dinsdag 8 maart 2011

Ervaringswijzer

Ervaringswijzer

'Ik heb eenzaamheid nodig'

Erkennen beperkingen geeft rouw, maar ook ruimte.

Het ideaal van samenwonen moest Martijn opgeven. Hij stuitte daarbij teveel op zijn grenzen. ‘Het gaat erom wat bij je past.’
Martijn (39)

Voor mezelf heb ik een gezonde mix gevonden tussen mensen die ik ken vanuit de psychiatrie en buiten de psychiatrie. Gelukkig ken ik ook nog mensen van voordat ik in de psychiatrie belandde. Ik ben wel mijn netwerk wat kleiner aan het maken. Lange tijd had ik mensen om mij heen nodig om niet in eenzaamheid te verdwijnen, maar nu heb ik juist eenzaamheid nodig om goed te kunnen leven. Om bij te komen, juist van die sociale contacten. En door de hele tijd mensen te bellen en langs te gaan, verlies ik contact met mezelf.

Ik ervaar het als heel gezond om mensen vanuit verschillende gebieden om me heen te hebben, dus ook mensen buiten de GGz. Dat heeft bijgedragen aan mijn herstel. Ik vond het wel heel eng om weer mensen buiten de GGz te leren kennen. Ik moest er veel moeite voor doen om me niet anders te voelen dan hen. Ik moest heel goed afwegen wat ik wel en niet vertelde. Inmiddels weten die mensen heel veel van mij, maar dat heeft wel jaren geduurd.

Het was in eerste instantie niet mijn doel om mensen buiten de GGz te leren kennen. Ik was gewoon het sporten binnen de GGz een beetje zat. Het was me iets te cliënterig. In het begin voelde ik me een beetje een zonderling. Ik merkte echter al snel dat niet-cliënten ook problemen hebben. En ik ontdekte dat ‘oppervlakkige’ contacten belangrijk zijn als contragewicht. Het is fijn om contacten te hebben waarbij het niet gaat over hoe je je van binnen voelt, maar dat je het bijvoorbeeld hebt over muziek, films of politiek.


Als je eenzaamheid niet wilt voelen, uit het zich in andere dingen


Dus je contacten veranderen maar ook jijzelf. Ik ben wat zelfstandiger geworden, zodat ik dat netwerk minder nodig heb. Dat netwerk kan je problemen ook niet oplossen. Daarvoor moet je soms juist alleen zijn. Dan kan ik dichter bij mezelf komen. Overigens kent iedereen wel eenzaamheid, omdat een stuk van jezelf niet begrepen kan worden door anderen. Het hoort bij het mens zijn, het maakt wie je bent. Ik zie dat dus los van mijn kwetsbaarheid.

Je hebt wel meer te dragen als je bagage groot is. En daar kun je voor in therapie gaan, maar uiteindelijk moet je het zelf doen. De eenzaamheid onder ogen zien. En dat doet pijn. Maar als je die pijn niet wilt voelen, dan uit het zich in andere dingen. Dan word je depressief of je vlucht in de alcohol of je gaat je sociale netwerk overbelasten. En uiteindelijk kom je de pijn toch weer tegen.

Samenzijn betekent voor mij dat je ook eenzaam kunt zijn met iemand. Ik heb een keer een relatie gehad van zeven maanden. We hadden allebei een verleden in de psychiatrie en waren voortdurend bezig met elkaars gevoelens. Er was een ontzettend diepe verbondenheid, symbiotisch bijna. Je kunt dan niet verkroppen dat de ander iets heeft waar niks aan te doen is. Dan ga je met elkaar zitten meelijden en dan wordt het heel zwaar. Mijn ouders raken ook in de stress als ik zwaar zit. Samenzijn wordt makkelijker als je elkaar met rust laat in je eenzaamheid.


De realiteit is dat ik afstand nodig heb


Dus samenzijn vind ik heel belangrijk, maar het heeft een andere vorm gekregen. Vroeger was dat een relatie en een uitgebreid sociaal netwerk. Maar er zijn grenzen aan wat je kunt investeren in zo’n groot sociaal netwerk. Je kunt er niet voor iedereen zijn. Voor je het weet legt iedereen zijn pakketje bij je neer. Daarom wil ik wat meer alleen zijn. Als ik voor mezelf wil zorgen, kan ik niet de hele wereld op mijn nek nemen.

Wat betreft een intieme relatie vind ik het fysiek heel moeilijk om bij iemand te zijn. Ik zou heel graag mensen aanraken, maar ik heb een getraumatiseerd lichaam dat alarm slaat als er mensen zijn. Dieren en kinderen zijn zoals ze zijn, maar bij volwassenen speelt er van alles en blijkbaar kan ik daar niet goed tegen. Maar ook de fysieke aanraking zelf wekt teveel bij me op. Ik heb fysieke eenzaamheid nodig om rustig te blijven. Ik wil het aangaan van een relatie niet opgeven, maar ik loop wel tegen grenzen aan van wat mijn systeem aan kan.

Als ik met iemand ga samenwonen raakt mijn lichaam overprikkeld en ben ik in mijn gedachten teveel bezig met die persoon. Ik verlang wel naar een intieme relatie. Dat er iemand op je zit te wachten. Dat je met elkaar in éé n bed kunt liggen. Dat je een stuk van je zijn kunt toevertrouwen aan een ander. De realiteit is echter dat ik fysieke afstand en rust nodig heb om bij mezelf te blijven. Ik probeer daarom maar te wennen aan het idee dat ik mijn ideaal moet loslaten.


Als je op anderen wilt lijken word je ongelukkig

Dat geeft rouw, maar ook ruimte om binnen die beperking verder te denken: hoe wil ik dan wonen, hoe kan ik zo met mijn andere contacten omgaan dat ik toch krijg wat ik nodig heb. En misschien komt er ooit een maatje die ook rust nodig heeft. En misschien kunnen we wel bij elkaar op een woonboot wonen met ieder apart een ruimte. Dan kunnen we bij elkaar zijn, maar ons ook terugtrekken.

Soms denk ik wel eens dat mijn omgeving meer moeite heeft met het loslaten van het ideaalbeeld van een relatie dan ikzelf. Hoe vaak wordt er niet gezegd: ‘hoe staat het met de relatie’. Werk en relaties zijn toch de dingen waaraan je succes wordt afgemeten. En ik wil me ook voor de liefde open blijven stellen. Maar elke keer kom ik dezelfde dingen tegen. Een paar maanden geleden nog. En dan probeer je het toch. Maar het roept bij mij teveel angsten op. Dan zend ik dubbele signalen uit en die ander raakt dan verward.

Mijn nieuwe ideaal is een woonboot met een bad en beesten om me heen. Een rustige setting van waaruit ik mijn werk kan doen. En misschien een maatje kan ontmoeten die het ook prettig vindt om op zichzelf te zijn. Dat past meer bij me dan te kijken naar mijn omgeving. Waar iedereen relaties heeft, met elkaar in bed duikt en kinderen krijgt en te denken: dat moet ik ook hebben. Als je je daar telkens aan afmeet, maar je loopt telkens tegen grenzen aan, dan word je hartstikke ongelukkig.


Ideaalbeeld opgeven werkt bevrijdend


Met ideaalbeelden denk ik dat je je moet afvragen of het van jou is, of dat het te maken heeft met allerlei beelden uit de bladen en de televisie: het gezinnetje met een jongetje en een meisje in een vrijstaand huis met een auto voor de deur. Ik denk dat het veel meer gaat om wat je zelf als mens belangrijk vindt en wat past bij wat je aankunt. Daar hoort een eerlijke balans bij. Jezelf afvragen wie je bent; zitten daar dingen in waardoor ik dat ideale plaatje moet nuanceren.

Het is in het begin wel moeilijk om een ideaalbeeld op te geven. Je hebt toch het gevoel dat je faalt. En daarnaast … het gaat gewoon om diepe, menselijke behoeften. Het is wat anders dan het droombeeld opgeven dat je in een grote auto rijdt. Ik denk dat ik daar toch ook dingen in moet opgeven. Die behoefte zal blijven, alleen; hoe ga je met het gemis om? Dat is mijn uitdaging. Daarom ben ik blij dat ik in een werkomgeving zit waarin mensen me nemen zoals ik ben. Dat ik nichtjes heb waar ik zo nu en dan op bezoek ga. Dat ik dieren om me heen heb. Er is meer in het leven.

Het is niet makkelijk om je ideaal op te geven maar het is ook een bevrijding om iets op te geven wat niet werkt. Eerst denk je nog dat je beter je best moet doen, maar daar raak je uitgeput van. Het erkennen van grenzen geeft dan een beetje rust. En ik sluit niks definitief af. Het is maar net welke vorm het krijgt. Het is ontzettend cultuurbepaald. Voor je het weet word je beïnvloed door wat de grootste gemene deler is. Voor mezelf heb ik een heel waardevol leven zonder de dingen die vanuit de cultuur als belangrijk worden gezien.

Anders in Afrika

Want cultuur is relatief. Ik heb in Afrika gereisd en zonder het te idealiseren denk ik dat ik eigenlijk in Afrika geboren had moeten worden. De zon en de warmte doen me goed. Alles gaat daar rustiger. Ze zijn wat relaxter als het gaat om lijden. Dat hoort daar meer bij het leven. De maakbaarheid is beperkt en het leven vaak zwaar. Ze staan wat meer in het hier en nu. Dichter bij de natuur. Het is daar verre van ideaal en soms uiterst wreed, maar ook eenvoudiger. Je bent meer onderdeel van het grote geheel. Daar heb ik als kind heel erg naar verlangd.

Dit systeem, met alle communicatiemiddelen die er zijn, kan toch een gevoel van ontworteling met zich meebrengen. Je kunt met de tv en het computerscherm alles binnenhalen wat er in de wereld gebeurt. En als je dan al niet zo geworteld bent, dan raak je overspoeld. In Afrika eet je met elkaar rond een kampvuur en dat is waartoe je behoort. Voor mij zou dat goed zijn, maar dat ideaal behoort niet meer tot mijn leven. Ik ben hier opgegroeid en ik neem mezelf overal mee naartoe.

Als ik naar mijn primaire angst zou luisteren, dan zat ik in een hutje op de hei. Tegelijk heb ik altijd behoefte gehad om in dit systeem mijn rol te spelen en niet uitgestoten te worden. Daardoor voelde ik me gedwongen om allerlei vaardigheden aan te leren: het begrijpen van anderen, in groepen kunnen bewegen. Als je uitgestoten wordt, dan ga je nog meer vaardigheden ontwikkelen. En ik dacht: als ik daar nou maar in blijf leren, dan kom ik er wel. Nu realiseer ik me: wat past nou eigenlijk bij mij? Dan zou ik misschien juist wat minder sociale contacten moeten onderhouden.

Hoe je bent heeft betekenis

Ik vraag me soms af waarom ik te ver ben doorgeschoten. Ik denk dat het door al die communicatiemiddelen veel te makkelijk wordt om overal te zijn. Je biologie kan dat helemaal niet verwerken. Het is ook allemaal heel verleidelijk, want er wordt heel wat aangeboden aan coaching. Allemaal vanuit het maakbaarheidsideaal. Wie staat er nog stil? We zijn allemaal bezig; rennen, rennen, rennen, praten, praten, praten. Zo verschuift je geluk naar de toekomst. De Masai zijn niet bezig met: ‘over drie jaar willen we tien lemen hutjes hebben in plaats van een’. Ze gaan mee met het ritme van het bestaan

Ik denk wel dat het goed is vaardigheden te ontwikkelen die je nodig hebt, maar je moet zo af en toe de balans opmaken. Waar ben ik mee bezig? Wat ben ik aan het proberen en gaat het zo werken? En dat trok me wel aan in Afrika; je ziet daar veel sterker dat lijden bij het leven hoort. Hier leven we in een maatschappij waarbij de nadruk ligt op de maakbaarheid van het geluk. En daarvoor moet je beter best doen, anders ben je een nitwit, een nobody. Dan mis je de boot.

Maar ik merk juist dat ik veel krijg door dingen los te laten. Durf te kijken in de spiegel. Wie ben je en wat heb je nodig? Waarom ontwikkel je vaardigheden? Om doelen te bereiken? Zijn dat je eigen doelen of doelen vanuit ideaalbeelden die je ingeprent worden? Af en toe moet je even achteroverleunen en nadenken. Als je niet af en toe twijfelt, dan kun je als een slaaf achter dingen aangaan.

Dan komt er een steeds groter gat tussen waar je bent en waar je denkt naartoe te moeten gaan. Geef toe waar je kwetsbaarheden en je tekortkomingen liggen. En daar mag je heel veel tijd voor nemen. Het is niet voor niets dat er zoveel mensen met mindfulness bezig zijn, met zen-boeddhisme, met zingeving. We zijn losgeraakt van waar het in het leven om gaat. Dat het bestaan betekenis heeft. Niet in de uitkomsten, maar in hoe je bent.
Martijn, 39

Geen opmerkingen:

Een reactie posten