dinsdag 25 januari 2011

Platform MEER GGZ voor instellingen in de geestelijke gezondheidszorg

Platform MEER GGZ voor instellingen in de geestelijke gezondheidszorg

MEER GGZ vindt dat het beter moet in de geestelijke gezondheidszorg.
Effectieve behandelingen zonder wachtlijsten.
Geen wirwar van instanties en hulpverleners.
Patiënten hebben recht op effectieve zorg van de beste kwaliteit.


Volgens MEER GGZ hebben cliënten recht op duidelijkheid en op betrokken, op maat gesneden zorg,
volgens de laatste standaarden en van de beste kwaliteit.
Omdat MEER GGZ instellingen efficiënt werken gaat dat zonder bureaucratie of onnodig heen- en
weerschuiven tussen hulpverleners en daarom vaak ook tegen lagere kosten voor de zorgverzekeraar.


MEER GGZ instellingen werken transparant.
Zij lopen voorop als het gaat om het inzicht bieden in de uitkomsten van de zorg,
de mate van tevredenheid van hun patiënten, en van de daarbij behorende kosten.




Verder ijvert MEER GGZ bij zorgverzekeraars, de Nederlandse Zorgautoriteit
en bij de politiek voor het overstappen van het huidige, ingewikkelde bekostigingsmodel
naar prestatiebekostiging: instellingen moeten betaald krijgen voor wat ze leveren,
en getoetst worden op hun kwaliteit. Nog steeds betalen zorgverzekeraars vele miljoenen
te veel voor inefficiënte, ineffectieve of veel te trage zorg, zonder dat daarin veel verbetering of vooruitgang te zien is.




De instellingen die verenigd zijn in MEER GGZ richten zich bovendien op innovatie: de nieuwste behandelmethoden,
zoals bijvoorbeeld elektronische hulpverlening via e-mental healthprogramma’s.


Een overzicht van de ondernemingen en instellingen die zijn aangesloten bij MEER GGZ vindt u bij ledeninfo.

Hart aan het werk: De ware revolutie vindt niet plaats in je hoofd

Hart aan het werk: De ware revolutie vindt niet plaats in je hoofd

De ware revolutie vindt niet plaats in je hoofd

... maar in je hart. Als je je hart vindt, heb je jezelf gevonden. Open je hart.

Met deze woorden drukte een ervaringsdeskundige uit waar voor haar de weg naar herstel begint. En een andere spreker, hij is arts bij I-Psy, vertelde dat hulpverleners 3 dingen in de gaten moeten houden: 1) empathie, 2) empathie en 3) empathie ... Zonder inlevingsvermogen is er veel kans op miscommunicatie. Ontvang iedereen met een open blik, open armen en geef hen het gevoel dat je er voor ze bent, aldus dokter Hasrat.

Dit was op een lunchbijeenkomst op 21 januari 2011 in het stadhuis van Den Haag. Thema: Allochtonen en beeldvorming binnen de geestelijke gezondheidszorg. GGZ Bereikbaar voor alle Hagenaars?! Meer informatie:Haags Platform.

GGZ cliënten kunnen hier anoniem hun mening geven over hoe zij hun (aangeboden) hulp en ondersteuning ervaren! WMO vanuit cliëntperspectief!

www.ervaringswerker.nl

http://bit.ly/dRKegR

(O)GGz Spiegel

Deze vragenlijst bestaat uit ongeveer vijftig vragen over de hulp en dienstverlening in uw omgeving.

De vragenlijst
Bij de meeste vragen kunt u een antwoord kiezen, bijvoorbeeld ja, nee, weet niet of niet van toepassing. U kiest het antwoord dat het beste bij u past. Bij elk onderwerp kunt u een toelichting geven. De vragen gaan over zes onderwerpen: keuzemogelijkheden, toegankelijkheid, persoonlijke en actieve benadering, samenwerking, eigen keuzes maken en inspraak in het gemeentebeleid. Bovenaan elke pagina staat een korte toelichting op het betreffende onderwerp.
De vragenlijst eindigt met enkele algemene vragen.

Resultaten (O)GGz Spiegel
De resultaten van deze vragenlijst worden door uw Regionale Cliëntenorganisatie gebruikt om aanbevelingen te doen over de hulp en dienstverlening in uw omgeving. Daarom is het belangrijk dat wij weten in welke gemeente u woont. U kunt de ontwikkelingen van de (O)GGz Spiegel bijhouden via de website van het Landelijk Platform GGz.

Uw deelname is anoniem
De vragenlijst wordt verwerkt door het Landelijk Platform GGz in samenwerking met de Regionale Cliëntenorganisaties. Zij garanderen dat uw antwoorden anoniem worden verwerkt in de rapportages.

Namens uw Regionale Cliëntenorganisatie en het Landelijk Platform GGz, willen wij u bij voorbaat hartelijk danken voor uw medewerking!

zondag 23 januari 2011

OGGz-spiegel.pdf (application/pdf-object)

OGGz-spiegel.pdf (application/pdf-object)

(O)GGz Spiegel = Wmo vanuit cliëntenperspectief

Cliënten toetsen gemeentelijk Wmo-beleid én gemeenten krijgen feedback, waarmee ze hun hulp- en
zorg aan burgers kunnen verbeteren. Dat is de kern van het landelijke samenwerkingsproject de
(O)ggz-spiegel. Het Provinciaal GGz-Cliëntenplatform Groningen werkt in onze regio mee aan dit project.
Met dit project willen we bereiken dat gemeenten een Wmo-beleid gaan (uit)voeren dat door de doelgroepen
zélf wordt gedragen. Tot die doelgroepen behoren mensen met een (ex-) psychiatrische problematiek,
dak- en thuislozen, verslaafden en mensen in de maatschappelijke opvang. Wat vinden zij
zelf nu van dat gemeentelijk beleid? Wat hebben ze nodig? En weet de gemeente dat eigenlijk
wel? Dit najaar zijn wij begonnen met het bestuderen van beleid en het afnemen van interviews.

Aanpak
De vrijwilligers van het Provinciaal GGz-Cliëntenplatform Groningen toetsen het Wmo-beleid met vragenlijsten
die door Movisie zijn ontwikkeld. De vragenlijsten zijn gebaseerd op criteria die door de
doelgroepen zélf zijn aangedragen. Voor gemeenten biedt dit project een unieke gelegenheid om de
soms moeilijk bereikbare (O)GGz-doelgroepen te raadplegen en te betrekken bij gemeentelijk beleid.

Voor wie?
In de (O)GGz-spiegel staan mensen met psychiatrische of psychosociale problematiek centraal. Het
gaat om hún wensen en behoeften op het gebied van ondersteuning en participatie. U kunt denken
aan mensen met een psychiatrische stoornis of verslavingsproblematiek, maar ook aan mensen die te
maken hebben met huiselijk geweld, dak- en thuislozen en probleemgezinnen. Het gaat om mensen
die veelal zelfstandig wonen of in zorginstellingen. We onderzoeken wat gemeenten voor deze mensen
doen, hoe deze burgers de uitvoering van het beleid ervaren en wat verbeterd kan worden.

Waarom is dit nodig?
Gemeenten hebben anno 2010 meer verantwoordelijkheden voor mensen met psychiatrische of psychosociale
problematiek dan pakweg tien jaar geleden. Sinds 2007 is de Wmo van kracht. Gemeenten
dienen ál hun burgers ondersteuning te bieden bij participatie. Die opdracht is nog zwaarder gaan
wegen nu de toegang tot begeleiding uit de AWBZ is verscherpt en gemeenten de gevolgen daarvan
moeten oplossen. Voor mensen met psychosociale problematiek ligt de verantwoordelijkheid voor de
vroegere AWBZ-begeleiding zelfs geheel bij gemeenten.

(O)GGz-doelgroep onbekend
Veel gemeenten zoeken nog hoe zij deze (nieuwe) taken voor deze (nieuwe) doelgroepen inhoud
moeten geven. De (O)GGz-doelgroep is voor hen nog relatief onbekend. Daarbij komt dat de doelgroep
soms moeilijk bereikbaar is. De mensen om wie het gaat blijven zo buiten beeld en hun wensen
en belangen onderbelicht. De (O)GGz-spiegel helpt om de behoeften en ervaringen van deze doelgroep
in kaart te brengen én om gemeenten aan te sporen het Wmo-beleid meer cliënt gericht te maken.

Wat heeft de gemeente eraan?
Gemeenten en belangenbehartigers krijgen met de (O)ggz-spiegel feedback van doelgroepen op het
gemeentelijk Wmo-beleid en de uitvoering daarvan. De resultaten bieden aanknopingspunten om
samen in gesprek te gaan over gewenste verbeteringen. De resultaten kunnen per gemeente worden
vergeleken met het landelijk gemiddelde: op welke onderdelen doen wij het goed en op welke onderdelen
(nog) niet? Gemeenten kunnen gebruik maken van de kennis en ervaring binnen de doelgroepen.
Op deze manier houden cliënten de gemeente(n) daadwerkelijk een spiegel voor.

Wat hebben onze doelgroepen eraan?
Een ander belangrijk resultaat van dit project is empowerment van de doelgroepen. Vrijwilligers van
het Provinciaal GGz-Cliëntenplatform Groningen krijgen ondersteuning en training bij het uitvoeren
van onderzoek en belangenbehartiging. Het feit dat zij zélf actief aan de slag gaan met het gemeentelijk
beleid past dan ook helemaal in de Wmo-gedachte.

Samenwerking
De (O)GGz-spiegel is een samenwerkingsproject van het Landelijk Platform GGz en Cliëntenbond-
Vo!ce, de koepel van regionale cliëntenorganisaties. Gezamenlijk vertegenwoordigen we circa
850.000 mensen die jaarlijks een beroep doen op de GGz of OGGz. In het Programma Lokale Versterking
van het Landelijk Platform GGz is de afgelopen jaren een basis gelegd voor de participatie
van de (O)GGz-doelgroepen in gemeentelijk beleid. Bij de ontwikkeling van de vragenlijsten en de
verwerking van de resultaten werken we samen met MOVISIE.

Wilt u meewerken aan dit onderzoek ?
Heeft u ervaring met (O)GGz-problematiek en wilt u ook dat er bij het beleid in uw gemeente rekening
wordt gehouden met de wensen en behoeften van de doelgroep, meldt u dan aan voor een interview.
U kunt u aanmelden door uw naam, adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer aan ons door te
geven. U kunt deze gegevens sturen naar:

Zorgbelang Groningen
t.a.v. G Rozeboom
Antwoordnummer 2911
9700 WR Groningen.

Een postzegel is niet nodig. Er wordt door een vrijwilliger van het Provinciaal GGz-Cliëntenplatform
Groningen contact met u opgenomen voor een afspraak.
NB: Bij dit artikel is gebruik gemaakt van teksten van Cliëntenbelang Amsterdam

dinsdag 18 januari 2011

Verstandelijk beperkte cliënt al 3 jaar vastgeketend: ‘Een alternatief’ | Psychiatrie Nederland

Verstandelijk beperkte cliënt al 3 jaar vastgeketend: ‘Een alternatief’ | Psychiatrie Nederland

Al drie jaar lang leeft de 18-jarige Brandon vastgebonden aan de muur van zijn kamer. De jongen woont op ‘s Heeren Loo, een instelling voor verstandelijk beperkten. Het personeel is bang voor Brandons onvoorspelbare gedrag en daarom zit hij vast.

Dat zegt een medewerkster van ‘s Heeren Loo die de situatie van Brandon zo ernstig vindt dat ze besloten heeft met haar verhaal naar buiten te komen. Ook zendt Uitgesproken EO vanavond schrijnende beelden uit van Brandons situatie. Naar aanleiding van de kwestie vraagt de PVDA een spoeddebat aan.

Vast aan een riem

In 2007 besluit ‘s Heeren Loo dat Brandon elke dag met een tuigje en een riem aan de muur geketend moet worden. Al drie jaar is Brandon niet meer in de buitenlucht geweest. Zijn bewegingsvrijheid is anderhalve meter, de lengte van de riem. De jongen verblijft in een lege, kille kamer die nog het meeste weg heeft van een isoleercel.

In de uitzending

In de uitzending van Uitgesproken EO een schokkende reportage over de situatie van Brandon en reacties vanuit de politiek. In de studio een gesprek met Wim Drooger van PlatformVG en Frank van der Linden, regiomanager van ‘s Heeren Loo.

bron: EO Uitgesproken

Geestelijke Gezondheidszorg

In Nederland zijn naar schatting enkele tientallen cliënten van GGz of VGZ instellingen jarenlang opgesloten. Deze cliënten zijn veelal onhandelbaar en vertonen dermate agressief gedrag naar verpleegkundig personeel dat langdurige separatie noodzakelijk blijkt te zijn. Er wordt in het beginstadium nog geprobeerd om vrijheden op te bouwen en zo langdurige isolatie te voorkomen. Het blijkt vaak dat personeel en cliënt hier niet adequaat mee om gaan en snel de handdoek in de ring gooien.

In diverse instellingen in Nederland blijkt het noodzakelijk deze cliënten langdurig te isoleren om zo (ernstige) agressie en beschadiging van zichzelf en omgeving te voorkomen. Verpleegkundigen die werkzaam zijn met deze doelgroep komen nogal eens met ethische dilemma’s in de knoop. Mag je als instelling of verpleegkundige iemand zolang in zijn vrijheid beperken? Welke kwaliteit van leven kun je deze cliënten zo nog bieden? Maar bovenal: welke alternatieven zijn nu daadwerkelijk goed onderzocht en geprobeerd?

Alternatieven

Als verpleegkundige op een afdeling waar veel separaties voorkomen is het van belang om alternatieven weloverwogen geprobeerd te hebben alvorens tot (langdurige) separatie over te gaan. Het verpleegkundig personeel is in tegenstelling tot bijvoorbeeld een behandelend psychiater 24-uur per dag betrokken bij de cliënt en kan veranderingen in gedrag direct opmerken en hier actie op ondernemen.

Op diverse psychiatrische afdelingen in Nederland zijn speciale begeleiders aangenomen die een groot deel van de dag een agressieve of langdurig gesepareerde cliënt zeer intensief kunnen begeleiden. Dit zijn de zogeheten FZB-ers, de Fysieke Zorg Begeleiders. Deze worden door GGz instellingen aangenomen om langdurig agressieve en gesepareerde cliënten toch te voorzien van de noodzakelijke zorg. De FZB-ers worden tevens ingezet om het verpleegkundig personeel ‘fysiek’ bij te staan bij de begeleiding van deze cliënten. Een eis in de functieomschrijving van de FZB-er is o.a. een goede fysieke conditie, in de praktijk houdt dit in dat het sportschool typ hier met name op af komt, daar dit nodig is om deze cliënten fysiek te kunnen begeleiden maar met passende professionaliteit.

Casus Brandon

De FZB-er wordt juist ingezet voor complexe psychiatrische problematiek waarbij langdurige separatie in verband met explosieve en onvoorspelbare agressie noodzakelijk geacht wordt. In EO Uitgesproken kwam naar voren dat de verpleegkundigen in de instelling waar Brandon verblijft bang voor hem zijn en dat angst regeert. Om deze verpleegkundigen bij te staan zou een FZB-er overwogen kunnen worden om Brandon zo toch voldoende vrijheid terug te kunnen geven.

De verpleegkundigen kunnen in de ideale situatie samen met de FZB-ers met Brandon naar buiten om bijvoorbeeld een potje te gaan voetballen. De verpleegkundigen worden hierdoor ontlast van de fysieke alertheid en agressie, dit word onder toeziend oog van een verpleegkundige te taak van de FZB-er en zal de vertrouwensrelatie zo veel mogelijk herstellen. Het kostenplaatje kan een belemmering zijn om deze FZB-ers in te schakelen. Er zal een manier gevonden moeten worden om dit uit een eventueel Persoonsgebonden Budget of AWBZ regeling te betalen. Het kan ook betekenen dat de instelling waar Brandon verblijft zelf een investering moet doen om hem een zo volwaardig mogelijk bestaan te kunnen bieden. Iets dat een jongen van net 18 jaar niet zomaar ontnomen kan en mag worden.

Arne Rijkeboer | Psychiatrie Nederland | 18 januari 2011

Wilt u reageren of kent u andere alternatieven? U kunt onder dit bericht reageren.

zondag 16 januari 2011

FACTSHEET MEDISCHE ZORG VOOR DAK- EN THUISLOZEN EN ZWERFJONGEREN

http://www.google.com/url?sa=t&source=web&cd=1&ved=0CBgQFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.prvmz.nl%2Fcms_file.php%3FfromDB%3D498%26forceDownload&rct=j&q=FACTSHEET%20MEDISCHE%20ZORG%20VOOR%20DAK-%20EN%20THUISLOZEN%20EN%20ZWERFJONGEREN&ei=vxIzTYHeHcnCswbO9ZSlCg&usg=AFQjCNE1TVTMyECj4KeHahTO2qsjaJ--eQ&sig2=oJs7KJURnyUUWB5kz-oxmg&cad=rja

Medische zorg voor dak- en thuislozen en zwerfjongeren in
Noord-Brabant
Achtergrond
Medische zorg is niet altijd goed toegankelijk voor dak- en thuislozen, zwerfjongeren, verslaafden, (ex)
psychiatrische patiënten, ex-gedetineerden en/of mensen die illegaal in Nederland verblijven. Zij zijn niet
ingeschreven bij een huisarts, hebben een slechte band met hun huisarts of andersom, zij zijn onverzekerd
en/of vertonen zorgvermijdend gedrag. Een kwalitatief goede en daarmee voor iedereen goed toegankelijke
gezondheidszorg is een kwestie van sociale rechtvaardigheid en zorgverzekeraars hebben een zorgplicht.
Het blijkt dat de mobiliteit bij onder andere dak- en thuislozen laag is. Ze hoppen niet snel van de ene naar de
andere stad. Qua voorzieningenstructuur zijn ze dus verbonden aan de omgeving waar ze verblijven. Gezien
de omvang van deze groepen en het in grote mate aangewezen zijn op medische basisvoorzieningen in een
wijk, buurt of stad, bestaat behoefte aan een vernieuwde wijkgerichte c.q. locatiegebonden werkwijze in de
zorg voor deze groepen.
Omvang problematiek
De Brabantse steden en dorpen tellen steeds meer dergelijke kwetsbare burgers. Zowel hun aantal als de
ernst van hun kwetsbaarheid neemt toe. De provincie Noord-Brabant telt bijna 14.000 inwoners met ernstige
problemen. Slechts 2100 van deze mensen staan ingeschreven bij maatschappelijke opvang. Verder tellen
we 2730 daklozen, 650 zwerfjongeren en 8450 moeilijk te bereiken mensen die wel zelfstandig wonen maar
dreigen te verkommeren, de zogeheten ‘stille problematiek’. Tenslotte is er een grote groep openbare
geestelijke gezondheidszorg doelgroep: personen die nog niet in beeld zijn, maar waarvan vaststaat dat zij
kampen met ernstige problemen op meerdere levensgebieden. Dit zijn in Brabant ruim 18.000 mensen.
(Bron: Brabant geeft thuis, een gebundelde aanpak voor Brabantse dak- en thuislozen, NEOS)
Voorbeeld 1: de straatdokter en streetnurse in de gemeente Eindhoven
In de gemeente Eindhoven loopt sinds 2006 het zogenoemde Straatdokterproject waarin een huisarts en de
nurse practitioner (np) van deze huisartsenpraktijk een centrale rol spelen doordat ze op meerdere bekende
en gemakkelijk te bereiken locaties spreekuren houden voor dak- en thuislozen. Want wil je de doelgroep
bereiken dan moet je naar de mensen toegaan en je moet ze veiligheid kunnen garanderen. De np is een
specifiek opgeleide verpleegkundige die spreekuur houdt voor patiënten met vaak voorkomende klachten
zoals keelpijn, oorpijn, huiduitslag of rugklachten. De huisarts en np werken als koppel. Voor deze vorm is
gekozen omdat er veel situaties voorkomen die qua zorgvraag te complex zijn voor een np alleen. In dit
Straatdokterproject werkt het plaatselijk gezondheidscentrum Gestel-Midden samen met de gemeente en de
GGD. Het project levert een aanzienlijke verbetering op in de toegang en het gebruik van zorg door dak- en
thuislozen uit de regio. Door de samenwerking met andere instanties kan
de straatdokter ook helpen bij het oplossen van niet-lichamelijke
problematiek, zoals vragen op het gebied van inkomen, onderdak of
middelengebruik. De inzet van np als ‘street nurses’ geeft een extra
dimensie aan de zorg en leidt bovendien tot kostenbesparing, zo bleek uit
een onderzoek van de universiteit van Maastricht. Een basisvoorwaarde
voor succes is de samenwerking met andere instanties en de mogelijkheid
voor acute opvang bij zorgvragen.
Voorbeeld 2: spreekuren in de gemeenten ’s-Hertogenbosch en Tilburg
Eind 2009 is er vanuit de GGD Hart voor Brabant een nurse practitioner (np) aangesteld voor de gemeenten
’s-Hertogenbosch en Tilburg. In ’s-Hertogenbosch werkt de np voor het Centrum voor Trajectbegeleiding, een
samenwerkingsverband van maatschappelijk werk, verslavingszorg, GGZ en maatschappelijke opvang. De
basisfilosofie is dat basiszorg voor iedereen toegankelijk is; niemand mag uitgesloten worden van zorg. De np
vormt de brug ter voorkoming dat mensen uitgesloten worden in het medische circuit. De somatische
problemen van de doelgroep veranderen onder andere door het ouder worden. Tot nu toe bleven mensen
verstoken van medische zorg, omdat zij zelf niet naar de huisarts gaan. De n.p. begeleidt de mensen naar de
huisarts.
In Tilburg heeft de np wekelijks spreekuren op locatie bij Taverse, de maatschappelijke opvang. Voor deze
spreekuren werkt ze nauw samen met een huisarts, die tevens huisartsencoördinator voor deze doelgroep is.
Deze sociaal medische zorg voor de dak- en thuislozen wordt in 2010 als pilot uitgevoerd en het
achterstandsfonds van de huisartsen heeft hiervoor subsidie verstrekt. De np screent dak- en thuislozen op
basale medische onderzoeken, hiervoor is een screeningsformat ontwikkeld. De np heeft regelmatig een
casuïstieke terugkoppeling met de huisarts om niet over haar grenzen te gaan..
Over onverzekerden die medische zorg nodig hebben overlegt de np met de betreffende gemeente en
zorgverzekeraars (het is natuurlijk van belang om te weten wat de reden voor het niet verzekerd zijn is) om
samen naar een pragmatische oplossing te zoeken. Als een onverzekerde persoon (oude) schulden heeft bij
de zorgverzekeraar dan legt de np contacten met samenwerkingspartners, waaronder de sociale dienst.
Schulden staan dan de verzekering niet in de weg. In het algemeen geldt, dat voor een basisverzekering geen
wachttijd is en dus een basisverzekering per direct (d.w.z. met terugwerkende kracht) geregeld kan worden.
Wie pakt de medische zorg op?
Uit de voorbeelden blijkt dat de maatschappelijke opvang én de gemeente een centrale rol spelen om de
medische zorg toegankelijk te maken. Uit het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (2006) voor
centrumgemeenten is het Stedelijk Kompas ontstaan. Het Stedelijk Kompas richt zich op het verminderen van
het aantal dak- en thuislozen, de doorstroming naar een zo zelfstandig mogelijk bestaan en verbetering van
de kwaliteit van leven van de gehele doelgroep en het verminderen van overlast. Gemeenten krijgen hierdoor
meer verantwoordelijkheden en moeten zelf zorgen voor een adequate signalering en toeleiding naar de zorg.
Het Stedelijk Kompas hoort binnen gemeenten bij de afdeling die verantwoordelijk is voor de Wet
maatschappelijke ondersteuning. Gemeenten moeten samen met bijvoorbeeld GGD’en, zorgkantoren,
plaatselijke gezondheidscentra en woningcorporaties tot afspraken komen om medische basiszorg voor daken
thuislozen vorm te geven. Belangrijk is dat een persoonsgerichte aanpak voor deze doelgroep voorop
staat die gericht is op een sluitende samenwerking, onderling vertrouwen en een oplossingsgerichte
werkhouding. Dé dakloze bestaat niet. Verschillen leiden ertoe dat oplossingen steeds anders kunnen zijn.
Nadere informatie
· Voor meer informatie over de implementatie van Nurse Practitioners en Physician Assistents in de
eerste lijn en het onderzoek van de universiteit van Maastricht kunt u contact opnemen met Stichting
Kwaliteit en Ontwikkeling Huisartsenzorg (Stichting KOH), tel.: 040-2380720 of e-mail:
info@stichtingkoh.nl.
· Voor meer informatie over de inhoud van het voorbeeld van de gemeente Eindhoven kunt u contact
opnemen met dhr. Peter Meulesteen, huisarts, Gezondheidscentrum Gestel Midden, tel.: 040-
2519950 of e-mail: pmeulesteen@ezorg.nl.
· Voor meer informatie over de inhoud van de voorbeelden van de gemeenten ’s-Hertogenbosch en
Tilburg kunt u contact opnemen met mevr. Connie Rijlaarsdam, nurse practitioner, GGD Hart voor
Brabant, tel.: 073-6404500 of e-mail: c.rijlaarsdam@ggdhvb.nl.
· Wilt u hulp bij het lokaal bij elkaar brengen van partijen uit de eerste lijn? Neem dan contact op met
Robuust, regionale ondersteuningsstructuur voor Zuid-Nederland, tel.: (040) 294 99 77 of e-mail:
info@rosrobuust.nl.
· Voor informatie over deze factsheet kunt u terecht bij de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid
en Maatschappelijke Zorg. Tel. 073-6120766 of email: info@prvmz.nl

woensdag 12 januari 2011

Ongeloof GGZ-beweging over afwijzing subsidie

Ongeloof GGZ-beweging over afwijzing subsidie

Ongeloof GGZ-beweging over afwijzing subsidie

Let op: opent in een nieuw venster PDFAfdrukkenE-mail

Vol ongeloof hebben GGZ-organisaties gereageerd op de afwijzing door VWS van een subsidieverzoek over verbetering van de zorg. Voor de tweede maal bood het ministerie de mogelijkheid om projecten in te dienen met een looptijd tot 4 jaar, een unicum in de patientenbeweging. 13 organisaties verenigd in het LPGGZ, waaronder Ypsilon, besloten de handen ineen te slaan en kwamen met een gezamenlijke aanvraag die echter op de drempel van 2010 werd afgewezen. “Onbegrijpelijk,”, reageerden de organisaties vandaag op een gezamenlijke bijeenkomst die meer zicht moest bieden op de afwijzingsgronden.

Vooral de argumentatie van de afwijzing zet kwaad bloed. “De beoordelende programmaraad vond de inbreng van cliënten te laag. Maar de aanvraag is nota bene vanuit cliënten zelf is bedacht”, aldus directeur Marjan ter Avest van het Landelijk Platform GGz op de bijeenkomst. Ook de andere afwijzingsgrond slaat de plank volkomen mis. Uit het project zou volgens te weinig samenwerking spreken. “Daarmee gaan de raad en de minister volkomen voorbij aan de beweging die de laatste jaren is ontstaan. In mijn 17 jaar bij Ypsilon heb ik nog nooit een zo intensieve samenwerking gezien en deze projectaanvraag is daarvan juist het bewijs”, vult Ypsilondirecteur Bert Stavenuiter aan.

“Eén telefoontje van de raad had alle vragen zo de wereld uit kunnen helpen”, denkt Ter Avest. “Maar de afwijzing ontneemt ons ook de mogelijkheid om zaken nog te verduidelijken. We kunnen alleen in beroep en dat gaan we dus ook doen.” Maar zelfs als het project later alsnog wordt toegekend, is 2011 voor de organisaties een verloren jaar omdat pas in 2012 weer projectgelden vrij komen.

De situatie van Ypsilon illustreert het probleem waarvoor meer GGZ-organisaties zich nu geplaatst zien. “Na succesvol protest behield Ypsilon het recht op basissubsidie, maar werd wel gemeld dat deze zou worden verlaagd. Maar van korting mochten we toen niet spreken, vond het ministerie, omdat er een meerjarenpot beschikbaar kwam die ‘typisch bedoeld zou zijn voor innovatieve organisaties als Ypsilon’. We zouden er zelfs meer geld aan over kunnen houden. Niet dus. In de eerste ronde dienden we 7 aanvragen in die alle werden afgewezen en werd er aangestuurd op samenwerkingsprojecten. In deze tweede ronde deden we dat, maar vangen we weer bot. Dat betekent dat we de huidige vacature niet kunnen opvullen en een aantal geplande projecten moeten ophouden tot er zicht is op financiering. Wat een sof. Wat een verspilling van energie.”

Bron: ypsilon.org