet effectief zijn in het reduceren van depressieve klachten in vergelijking met een wachtlijstcontrolegroep. Verder vond zij geen verschillen in klinische effectiviteit tussen de twee therapieën. Daarnaast concludeerde Warmerdam dat beide internettherapieën een hoge kans hebben om kosteneffectief te zijn wanneer de maatschappij bereid is om een bescheiden bedrag te betalen voor klinisch significante verandering in depressieve klachten.

Gender en tijdgeest spelen rol bij depressiebeleving

Mikado


Gender en tijdgeest spelen rol bij depressiebeleving
Omdat een (milde) depressie objectief moeilijk vast te stellen is, zijn therapeuten en artsen afhankelijk van het verhaal en de beleving van de patiënt. Deze beleving en communicatie varieert afhankelijk van gender, tijdgeest en sociale context, zo concludeert Jette Westerbeek in haar proefschrift 'Sociale vormgeving van depressie'.

Westerbeek deed twee empirische studies. Ze bekeek 118 patiëntendossiers uit het archief van het Nederlands Psychoanalytisch Instituut en analyseerde daarnaast tien autobiografische teksten van schrijvers over depressie uit de periode vanaf 1990. De dossiers komen uit de periode 1954 tot 2000 en zijn van een homogene groep cliënten: hoog opgeleid, verbaal begaafd en mild depressief. Ze richtte zich hierbij op de sociale vormgeving van een depressie en de sociaal-historische dimensie van intersubjectieve betekenisgeving ervan. Ze concludeert: 'De twee empirische studies hebben laten zien dat depressieve gevoelens en gedachten worden vormgegeven naar wat in een bepaalde situatie als mogelijk en gewenst wordt geacht.'

Mannen en vrouwen
Depressies komen in Nederland twee keer zo vaak voor bij vrouwen als bij mannen, zo blijkt uit diverse onderzoeken. 'Dit numeriek vrouwelijk overwicht wordt echter in review-artikelen al jaren lang met de nodige scepsis bekeken, maar de uiteindelijke conclusie luidt tot nu toe vrijwel altijd dat het een reële verhouding weergeeft,' aldus Westerbeek. Ze schrijft in haar proefschrift niet te pretenderen een oplossing te bieden voor dat raadsel. Wel stelt ze de vraag of het wel mogelijk is om depressie los van seksespecifieke verwachtingspatronen vast te stellen. 'Depressie lijkt onvermijdelijk doordrongen te zijn van normatieve verwachtingen en genderopvattingen.'

Sociale vormgeving
Depressie manifesteert zich volgens Westerbeek meer dan andere psychische stoornissen in het domein van de betekenisgeving of het sociaal handelen. Negatieve gevoelens van somberheid en hopeloosheid krijgen vorm in wat mensen aan anderen vertellen over henzelf. 'Depressie kan niet worden vastgesteld buiten datgene wat mensen daarover aan anderen vertellen. Dit betekent dat depressie onvermijdelijk onderhevig is aan vormgevende sociale krachten, zoals verwachtingen over gendergeëigend gedrag, over aansprakelijkheid en over behandelbaarheid,' aldus de onderzoeker.

Strategische zelfpresentatie
'Wat mensen over zichzelf en hun depressieve ervaringen vertellen aan therapeuten die hen onderzoeken op geschiktheid voor een psychoanalytische behandeling, kan worden opgevat als een strategische zelfpresentatie,' schrijft Westerbeek. En die zelfpresentatie blijkt afhankelijk van tijd en sekse. Het klachtbeeld bleef in de onderzochte periode ongeveer hetzelfde, maar hoe de cliënten zichzelf presenteerden veranderde met de tijd.

Met name vrouwen hebben een ontwikkeling doorgemaakt. 'Van een door schaamte en zelfbeschuldiging doortrokken klachtpresentatie veranderde dit in een zelfbewuste vraag naar hulp bij hun problemen. Mannen veranderen hierin veel minder: zij blijven behoedzamer en terughoudender,' meldt de Universiteit van Utrecht in een nieuwsbericht over de promotie. Bij mannen speelt de vrees als 'onmannelijk' gezien te worden als ze hulp zoeken voor hun somberheid. Westerbeek: 'Vrouwen hadden in de jaren vijftig en zestig sterker dan nu afkeuring te duchten als zij niet aan de verwachting van een opgewekte dienstbaarheid aan ouders, man en kinderen konden voldoen. Nu hebben zij zelf het idee dat zij op alle gebieden aan hoge verwachtingen moeten beantwoorden.'

Eigen verantwoordelijkheid
Ook verwachtingspatronen en omgeving hebben invloed op de communicatieprocessen rond een depressie. 'Naarmate cliënten over meer hulpbronnen beschikken (zoals opleiding, werk, status), naarmate het meer geaccepteerd is om hulp te zoeken voor neerslachtigheid en naarmate zij meer empathisch worden bejegend in het gesprek zelf, kunnen zij zichzelf en hun problematiek met meer zelfrespect tonen.' Nu psychotherapie en antidepressiva toegankelijker is, lijkt depressie breder geaccepteerd in de samenleving. Aan de andere kant ervaren cliënten meer dan vroeger dat de verantwoordelijkheid voor hun psychische gezondheid bij henzelf ligt. En dat besef van 'eigen verantwoordelijkheid' heeft volgens Westerbeek zowel een emancipatorisch als een onderdrukkend aspect.

Cliënten claimen het recht om in hun eigen woorden over hun ervaringen te vertellen, bijvoorbeeld in een autobiografie of weblog. Daarmee laten ze hun slachtofferpositie achter zich, constateert Westerbeek. Tegelijkertijd kunnen ze hun depressie niet meer ondergaan als noodlot of als Gods wil. Ze worden verantwoordelijk gehouden voor een lot dat zij nooit helemaal in eigen hand kunnen nemen.

DSM en context
Met dit onderzoek bevestigt Westerbeek het belang van historische en sociale context. Ze vindt dat de huidige DSM onvoldoende rekening houdt met contextuele invloeden. Hoewel ze hier niet verder op ingaat, ligt het belang van culturele context, herkomst en migratie in het verlengde hiervan. Als er al zo veel variatie zichtbaar wordt in depressiebeleving en presentatie van een homogene groep, dan ligt het voor de hand dat de variatie in een meer diverse groep nog vele malen groter is. Depressie treft immers ook veel migranten. En als tijdsgeest en gender ertoe doen, dan vermoedelijk ook migratie, cultuur en sociaaleconomische positie.

Bron: Proefschrift 'De sociale vormgeving van depressie: tussen jobstijding en erepenning' (2010) door Jette Westerbeek, Universiteit Utrecht; Mikado. Bron foto: fss.uu.nl Publicatiedatum: 22 oktober 2010 17:24 uur


Meer informatie:

DeStadAmersfoort.nl - Lokaal/Regionaal detail - Ingezonden: College vergeet mensen met psychische problematiek

DeStadAmersfoort.nl - Lokaal/Regionaal detail - Ingezonden: College vergeet mensen met psychische problematiek

Ingezonden: College vergeet mensen met psychische problematiek
maandag 8 november 2010 17:25
Het college moet duidelijkheid geven over het eigen beleid betreffende mensen met psychische problematiek. In de Begroting 2011 heeft het College niet helder vermeld wat er precies wordt gedaan om deze groep te ondersteunen bij het zolang mogelijk zelfredzaam zijn. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning is er echter heel duidelijk over de zorgplicht van de gemeente.
Het is van groot belang dat mensen met psychische problematiek zelfstandig kunnen functioneren en zelf beslissingen betreffende hun persoonlijke levenssfeer kunnen nemen. Ik heb het college hierover duidelijkheid gevraagd omdat niet valt te controleren of de gemeente aan haar zorgplicht jegens deze groep Amersfoorters voldoet. De gemeente weigert de gemeenteraad te laten weten welke maatregelen zij neemt om deze doelgroep te ondersteunen. Zij ontraadt zelfs de motie waarin dit expliciet wordt gevraagd.
De doelgroep heeft ook duidelijk aangegeven dat zij zelf met de gemeente in gesprek wil. Zij is van mening dat de gemeente over hun hoofden spreekt met de grote GGZ instellingen. Georganiseerd in een cliëntenplatform, zijn zij rechtstreeks voor de gemeente aanspreekbaar. De PvdA-fractie heeft het college gevraagd de raad te laten weten welke maatregelen er zijn genomen om deze groep te ondersteunen. De PvdA fractie vindt het bijzonder vreemd dat het college op deze wijze laat weten niet de moeite te willen nemen om de Raad te informeren wat ze doet voor deze doelgroep. De PvdA vat dit op als minachting voor de problematiek van mensen met een psychische beperking.

Grace Tanamal
PvdA Amersfoort