dinsdag 28 september 2010

Wmo biedt te weinig steun aan ggz-cliënt (Psy 2010)

Wmo biedt te weinig steun aan ggz-cliënt

Bron: http://www.psy.nl/fileadmin/files/psyarchief/Files_2004/Wmo__gebrek_aan_psychiatrische_kennis_bij_gemeenten.pdf

Ggz-cliënten profiteren nog veel te weinig van de voorzieningen die de gemeente via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) biedt. Ze blijken zelfs minder specifieke aandacht te krijgen dan voorheen.

Een belangrijk doel van de in 2007 ingevoerde Wmo is om meer mensen te laten meedoen in de samenleving. Gemeentes moeten hun inwoners daarvoor op maat ondersteuning bieden. Van de burger en zijn netwerk wordt een eigen verantwoordelijkheid verwacht om actief hulp te zoeken. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onderzocht hoe het staat met de invoering van de participatiewet en presenteerde onlangs het evaluatierapport Op weg met de Wmo.
Weinig feeling
Het SCP concludeert dat gemeenten heel behoorlijk op weg zijn met de invoering van de Wmo. Belangrijk knelpunt is echter dat ze ‘de kleine doelgroepen’, onder wie psychiatrische patiënten, dak- en thuislozen en verslaafden onvoldoende bereiken. Een flink deel van deze groep heeft de weg naar het Wmo-loket nog niet gevonden. Ze beschikken vaak niet over de vaardigheden die nodig zijn om gemeentelijke ondersteuning te krijgen. Bovendien zijn psychiatrische patiënten slechts in de helft van de Wmo-raden vertegenwoordigd. Dak- en thuislozen en verslaafden zitten zelden in deze raden.
Individuele ondersteuningGoedbeschouwd pakt de Wmo voor cliënten met een psychiatrische handicap zelfs negatief uit, zo blijkt uit het SCP-rapport. Het aantal gemeenten dat specifiek beleid voert voor deze doelgroep is sinds de invoering van de Wmo gedaald van 55 procent tot 31 procent. De verklaring daarvoor is dat bij ondersteuning op maat, zoals de Wmo die beoogt, het niet uitmaakt tot welke doelgroep iemand behoort. Het gaat immers om de behoefte van het individu. In veertig procent van de gemeenten vinden cliëntenorganisaties dat mensen met psychiatrische- of verslavingsproblemen, alsmede dak- en thuislozen onvoldoende aandacht krijgen. Medewerkers van het Wmo-loket zouden te weinig feeling hebben voor mensen met een psychiatrische achtergrond.
Minder afwachtend
De eigen verantwoordelijkheid van de burger om op zoek te gaan naar hulp is voor cliënten uit de psychiatrie lang niet altijd makkelijk te verwezenlijken. Minder vaak dan bijvoorbeeld cliënten met een verstandelijke handicap beschikken ze over een netwerk dat ze daarbij kan helpen. Gemeenten zouden zich minder afwachtend moeten opstellen en deze groepen actiever moeten benaderen, vinden de onderzoekers. Ze doen te weinig voor mensen die moeilijk contacten leggen. Terwijl de Wmo er juist op gericht is deze mensen bij de samenleving te betrekken. (ML)

Lees hier het rapport Op weg met de Wmo; Evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2007-2009

"Gemeenten hebben geen benul van psychiatrie (Psy 2004)"

Gemeenten weten niet wat psychiatrische
patiënten nodig
hebben. 

Citaten afkomstig van http://www.psy.nl/fileadmin/files/psyarchief/Files_2004/Wmo__gebrek_aan_psychiatrische_kennis_bij_gemeenten.pdf 

"Gemeenten kunnen vrij
gemakkelijk stoeptegels verleggen zodat trottoirs toegankelijk
worden voor rolstoelgebruikers. Maar voor
integratie van mensen met een psychische handicap
komt veel meer kijken. Deze mensen kampen met specifieke
problemen, bijvoorbeeld gebrek aan initiatief,
onvermogen om te communiceren, slechte concentratie,
achterdocht en gebrek aan ziekte-inzicht. De
meesten vragen niet snel zelf om zorg, begeleiding en
ondersteuning. De samenleving accepteert mensen met
een psychische handicap nog lang niet. Algemene
voorzieningen zijn voor hen slecht toegankelijk.
Gemeenten moeten daar wel voor gaan zorgen, maar
nu hebben ze die deskundigheid nog niet in huis. Ggz-cliënten
zullen te weinig ondersteuning krijgen. Ze
raken geïsoleerd, vereenzamen en worden steeds zieker.
Het risico is reëel dat ze uiteindelijk weer terugkeren
naar de instelling, of ze komen op straat terecht."

" Beleidsmedewerker Liesbeth van Eijndhoven: ‘Voor
veel psychiatrische patiënten is ondersteunende en
activerende begeleiding noodzakelijke zorg om zelfstandig
te kunnen wonen. Daar hebben ze recht op.
Dat recht wordt nu omgezet in een voorziening. Of ze
die krijgen hangt af van het belang dat gemeenten
eraan hechten.’ GGZ Nederland pleit daarom voor
oormerking van het geld voor ondersteuning van mensen
met psychische problemen. Ook cliëntenorganisaties
in de ggz willen dat. Liesbeth Reitsma, voorzitter
van de cliëntenradenorganisatie LPR: ‘Het is voor psychiatrische
patiënten onzeker wat ze krijgen. Wij zullen
een enorme slag moeten maken om op lokaal
niveau volwaardig te kunnen onderhandelen met gemeenten
over de inhoud van het voorzieningenpakket.
Ik zie dat somber in. In veel regionale cliënten- en
patiëntenplatforms zijn psychiatrische patiënten niet
vertegenwoordigd. Zij worden daar niet vaak voor
gevraagd. Dat ligt ook aan de aard van hun stoornis.
Vaak zijn ze niet zo communicatief. Daarom is het zo
jammer dat er te weinig in de samenleving wordt
geïnvesteerd om psychiatrische patiënten te accepteren."

"Thea Over is
directeur van RODAS, de regionale instelling voor
dagbesteding, scholing en arbeid regio Haarlem, van
ggz-instelling De Geestgronden.:‘Ik wil wel meedoen als
gemeenten activiteiten aanbesteden. Dat doen we
trouwens al. Ik zie wel de gevaren van deze wet, vooral
als het geld niet geoormerkt wordt - dat moet
natuurlijk wel - maar gemeentelijke financiering hoeft
niet slecht te zijn. Je bent inderdaad afhankelijk van
gemeentelijke willekeur, maar de centra zijn nu afhankelijk
van de willekeur van ggz-instellingen. De ene
instelling besteedt veel meer geld aan dagbesteding,
arbeidsprojecten en trajectbegeleiding dan de andere.
Ggz-instellingen zullen een deel van hun budget moeten
afstaan aan gemeenten en hun deskundigheid
moeten overdragen en inzetten. Je zult gemeenten
moeten informeren over de noodzaak van deze voorzieningen.
Dat is de plicht van elke ggz-bestuurder.
Wijs gemeenten maar op mogelijke gevolgen, bijvoorbeeld
in verband met overlast, als psychiatrische
patiënten niet goed worden ondersteund.’

woensdag 15 september 2010

Helpt de GGZ? Informatiebijeenkomt over ROM? DaaROM!

Helpt de GGZ?

Uitnodiging voor informatiebijeenkomst over ROM op 12 oktober 2010
speciaal voor cliënten, verwanten, leden van cliënten- of familieraden, ervaringsdeskundigen

Attentie
De eerste informatiebijeenkomst voor cliënt- en familievertegenwoordigers over ROM vond plaats op 15 juli jl.. De belangstelling voor deze bijeenkomst bleek zeer groot te zijn. Daarom is er voor gekozen om deze informatiebijeenkomst te herhalen op 12 oktober a.s..

Het meten van het effect van de behandeling
Jaarlijks doen bijna een miljoen Nederlanders voor korte of langere tijd een beroep op de ggz. Het is de kunst om er voor te zorgen dat elke cliënt de juiste behandeling krijgt. Wat werkt het best voor welke cliënt?
De komende jaren gaan ggz-instellingen daarom voortvarend aan de slag met het meten van de effecten van de behandeling.
• De cliënt krijgt inzicht in het verloop van de behandeling: “Ga ik er op vooruit?”
• De behandelaar: “Zit ik samen met de cliënt op het goede spoor?”
• De ggz-instelling: “Welke behandeling heeft de beste resultaten?”
• De zorgverzekeraar: “Wordt het ggz-budget goed besteed?”
• VWS: “Is de ggz een goede investering?”

ROM
Het meten van de effecten van de behandeling gaat plaatsvinden door routine outcome monitoring, kortweg ROM. Dit betekent dat aan het begin van de behandeling, tijdens en op het einde aan de cliënt gevraagd wordt om een vragenlijst in te vullen, zodat vastgesteld kan worden of de behandeling het bedoelde effect heeft.

GGZ Nederland, LPGGz en LOC
GGZ Nederland verwacht veel van ROM. Op basis van de uitkomsten kunnen behandelingen verbeterd worden, maar kan ook de betekenis van de ggz beter in beeld gebracht worden.
Het Landelijk Platform GGz cliënten- en familieorganisaties, kortweg LPGGz en LOC-zeggenschap in de zorg hechten ook veel waarde aan ROM. Cliënten krijgen hierdoor meer inzicht in het verloop van de behandeling en kunnen daardoor eventueel tussentijds in overleg met de behandelaar de behandeling bijsturen of overstappen naar een andere behandeling als zij niet tevreden zijn over de voortgang.

Informatiebijeenkomst
Voor het meten van de effectiviteit van de behandeling is de medewerking nodig van de behandelaren, maar met name van cliënten. Zij zullen immers de ROM-vragenlijst in moeten vullen. Om deze reden organiseren GGZ Nederland, LOC en het LPGGz op dinsdag 12 oktober a.s. voor de tweede keer een informatieve bijeenkomst over ROM speciaal voor cliënten, verwanten, leden van cliënten- of familieraden, ervaringsdeskundigen. Het programma is deels hetzelfde als tijdens de informatiebijeenkomst van 15 juli jl., die overtekend was.

Programma
9.30 uur Inloop
10.00 uur Welkom
Wat is ROM en waarom ROM?
11.00 uur Korte pauze
11.15 uur Een praktijkvoorbeeld
12.15 uur Lunch
13.00 uur Ervaringen delen
Ambassadeurschap voor ROM
15.00 uur Afsluiting met een drankje

Toegang
Gratis

Locatie
Amersfoort, bij GGZ Nederland; Piet Mondriaanlaan 50/52
(de Piet Mondriaanlaan ligt aan de achterzijde van het NS Station Amersfoort)

Datum en Tijd
12 oktober van 10.00 tot 15.00 uur

Aanmelding
Via Ina Wallenburg van GGz Nederland: iwallenburg@ggznederland.nl, met vermelding van naam, contactgegevens en evt. ggz-instelling en plaats.

Informatie over de bijeenkomst is te verkrijgen via:
Steven Makkink – LPGGz - s.makkink@platformggz.nl - 06-26170178
Elsbeth Reitsma – GGZ Nederland – inforom@ggznederland.nl – 06-10921514

Informatie over ROM is o.a. te vinden op de website van GGZ Nederland: GGZ Nederland - Resource Outcome Measurement (ROM).

Let wel
Als de reiskosten een drempel vormen voor deelname, dan kunnen deze vergoed worden. Graag kenbaar maken bij aanmelding.

-----------------------------
Informatiebijeenkomt over ROM? DaaROM!
10 september 2010
WaaROM?
http://www.ggz.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=12813:informatiebijeenkomt-over-rom-daarom&catid=1:laatste-nieuws&Itemid=140

Jaarlijks doen bijna een miljoen nederlanders voor korte of langere tijd beroep op de ggz. Het is de kunst ervoor te zorgen dat iedereen de juiste behandeling krijgt. Maar wat werkt het best voor wie? De komende jaren gaan ggz-instellingen daarom voortvarend aan de slag met het meten van de effecten van de behandeling door middel van ‘ROM’: routine outcome monitoring. Aan het begin, tijdens en na de behandeling vult de
cliënt een vragenlijst in. Is ROM eigenlijk wel in het belang van de cliënt?

Informatiebijeenkomst
Wat wordt er straks precies gemeten? Zijn cliënten écht beter af met ROM? En wat doen ‘ze’
met de gegevens? Voor het beantwoorden van deze en andere vragen organiseren het LPGGz, LOC-zeggenschap in zorg en GGZ Nederland op 12 oktober 2010 wederom een informatie-bijeenkomst, speciaal voor cliënten, verwanten en leden van cliëntenraden. Dus iedereen die
niet bij de bijeenkomst van 15 juli aanwezig kon zijn omdat het aantal aanmeldingen de verwachtingen overtrof, krijgt nu een herkansing! Aanmelden kan uiterlijk tot en met 4 oktober. Lees hier meer over ROM.

Datum:12 oktober 2010
Locatie: opent in een nieuw venster GGZ Nederland te Amersfoort
Tijd: 10.00 - 15.00 (inloop vanaf 9.30 uur)
Aanmelden: jwallenburg@ggznederland.nl
Toegang: gratis, inclusief lunch
Programma: download opent in een nieuw venster hier toon HTML-versie van het document het programma

_____________________________________________________________________________

Meer informatie over het project
Steven Makkink, LPGGz
s.makkink@platformggz.nl
06-26170178

Elsbeth Reitsma - GGZ Nederland
inforom@ggznederland.nl
06-10921514

Susan van Hees - projectmedewerker GGZ Nederland
inforom@ggznederland.nl
033-460 8943





Meer nieuws...

`Haal mensen met ernstige psychische aandoeningen uit sociaal isolement'

Universiteit van Tilburg
http://www.nieuwsbank.nl/inp/2010/09/17/R032.htm

Persbericht 15 september 2010

`Haal mensen met ernstige psychische aandoeningen uit sociaal isolement'

Mensen met ernstige psychische aandoeningen zouden veel meer dan nu het geval is moeten deelnemen aan het gewone leven. Dat vergroot de kans op herstel, betoogt hoogleraar Rehabilitatie en maatschappelijke participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen Jaap van Weeghel. Hij spreekt op vrijdag 17 september zijn inaugurele rede uit aan de Universiteit van Tilburg.

Nederland telt ongeveer 160.000 mensen met ernstige psychische aandoeningen, variërend van psychotische stoornissen, ernstige affectieve stoornissen en angststoornissen tot autisme, verslaving en combinaties daarvan. Ruim tweederde is cliënt van de GGZ, waarvan ruim 60% ambulante zorg ontvangt en ruim 13% is opgenomen in een psychiatrische instelling of verblijft in een beschermde woonvorm. Bij 25% is sprake van een combinatie van ambulante zorg en verblijf in een instelling. Van de totale groep heeft slechts 12% een betaalde baan; ongeveer de helft heeft zelfs geen structurele dagbesteding. Velen verkeren in sociaal isolement of dreigen daarin te geraken. Zo'n sociaal isolement is niet alleen het gevolg van hun eigen beperkingen, maar ook van barrières in de samenleving.





De behandeling van mensen met psychische aandoeningen is in Nederland nog onvoldoende erop gericht om hen te laten integreren in het gewone maatschappelijke leven, stelt Jaap van Weeghel in zijn inaugurele rede. Daarvoor zijn wel effectieve methodes, maar die zijn nog te weinig ingevoerd. Bovendien is de rehabilitatie voornamelijk gericht op mensen met psychotische stoornissen, terwijl mensen met andere ernstige stoornissen er ook gebaat bij zouden zijn. Daarnaast moet volgens Van Weeghel zo vroeg mogelijk, vanaf het eerste contact met de GGZ, met rehabilitatie worden begonnen. Effectieve methoden en actieprogramma's gericht op maatschappelijke participatie zijn hard nodig nu er een substantiële reductie van bedden en opnamedagen zit aan te komen. Voorkomen moet worden dat er straks nog meer patiënten in de samenleving verblijven, maar er niet echt deel van uitmaken. Daarbij moeten we lering trekken uit eerdere, maar half gelukte pogingen om de zorg te vermaatschappelijken.

Van Weeghel pleit ervoor om mensen met psychische aandoeningen zoveel mogelijk laten profiteren van het gewone leven in de vorm van huisvesting, normale omgangsvormen, een zinvolle dagbesteding en contacten in de gewone samenleving. Het is beter cliënten zo snel mogelijk in de gewenste omgeving te brengen, betoogt hij, en hen in die omgeving gericht te ondersteunen. Dat betekent bijvoorbeeld meer begeleiding naar en in reguliere banen en het gewone onderwijs.





Het streven naar een `volwaardig burgerschap' zou echter wel hand in hand moeten gaan met een samenleving die patiionten niet negeert of discrimineert. Actieve stigmabestrijding is daarom ook van groot belang.
Prof. dr. Jaap van Weeghel is als stafmanager zorgontwikkeling en onderzoek verbonden aan het zorgbedrijf Dijk en Duin, onderdeel van de Parnassia Bavo Groep. Daarnaast is hij directeur van het landelijk Kenniscentrum Phrenos dat zich richt op de behandeling en rehabiltatie van mensen met ernsitge psychische stoornissen. De Universiteit van Tilburg heeft hem in september 2009 benoemd op de bijzondere leerstoel Rehabilitatie en maatschappelijke participatie van mensen met ernstige psychische aandoeningen. De leerstoel is door de Parnassia Bavo Groep gevestigd bij Tranzo, het wetenschappelijk centrum op het gebied van zorg en welzijn van de UvT.


Noot voor redacties

maandag 13 september 2010

Van alle personen met een handicap, zijn mensen met een psychische beperking de groep die het moeilijkste heeft om werk te vinden.

http://www.invaliditeit.be/Psychische%20problemen%20een%20handicap.html

Psychische problemen komen vaak voor en overkoepelen heel wat verschillende situaties en problemen.

Inleiding
Psychische problemen komen vaak voor en overkoepelen heel wat verschillende situaties en problemen. Het is niet altijd even gemakkelijk om een duidelijke grens te trekken tussen een psychisch probleem en een moeilijk moment.


Psychische problemen gaan de hele wereld aan. Wie kent er zelf geen vriend, tante die in mindere of meerdere mate last heeft van psychische problemen. Ze komen meer voor dan kanker, diabetes of cardio problemen.


Ondanks de hoge frequentie is het één van de gezondheidsproblemen waar nog een taboe op rust.


Als je spreekt over personen met een psychisch probleem, gebruik dan correct taalgebruik, met name personen met een psychische beperking of een psychisch probleem. Verouderd taalgebruik zoals psychiatrisch patiënten of psychiatrische stoornis gebruikt men niet meer. Een psychische stoornis is niet altijd van toepassing, dus ook niet bruikbaar als algemene term om de doelgroep te benoemen. Meer informatie vind je in het dossier rond correct taalgebruik op de website.


Diagnose
Wanneer iemand met een psychisch probleem een bepaalde diagnose krijgt, heeft deze persoon meestal een lange en moeilijke weg afgelegd.


Het vaststellen van een diagnose is zeer belangrijk in de medische wereld. Op basis van een diagnose kan er immers gewerkt worden aan een therapie of kan er medicatie gegeven worden, zodat de persoon zich terug comfortabel in zijn vel kan voelen.


Een diagnose belangrijk voor een werkgever?
Als werkgever is het echter niet belangrijk om te weten welke psychische diagnose je nieuwe boekhouder heeft gehad. Wat telt, is de juiste uitvoering van zijn job. We zullen het bijgevolg niet hebben over welke soorten van psychische problemen er allemaal bestaan en hoe hierop het beste ingespeeld kan worden. Het is trouwens veel te complex, want zelfs personen met eenzelfde diagnose kunnen toch heel verschillende werknemers zijn met andere sterkten en zwakten. Als consulent moet je de werkgever hier zeker op wijzen.


Onzichtbaarheid van een psychisch probleem
Een psychisch probleem is eerder ook een onzichtbare ‘arbeidshandicap’. Problemen kunnen relatief verborgen blijven en worden dan ook niet duidelijk waargenomen door de omgeving.


‘het hebben van een psychisch probleem’ is niet hetzelfde als ‘het hebben van een handicap’
Let wel op als je spreekt over een psychisch probleem en handicap in dezelfde zin. Veel mensen met een psychisch probleem beschouwen zichzelf niet als iemand met een handicap. ‘Een handicap hebben’ impliceert immers dat de moeilijkheden van die persoon belangrijke en permanente gevolgen kunnen hebben die de activiteiten van die persoon kunnen verhinderen en/of een bron kunnen zijn van discriminatie. Iemand met een burn-out heeft in principe een psychisch probleem, maar hij kan evengoed genezen en dus terug gezond zijn. Spreek daarom tegen een werkgever altijd over een persoon met een psychische beperking, als dat ter zake doet.


Een psychische probleem kan alleen voorkomen of geassocieerd worden met andere problematieken of handicaps. Bijvoorbeeld een persoon met een verstandelijke handicap die ook een psychisch probleem heeft.


Mogelijke oorzaken die leiden tot een psychische probleem


De factoren die een psychische probleem kunnen veroorzaken zijn talrijk en complex:


genetische en/of biologische oorzaken
bijvoorbeeld: Kinderen met een manisch-depressieve ouder hebben meer kans om dit te krijgen dan andere kinderen;


trauma’s door bepaalde ingrijpende gebeurtenissen
bijvoorbeeld: een vliegtuigramp, een overval, seksueel geweld of zelfs een echtscheiding, overlijden van een geliefde of ontslag kunnen ernstige, langdurige posttraumatische stress veroorzaken;


dagelijkse leefwereld
bijvoorbeeld: dagelijkse irritaties, spanningsbronnen zoals een slechte relatie met de baas, combinatie werk en gezin, aanhoudende financiële problemen of problematische gezinssituaties …


arbeidsomstandigheden
bijvoorbeeld: de impact van een slechte werkssfeer, pestende collega’s, plotse veranderingen op het werk, het opgelegde ritme…


Terug de stap zetten naar werk
Bij personen met psychische problemen kan je drie fases in het herstelproces onderscheiden naar analogie van het herstelproces van bepaalde lichamelijke ziektes:


• acute fase: waar problemen zeer sterk aanwezig zijn;


• stabilisatiefase: waar de ziekte terug onder controle gebracht wordt door een samenspel van verschillende maatregelen zoals medicatie, begeleiding, hulp, ondersteuning en oplossingen voor andere problemen;


• reïntegratiefase: waar het gewone leven terug opgenomen kan worden;


Een blijvend herstel is dus wel degelijk mogelijk voor mensen met psychische problemen. De mensen die de stap naar werk terug zetten, zitten altijd in de laatste fase, dus wanneer ze er ook effectief klaar voor zijn.


Kan de omgeving een psychisch probleem van iemand herkennen/voorkomen?
Het ontstaan van bepaalde psychische problemen voorkomen is quasi onmogelijk. Er zijn dikwijls zoveel andere oorzaken die mee aan de grondslag liggen. Wat kan een verwante/collega of werkgever wel doen?


Herkennen van een probleem
Absenteïsme, vermindering van productiviteit, niet bedoelde ongevallen, besluiteloosheid of foutieve beslissingen, het niet meer zien zitten, gebrek aan samenwerking, moeilijke relaties met collega’s, frequente klachten over vermoeidheid, pijn, zelfoverschatting, verslavingen zijn gedragingen waaruit je kan afleiden dat het niet goed gaat met de persoon in kwestie.


Dit wil niet zeggen dat iemand met een of meerdere ‘symptomen’ direct een psychisch probleem heeft. Als omstaander/verwante kan je hem wel aanspreken over zijn gedrag en eventueel mee op zoek gaan naar oplossingen. Een luisterend oor kan zeker in een beginfase al heel wat oplossingen aanreiken.


Een gezond arbeidsklimaat creëren
De werkgever heeft er veel baat bij om te werken aan preventie en een gezonde arbeidsomgeving. Ook al zullen de winstmarges niet onmiddellijk de hoogte ingaan door hier aandacht aan te besteden, de kosten die gepaard gaan bij absenteïsme zullen eerder wel beperkt blijven en de expertise in het bedrijf blijft behouden, zodat de onderneming hier op lange termijn meer baat bij heeft.


Met werken aan een gezonde arbeidsomgeving wordt onder andere het volgende bedoeld: wederzijds respect, begrip opbrengen, zich richten op competenties, duidelijk geformuleerde regels en verwachtingen, maatregelen nemen ter voorkoming van stress bij werknemers, werken aan diversiteit, uit ‘mislukkingen’ kunnen leren, risico’s in overweging nemen, flexibele opstelling van de werkgever…

Deze informatie is niet specifiek voor personen met een psychische probleem, maar wel zeer belangrijk, omdat dit voor het ganse bedrijf ten goede komt.


Verklaring geven voor ‘afwezigheid’ of ‘gaten in de CV’
Dikwijls hebben mensen met een psychisch probleem één of meerdere gaten in hun CV, of ze behaalden een ‘hoog’ diploma, maar werkten nadien op een beduidend lager niveau. Of na een periode van een langdurige afwezigheid van een werknemer, kan de werkgever zich ook vragen stellen.


In bestaande selectiemechanismen worden bijvoorbeeld ‘gaten in een CV’ steeds als minpunt bekeken. Het is echter belangrijk dat de werkgever zich vooral focust op het heden en de toekomstmogelijkheden van de (kandidaat-)werknemer.


De persoon met een psychische beperking zelf zit zelf met een groot dilemma: “Vertel ik de werkgever wat er aan de hand is of vertel ik het niet?”


Hoe dan ook hangen er risico’s aan vast bij beide keuzes. De werkgever kan hier ook zelf naar vragen, maar de persoon in kwestie is niet verplicht om te antwoorden.


In de bijlage achteraan het dossier vind je een schema van een werknemer met een psychisch probleem die moet kiezen of hij het al dan niet vertelt. Waarna je ook kunt terugvinden wat de voor- en nadelen van het al dan niet vertellen zijn.


Er is een verschil tussen een werknemer die ziek geworden is en iemand die solliciteert.


De werknemer die ziek is geworden
Wanneer een werknemer afwezig is geweest en eventueel verbleef in het ziekenhuis gedurende een relatief lange periode, is het praktisch onmogelijk te verbergen dat er iets gebeurd is: de collega’s hebben zijn afwezigheid opgemerkt en zitten met een heleboel vragen, de werkgever heeft bezorgdheden om een toekomstige uitval … Het is vanzelfsprekend dat de betrokken werknemer zelf een beslissing neemt wat hij kan zeggen en wanneer, maar anders als terechtkomen in een nieuwe situatie, kan hij meer druk voelen om iets te moeten vertellen.


Het risico bestaat erin dat de werkgever een gekleurd of zelfs foutief beeld krijgt door zijn weinige kennis over psychische problemen. Het voordeel van het wel te vertellen, is dat de werkgever op de hoogte is van de problematiek en hiermee rekening kan houden.


Wat en hoe hij zijn ziekte aanbrengt aan de werkgever, kan de werknemer best bespreken met de bedrijfsarts, therapeuten of andere professionelen die hem ondersteunen en zo een strategie op dit niveau uit te werken.



Duidelijk: Gebruik geen geleerde woorden of een lange, ingewikkelde uitleg om het probleem te beschrijven. Leg het probleem uit in eenvoudig, begrijpbare taal.
Eerlijk of strategisch?: Enerzijds mag men geen onwaarheden vertellen of belangrijke gevolgen van mogelijke problemen op de werkprestaties verzwijgen. Anderzijds kan men even de kat uit de boom kijken en eventueel een verbloemend zinnetje (bijvoorbeeld: ‘deze kandidaat had het een tijdlang moeilijk met zichzelf’) gebruiken, gevolgd door een eerlijke uitleg van wat hij (op het werk) kan en wat niet. Zo komen we bij het volgende punt.


Specifiek naar arbeidsmogelijkheden toe: De vraag die werkgevers hebben, is: “Wat zijn de gevolgen op zijn werkprestaties?” De uitleg wordt best daarop gericht. Het is van belang om zo precies mogelijk uit te leggen wat problemen kan opleveren bij het uitvoeren van de job en wat niet en geef tegelijkertijd mogelijke oplossingen.


Positief: zorg dat de woorden niet negatief overkomen (in de psychiatrie opgenomen, psychotisch…).



Spreek niet alleen over de beperkingen, maar vermeld ook waar men geen problemen mee heeft.


De sollicitant
Een sollicitant hoeft zijn afwezigheid niet te verklaren. In dat opzicht heeft hij het dus ‘gemakkelijker’ dan een werknemer die een tijdje afwezig is geweest.


Iemand waarvan het psychisch probleem van korte duur was, heeft maar een klein gat in zijn CV waardoor het voor hem nog eenvoudiger is, om zijn probleem te verzwijgen. In die gevallen speelt het misschien in zijn voordeel om te zwijgen: zijn probleem is immers achter de rug en de gevolgen zijn door de korte termijn beperkt gebleven.


Voor een sollicitant die langdurig een psychisch probleem gehad heeft, is het moeilijker. Een groot gat in je CV is moeilijker te omzeilen. Het is daarom van belang dat de sollicitant zijn probleem kort en zo positief mogelijk omschrijft en dat hij het eventueel zelf ter sprake brengt. De sollicitant beslist zelf wanneer en wat hij ter sprake brengt. Het allerbelangrijkste is echter dat de sollicitant voldoende benadrukt dat zijn functioneren nu in orde is en dat hij klaar is om aan de slag te gaan op de arbeidsmarkt.


Iemand met een psychische beperking zal pas opnieuw werk gaan zoeken als zijn situatie stabiel is of als hij volledig hersteld is. Zij voelen zich sterk genoeg om de stap naar werk terug te zetten.


Redenen om het al dan niet te vertellen
De persoon die zijn ziekte niet vermeld, heeft drie belangrijke redenen om dit niet te doen:


• omdat hij het niet belangrijk acht. Zijn huidige job heeft niets te maken met zijn psychisch verleden. • Hij trekt doorgaans zijn plan wel;
• stigma is te groot om het te vertellen. Hij wil geen etiket opgeplakt krijgen;
• hij weet niet hoe hij het moet aanpakken en is daardoor terughoudend.


De persoon die zijn ziekte wel vermeld, heeft ook zijn redenen om dit wel te doen:


• de psychische problemen beïnvloeden de werkprestaties;
• geruster gevoel als de werkgever/collega's op de hoogte zijn;
• een werkgever die er rekening mee houdt;
• het blijven ontvangen van een deeltijdse ziekte-uitkering;
• er zijn grote gaten in de cv;
• in aanmerking komen voor BTOM's (zie dossier BTOM’s);
• hulp nodig van een dienst: er zijn echter grote wachtlijsten bij de weinige diensten die ondersteuning bieden aan personen met een psychisch probleem.


Belang van een snelle reïntegratie
Wanneer de situatie van de persoon terug stabiel is, of als hij volledig hersteld is, is het van belang dat hij zo snel mogelijk het werk hervat. En dit omwille van volgende redenen:


• het verhoogt de kans op blijvende stabilisatie;
• het draagt bij tot een positieve evolutie;
• het is preventie tegen herval;
• hij onderhoudt zijn arbeidsvaardigheden en –attitudes;
• het is voor hem en zijn omgeving een bewijs van individueel en maatschappelijk herstel;
• het biedt tijdstructuur;
• het verruimt zijn sociale horizon;
• hij werkt mee aan een collectief doel;
• het geeft identiteit en status;
• het dwingt tot activiteit;
• het kan zorgen voor een goed inkomen;


Vooroordelen van werkgevers
Van alle personen met een handicap, zijn mensen met een psychische beperking de groep die het moeilijkste heeft om werk te vinden. Werkgevers hebben dan ook hun eigen ideeën over deze doelgroep. Als consulent moet je weten hoe je hierop kan inspelen.


Personen met een psychische stoornis zijn ongeïnteresseerd.
Door medicatie kan het bijvoorbeeld zijn dat een persoon zich fysiek zwak voelen en een ongeïnteresseerde houding lijkt aan te nemen. Dit zijn misinterpretaties van de werkgever die best gecommuniceerd worden naar de persoon zelf, zodat hij die interpretaties kan weerleggen.


Mensen met een psychische problematiek zijn onvoorspelbaar. Je kan er niet op rekenen.
De angst voor het opnieuw uitvallen van de werknemer en de angst voor onvoorspelbaarheid is voor de werkgevers één van de grootste redenen om personen die een psychische probleem gehad hebben of onder controle hebben niet aan te werven. Mensen met psychische moeilijkheden zullen normaal gezien pas de stap naar werk zetten als ze er klaar voor zijn. Vaak hebben zij dit ook al uitgetest via vrijwilligerswerk, het lopen van stages …
Verder is het een even betrouwbare werknemer als alle anderen.


Mensen met psychische problemen zijn gevaarlijk.
Psychische moeilijkheden zijn iets helemaal anders dan psychopathie (agressie, geweld). Personen met psychische problemen zijn niet speciaal gewelddadig of gevaarlijk.


Ze kunnen niet functioneren (al dan niet in groep).
Als de situatie van een persoon met een psychische beperking stabiel is, dan zal de persoon evengoed kunnen functioneren (al dan niet in groep) als zijn andere collega’s.
Zij die hun problemen hebben overwonnen, kunnen evenzeer waardevol zijn om andere collega’s bij te staan.


Er is een te groot risico op langdurige afwezigheid
Er is een verhoogd risico, maar met zorg voor arbeidsklimaat en organisatie is dit beheersbaar. Bijvoorbeeld gepaste begeleiding achter de rug hebben of uit hebben kunnen zoeken welk werk vlot haalbaar is …


Iemand met een psychische beperking heeft waarschijnlijk een alcohol- of drugsprobleem.
Slechts een minderheid van personen met een psychisch probleem vlucht uit de realiteit door alcohol of drugs te gebruiken. Overmatig drank- en drugsgebruik kan één van de vele oorzaken zijn die kunnen leiden tot psychische problemen. Hierdoor is er door de buitenwereld de associatie tussen alcohol/druggebruik en psychische problemen vlug gemaakt, maar is dus onjuist.


Er is van alles mis in het hoofd, dus iemand met een psychisch probleem is waarschijnlijk mentaal ook niet in orde.
Ook dit is een groot vooroordeel. Een verstandelijke (= mentale) handicap is een totaal verschillend begrip. Hier is de intellectuele ontwikkeling blijvend lager dan dat van een doorsnee persoon. En kan slechts in beperkte mate verder ontwikkeld worden. Een psychisch probleem kan van voorbijgaande aard zijn en deze personen hebben een doorsnee intelligentievermogen.


Ze kunnen moeilijk problemen oplossen.
Ook dit is een veralgemening. Waarschijnlijk oordeelt de werkgever hier: “Om problemen op te lossen moet je stressbestendig zijn en mensen met een psychische beperking zijn juist gevoelig voor stress.”


Maar wat stress veroorzaakt, is voor ieder persoon verschillend. Voor sommigen kan dat zijn: het werktempo, de werkdruk, pesterijen van collega’s, in de file staan… Voor anderen zal het misschien eerder als stressvol ervaren als ze problemen moeten oplossen die zich voordoen. Functies waar probleemoplossend werken een kerntaak is, zal voor deze tweede groep ook niet aantrekkelijk zijn om voor te solliciteren. Voor die eerste groep zal zo een functie minder tot geen problemen vormen, hoewel ze wel allen tot de ‘groep’ personen met een psychisch probleem behoren.


Waar werkgevers best rekening mee houden


Tot nu toe hebben we telkens de verscheidenheid van psychische problemen proberen duidelijk te maken. Door zijn diversiteit is het moeilijk om een standaardlijst met tips op te maken die voor iedereen van toepassing zijn. Toch kan deze lijst zinvol zijn als je personen met een psychisch probleem ter sprake brengt bij een werkgever.


Hou daarom steeds in je achterhoofd dat niet alle tips van toepassing zijn voor iedere persoon die een psychisch probleem (gehad) heeft en communiceer dit ook naar de werkgever.


We hebben een onderscheid gemaakt tussen een nieuwe tewerkstelling en reïntegratie van een werknemer. Sommige tips zijn niet specifiek voor personen die een psychisch probleem hebben (gehad), maar kunnen voor alle werknemers van belang zijn.


Bij een nieuwe tewerkstelling

Extra begeleiding is niet nodig. In vele gevallen is het psychisch probleem quasi opgelost als iemand komt solliciteren. Een vertrouwenspersoon is wel aangewezen omdat ze de drempel kunnen verlagen voor de werknemer met een psychisch probleem om vragen te stellen en omdat ze een brug kunnen slaan tussen hem en de collega’s.


Probeer tot elke prijs te vermijden om over de werknemer te praten achter zijn rug: zelfs als men zich ongerust maakt over hem. Het is beter te spreken met hem.


Probeer te stresserende situaties te vermijden. Dit is afhankelijk van persoon tot persoon. Bespreek met die werknemer wat voor hem stresserend is en zoek desnoods naar alternatieven.


Bijvoorbeeld: een ander uurrooster aannemen om zo de stress van de spitsuren te vermijden.


Probeer duidelijke opdrachten en een duidelijke verdeling van taken te geven, eventueel de opdrachten schriftelijk bevestigen.


Probeer duidelijke afspraken te maken omtrent (extra) rustpauzes. Stel grenzen wat kan/niet kan en houdt de zaak steeds bespreekbaar.


Probeer in overleg te bespreken welk tempo/belasting aanvaardbaar is voor beide partijen.


Mogelijke herverdeling van taken binnen het team om rekening te houden met de specificaties van éénieder.


Het ritme van het werk aanpassen (later beginnen met de werkdag, deeltijds werken).


Iemand met een psychisch probleem kan recht hebben op bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen, zoals de VOP. Arbeidspostaanpassingen zullen hoogstwaarschijnlijk niet nodig zijn.



Het is veel belangrijk om bijvoorbeeld een aantal taken op papier te krijgen of de volgorde van de taken overzichtelijker te maken.


Mogelijkheid bieden om regelmatig feedback/evaluatie-momenten te voorzien zodat personen feedback kunnen krijgen en ook de mogelijkheid hebben om zelf dingen aan te geven of te bespreken.


Bij een reïntegratie
Hierna volgen tips die specifiek van toepassing zijn bij een reïntegratie:


• Af en toe een positieve aanmoediging, kan een positieve invloed hebben op de werknemers.
• Een kleine attentie zoals het versturen van een beterschapkaartje kan veel invloed hebben op het genezingsproces.
• Probeer de werknemer zoveel mogelijk te verbinden met evenementen (feesten) van het bedrijf.
• Probeer de mogelijkheid te bieden om te werken op een rustige en kalme plek.


Het ritme van het werk aanpassen (later beginnen met de werkdag, deeltijds werken). Veel werkgevers kennen het systeem van progressieve werkhervatting niet. Dit systeem zorgt ervoor dat werknemers het werk deeltijds kunnen hervatten zonder het risico dat ze hun uitkering verliezen. Dit is nochtans een zeer goed systeem voor deze doelgroep.


Rekening houdend met deze tips, kan voor vele andere werknemers ook een stressverlagende drempel zijn, waardoor iedereen uiteindelijk beter presteert.


Niet alleen werkgevers kunnen best rekening houden met mogelijkheden en beperkingen van personen met een psychisch probleem. Ook de personen zelf, moet zijn verantwoordelijkheid opnemen en daar waar mogelijk zelf trainen op competenties en vaardigheden.

Psychische ziekte en BTOM’s
Niet iedereen met een psychisch probleem komt in aanmerking voor een BTOM oftewel een Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregel. De VDAB heeft hiervoor duidelijke criteria opgesteld per probleem/ziekte/handicap.

Om in aanmerking te komen voor een BTOM, moet het probleem allereerst gediagnosticeerd zijn door een psychiater. Voor sommige psychische problemen gelden één of meerdere bijkomende voorwaarde(n) zoals: het moet chronisch zijn, 5 jaar in behandeling zijn, met ziekte-inzicht en met bereidheid tot behandeling.

Indien een werkgever een kandidaat heeft die zijn psychisch probleem meldt, omdat hij recht heeft op een BTOM, dan hoeft de werkgever zich geen zorgen te maken over het ziekte-inzicht en over de bereidheid tot behandeling, want dat zijn voorwaarden om recht te hebben op een BTOM.
Mensen die met psychische problemen geconfronteerd worden, raken in de loop van de jaren niet enkel hun werk, maar ook alle daaraan verbonden voordelen en vaardigheden kwijt. Deze diensten stippelen samen met de persoon in kwestie een traject uit dat hen in staat stelt om (weer) aan het werk te gaan. De personen die deze begeleiding krijgen zijn zeer gemotiveerd en zelf de vraagsteller om terug te kunnen werken.

Deze diensten zullen alleen de werkgever overtuigen als ze zelf erg overtuigd zijn van de vaardigheden van deze werknemer voor die functie. Is dat niet zo, dan krijgt de persoon arbeidstraining en de mogelijkheid om werkervaringen op te doen via stages in arbeids-zorgateliers of bedrijven.

De wens en eigen keuze van de persoon die een psychisch probleem (gehad) heeft, staat centraal in dit hele proces. Hij bepaalt uiteindelijk zelf wat hij wil doen en de begeleiding is volledig op maat.

De werkbereidheid van de doelgroep is zeer groot en zo dus zijn er lange wachtlijsten om ondersteuning te kunnen krijgen van deze diensten. Er zijn personen die zonder deze diensten ook aan de slag kunnen, maar veel personen leven met onzekerheid van hun eigen mogelijkheden en hebben deze begeleiding nodig om gemakkelijker werk te vinden.

Beleidsproblemen
In tegenstelling tot andere landen zoals Amerika en Nederland, zijn er te weinig diensten die ondersteuning en begeleiding voorzien om deze doelgroep aan het werk te krijgen.

Tot nog toe is de Geestelijke GezondheidsZorg (GGZ) niet echt bezig geweest met arbeidstrajectbemiddeling en arbeidsparticipatie, ook al is er veel vraag naar. Andere reguliere diensten zoals GTB en GOB’s zijn weinig aangepast voor personen met deze problematiek.

Een ander probleem is dat het in bepaalde sectoren zeer moeilijk is om deeltijds te werken, zelfs niet in sociale of beschutte werkplaatsen. Iets wat toch zeer belangrijk is voor iemand die een psychisch probleem (gehad) heeft.

Ook bestaan er weinig diensten waar werkgevers op kunnen terugvallen of die hen advies kan geven als ze te maken krijgen met iemand met een psychische probleem. Bovenstaande diensten kunnen doen dit wel voor cliënten die zij zelf begeleiden, maar niet voor werkgevers waarvan de werknemer niet door de dienst begeleidt wordt. Voor die andere werkgevers is extra ondersteuning nodig.


"Kracht komt niet voort uit fysieke vermogens, maar uit een ontembare wil"




Read more: http://www.invaliditeit.be/Psychische%20problemen%20een%20handicap.html#ixzz0zRw8X72x
http://www.blikopnieuws.nl/bericht/118545/GGZ:_geen_eigen_bijdrage_psychiater.html
BlikopNieuws.nl
Archief: zo | za | vr | do | wo | di | ma |
contact | adverteren | rss | maandag 13 september 2010 17:49

* Voorpagina
* Binnenland
* Economie
* Sport
* Digitaal
* Wetenschap
* Auto
* Lifestyle
* Glossy
* Het Weer

Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid Holland
GGZ: geen eigen bijdrage psychiater
maandag 13 september 2010 11:09
Waardeer:

2 stemmen

Demissionair minister van Volksgezondheid Ab Klink wil volgend jaar een eigen bijdrage voor de psychiater, en alle andere tweedelijns gezondheidszorg, invoeren. Dit melden verschillende media maandag.

Foto: Miranda van der Sloot
Brancheorganisatie GGZ Nederland vindt dit discriminerend en slecht voor de gezondheid. Voorzitter GGZ Nederland Marleen Barth roept de leden op om niet mee te werken aan de inning van de eigen bijdrage voor de tweedelijns gezondheidszorg. Ze laat weten dat de maatregel vooral slecht is voor mensen met een laag inkomen. En juist bij deze groep zouden psychologische aandoeningen veel voorkomen.

Verder zegt de instelling voor geestelijke gezondheidszorg dat mensen met een psychose en een verslaving veel overlast kunnen veroorzaken. Dat wordt nu ingeperkt door hen op te vangen, maar dat wordt moeilijk als ze daarvoor zelf moeten betalen, zo meldt Nieuws.nl.

De bijdrage kan oplopen tot 175 euro en moet een gat in de begroting van 110 miljoen euro dichten. De maatregel gaat op 1 januari in.

Bekijk de foto op groot formaat
Top 10 laagste leenrente! Vergelijk alle aanbieders!
De beste hypotheek!! Doe de gratis scan
4,25% Spaarrente! Vergelijk aanbieders. Klik hier >>
Lynx biedt actieve beleggers exceptioneel lage tarieven!
De goedkoopste autoverzekeringen? Vergelijk hier >>
MoneYou: in 9 van de 10 gevallen de voordeligste premie.
MisterMoney: informatie over pensioen en hypotheken
Goedkoop lenen in 3 stappen Vraag een GRATIS offerte




Deel bericht met anderen
NuJIJ

Digg

Twitter
eKudos

Delicious

LinkedIn
MSN Reporter

Furl

Facebook
Hyves
advertentie
Ander nieuws uit Utrecht
10:11 Ouders en kinderen praten langs elkaar heen over roken en alcohol Ouders en kinderen praten langs elkaar heen over roken en alcohol
09:39 Aanrijding met letsel Zeist Aanrijding met letsel Zeist
12-09 Weer coniferenbrand in Mijdrecht Weer coniferenbrand in Mijdrecht
11-09 Monumentendag 2010 toont de smaak van de 19e eeuw Monumentendag 2010 toont de smaak van de 19e eeuw
10-09 Politie begonnen met grote verkeersactie tegen wegmisbruikers Politie begonnen met grote verkeersactie tegen wegmisbruikers
08-09 Onderzoek oorzaak boerderijbrand afgerond Onderzoek oorzaak boerderijbrand afgerond
07-09 Jongeren aangehouden voor openlijke geweldpleging
07-09 Zware ochtendspits door regenval Zware ochtendspits door regenval
07-09 Middeleeuwse boerderij afgebrand Middeleeuwse boerderij afgebrand
Games
Mahjong Chain
Mahjong Chain
Andere games:
> Lenny The Lizard
> Bio Ball Boom
> Magic Library
advertentie
Gratis het laatste Nieuws in uw mailbox
Wilt u gratis op de hoogte blijven van al het nieuws?
meldt u hieronder dan aan met uw e-mail en ontvang
dagelijks op het door u gewenste tijdstip het
nieuwsoverzicht van de afgelopen 24 uur
overzichtelijk in uw mailbox!


Wanneer?
9:00 's ochtends
12:00 's middags
16:00 's middags
21:00 's avonds


Blik op Nieuws

Contact

Over ons
Binnenland
Drenthe
Flevoland
Friesland
Gelderland
Groningen
Limburg
Noord-Brabant
Noord Holland
Overijssel
Utrecht
Zeeland
Zuid Holland Economie
Sport
Digitaal
Wetenschap
Auto
Lifestyle
Glossy

Het Weer
Contact
Meewerken
Tip ons
Rss Adverteren
Persberichten aanleveren
Foto's aanleveren
Disclaimer
Gratis nieuwsblok
Over BlikopNieuws.nl
Mediapartners Andere sites:
Blikop112.nl

© 2005 - 2010 Blik op Nieuws.nl, De Ronde Venen. Alle rechten voorbehouden.
Mede mogelijk gemaakt door Hosting.nl

Klink: tóch eigen bijdrage 2e lijns-ggz

http://www.platformggz.nl/lpggz/newsitems/ni001156
Klink: tóch eigen bijdrage 2e lijns-ggz
10 september 2010
LPGGz bereidt acties voor

Het zag er nog zo goed uit vorige maand. We dachten dat de lobby ‘geen eigen bijdrage in de 2e lijns-ggz’ geslaagd was. Helaas komt demissionair minister Klink op zijn besluit terug.
Hij heeft aangekondigd vanaf 2011 alsnog de eigen bijdrage in
de 2e lijns-ggz te willen invoeren. Wij vinden deze maatregel in meerdere opzichten discriminerend voor de ggz-cliënt. Samen met andere organisaties onderzoeken we de juridische mogelijk-
heden om deze maatregel ongedaan te maken.

Geen visie
Het LPGGz begrijpt dat er bezuinigd moet worden, maar dan wel vanuit een visie en niet vanuit het blinde spel dat paniekvoetbal heet. Eerder stelde het kabinet zich op het standpunt dat de
ggz gelijk gesteld zou moeten worden aan de somatiek. Dat was vanuit cliëntperspectief volledig aanvaardbaar. De maatregel herintroduceren druist volledig in tegen het eerder genomen kabinetsstandpunt.

Zorgbrede besparing over de rug van ggz-cliënt
Tot nu toe gold al wel een eigen bijdrage voor de psychologische zorg in de eerste lijn, maar
nog niet voor de tweede lijn. De maatregel betreft de invoering van een eigen bijdrage van € 175,- per DBC (van maximaal een jaar) per 1 januari 2011. Voor goedkopere behandelingen (tot honderd minuten) geldt een lagere eigen bijdrage van € 80,-. Deze maatregel moet € 110,- miljoen besparen. Het lijkt er op dat over de rug van ggz-clienten zorgbrede bezuinigingen worden gerealiseerd. Daarmee wordt de indruk gewekt dat psychische gezondheidsproblemen minder serieus zijn dan lichamelijke.

Stigmatiserend en discriminerend
De voorgenomen maatregel stigmatiseert én discrimineert ggz-cliënten. De veel geprezen
‘eigen verantwoordelijkheid’ die ggz-cliënten op zich zouden moeten nemen, geldt bijvoorbeeld niet in gelijke mate voor mensen met medisch-lichamelijke problemen. En het zijn juist ggz-cliënten die vanwege hun aandoening (vaak al levenslang) moeite hebben met die ‘eigen verantwoordelijkheid’. Bovendien wordt in het ziekenhuis ook niet bij elke medische verrichting
een eigen bijdrage gevraagd, dus waarom dan wel in de 2-lijns ggz? .

Toegang tot 2e lijns ggz voor zwaardere problematiek
Het aantal sessies dat in de lichtere, 1e lijn-ggz door zorgverzekeraars wordt vergoed is
beperkt en vaak onvoldoende om de problemen te verhelpen. Mensen worden dan doorverwezen naar de zwaardere 2e lijn die vervolgens ‘verstopt’ raakt. Wij vinden dat de toegang tot deze
2e lijnszorg zoveel mogelijk beschikbaar moet blijven voor mensen met ‘zwaardere’ ggz-problematiek. Met andere woorden: juist in de 1e lijns-ggz kan veel meer opgevangen worden
dan nu het geval is.

2e lijns-ggz alleen voor welgestelden weggelegd?
De bijdragemaatregel is ook financieel discriminerend. Mensen die het niet (meer) kunnen betalen, zullen afzien van hulp. Daarmee wordt de 2e lijns-ggz een luxeartikel die alleen
voor welgestelden is weggelegd.

Psychiatrische problematiek is geen keuze
Voorts wekt het opwerpen van een extra financiële drempel de indruk dat ggz-cliënten te gemakkelijk over zorg zouden denken. Het krijgen of hebben van een psychisch of psychiatrisch probleem is echter géén vrijwillige keuze. Voor de behandeling daarvan mogen niet onnodig
hoge drempels worden opgeworpen. Mensen die de drempel naar de huisarts nemen voor een doorverwijzing naar een psycholoog vinden dat al moeilijk genoeg. Mensen die erkennen dat
zelfs 2e lijns-ggz nodig is, zetten die stap vaak pas na lang aarzelen.

Acties
Kortom: het LPGGz is het niet eens met de eigen bijdrage in de ggz. Samen met andere
partijen onderzoeken we de juridische mogelijkheden om deze maatregel ongedaan te maken
en beraden ons op verdere acties. Het LPGGz heeft opent in een nieuw venster per mail een verzoek aan de Tweede
Kamercommissie gestuurd om de minister te bewegen van zijn voornemen af te zien.
Ook kamerleden bereiden zich voor op het Algemeen Overleg op donderdag 16 september
waarin demissionair minister Klink stevig aan de tand gevoeld zal worden.

Quotes
'Waarom geen zorgbrede eigen bijdrage?'
'Investeer in extramuralisatie: minder bedden in de ggz en meer ambulante zorg.'
'Efficiënter organiseren en aders tarieferen van de 1e en 2e lijns-ggz.
'Overheidsbeleid was toch gericht op gelijktrekken van de ggz aan de somatiek?
'Nu staat de ggz nóg verder op achterstand'.

GGZ weigert inning eigen bijdrage


Toegevoegd: maandag 13 sep 2010, 10:03

De eigen bijdrage voor de psychiater die demissionair minister van Volksgezondheid Ab Klink volgend jaar wil invoeren, is discriminerend en slecht voor de gezondheidszorg. Dat zegt brancheorganisatie GGZ.

Voorzitter Marleen Barth van GGZ Nederland roept de leden op om niet mee te werken aan de inning van de eigen bijdrage voor de tweedelijns gezondheidszorg. Klink schreef vorige week aan de Kamer dat hij de motie die de eigen bijdrage afwijst, niet zal uitvoeren.
Noodzaak

"We hebben ons steeds bereid getoond mee te denken met de minister over de noodzaak om de groei van de zorg af te remmen", aldus Barth. "Maar wij weigeren dat te doen over de ruggen van onze patiënten."

Barth noemt het besluit slecht voor de geestelijke gezondheidzorg. Ze zegt dat veel mensen met een minimuminkomen door de maatregel getroffen worden.

De bijdrage kan oplopen tot 175 euro en moet een gat in de begroting van 110 miljoen euro dichten. De maatregel gaat op 1 januari in.

Steeds meer kinderen in therapie


Zorgverzekeraars en hulpverleners zien een toenemende vraag van ouders en scholen naar psychologische hulp voor kinderen. Dat meldt de Volkskrant. Grote zorgverzekeraars als Achmea en CZ hebben de vraag naar psychologische hulp bij jongeren onder de 18 jaar de afgelopen twee jaar met bijna de helft zien toenemen.

Kinderen hebben volgens deskundigen niet méér problemen dan vroeger, maar de betrokkenheid en de bezorgdheid van ouders is groter. Bovendien schakelen ze sneller professionele hulp in, stellen kindertherapeuten. Dat is niet altijd nodig: ‘Het is belangrijk voor hun ontwikkeling dat kinderen de tijd krijgen met hun angsten en onzekerheden te leren omgaan, met steun van ouders en leerkrachten,’ aldus kinderpsycholoog Flip Dronkers in de Volkskrant.

Stijging
Het beroep op de geestelijke gezondheidszorg is algemeen toegenomen, sinds deze twee jaar geleden in het basispakket is opgenomen. Maar de stijging onder kinderen en jongeren met een hulpvraag is beduidend groter dan onder volwassenen, constateren zorgverzekeraars CZ en Achmea in het dagblad. GGZ Nederland meldt een tekort aan kinder- en jeugdpsychologen door de toenemende vraag.

Aandacht
Het precieze aantal kinderen dat therapie volgt, is onbekend. Duidelijk is wel dat het ook voor kinderen normaal is geworden professionele hulp te krijgen bij geestelijke problemen. Hulpverleners zijn volgens de Volkskrant blij dat ouders aandacht hebben voor het emotionele welzijn van hun kinderen. Maar tegelijk constateren kinder- en jeugdpsychologen dat bij een deel van de ouders sprake is van overbezorgdheid of dat ze te hoge verwachtingen hebben van hun kinderen.

Opgeschroefd
‘De verwachtingen hoe een kind moet functioneren, zijn opgeschroefd’, zegt Flip Dronkers, die ook bestuurslid is van de beroepsvereniging van psychologen, NIP. ‘Niet alleen op school, maar ook emotioneel moet het goed gaan. Kinderen kunnen perioden doorgaan dat ze het moeilijk hebben. Ze kunnen angstig zijn, onzeker, boos, opstandig, ongelukkig. Het is belangrijk dat zij de tijd krijgen daarmee te leren omgaan.’

Regie in eigen handen 'Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap' in de GGZ

dinsdag 9 november 2010


Regie in eigen handen

'Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap' in de GGZ
Programma Doelgroep Accreditatie Korting Locatie / route Downloads Inschrijven

Investeren in de kwaliteit van langdurige zorg in de GGZ is nodig. Er is veel aan de hand op zorginhoudelijk vlak, maar ook als het gaat om de organisatie, structuur en financiering. Volgens het visiedocument 'Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap' van GGZ Nederland vraagt het investeren in kwaliteit om betere beschikbaarheid van behandelingen en doorontwikkelingen van zorgprogramma's en richtlijnen. In het visiedocument wordt onder andere ingespeeld op de verschuiving van (poli)kliniek naar thuisbehandeling. Sluit deze verschuiving beter aan op de wensen en behoeften van cliënten?

Wat gaan de nieuwe ontwikkelingen in de GGZ betekenen voor u en uw organisatie? Hoe kunt u ervoor zorgen dat de zorg voor cliënten geoptimaliseerd wordt? En wat kunt u bijdragen zodat uw cliënten weer zoveel mogelijk de regie in eigen handen krijgen?

Op dinsdag 9 november organiseert Medilex 'Regie in eigen handen' over het visiedocument 'Naar herstel en gelijkwaardig burgerschap' in de GGZ.

Onder voorzitterschap van Wouter van Ewijk, psychiater en lid raad van bestuur van VUmc, komen de belangrijkste ontwikkelingen aan bod:

* Verbetering van de kwaliteit van zorg en positie van de cliënt - terugvalpreventie en voorlichting
* Meer ambulante zorg - het betrekken van familie en naastbetrokkenen bij het herstel van de cliënt
* Thuisbehandeling vervangt (poli)kliniek - de kracht van 'outreach' geanalyseerd
* Vroege herkenning en interventie bij een psychose - doorontwikkeling en implementatie van Individual Placing Support (IPS)
* De inzet en waarde van ervaringsdeskundigheid