zaterdag 30 oktober 2010

GGZ Nederland - Plannen steekproeven CQ-Traject GGZ Nederland / ZN

GGZ Nederland - Plannen steekproeven CQ-Traject GGZ Nederland / ZN

26-10-2010 Plannen steekproeven CQ-Traject GGZ Nederland / ZN

Ten behoeve van de zorginkoop in 2011 organiseert GGZ Nederland samen met ZN een aandoeningspecifieke meting van de CQ-index Ambulant. Dat is in mei afgesproken in het bestuurlijk akkoord met ZN inzake transparantie. Instellingen moeten de daarvoor benodigde steekproeven in december 2010 uitvoeren. De steekproeven worden gebruikt voor de verzending van de vragenlijsten.

Aan dit CQ-Traject doen instellingen mee die driehonderd of meer cliënten hebben in één van de volgende diagnosegroepen: angst-, stemmings- en persoonlijkheidsstoornissen en verslaving. Een instelling doet tot maximaal drie diagnosegroepen mee. In juni 2011 wordt de rapportage van de meting verwacht, opdat deze gebruikt kan worden voor zorginkoop.

Gegevens uit deze meting kunnen gebruikt worden voor de aanlevering van de prestatie-indicatoren aan Zichtbare Zorg.

Begin november wordt bekend welke instellingen deelnemen aan het CQ-I traject. Instellingen in de kinder- en jeugdpsychiatrie, de forensische zorg en langdurende zorg (RIBW) vallen buiten de doelgroep en hoeven dus geen activiteiten te ondernemen. Overige instellingen wordt aangeraden de steekproeven in te plannen. Nadere informatie volgt in november.

Landelijk Platform GGz - Gemeenten verruimen bijzondere bijstand voor ggz-cliënten

Landelijk Platform GGz - Gemeenten verruimen bijzondere bijstand voor ggz-cliënten

Gemeenten verruimen bijzondere bijstand

Onze oproep aan gemeenten om ggz-cliënten te compenseren voor verder inkomensverlies begint langzaam vrucht af te werpen; zeker 28 gemeenten reageerden positief. Het is bekend dat ruim
34% van de (zelfstandig wonende) ggz-cliënten een inkomen op
of onder het bestaansminimum heeft. Met alle aangekondigde bezuinigingen, de verhoging van het eigen risico en het betalen van een eigen bijdrage voor AWBZ-begeleiding, staat het schamele inkomen van veel ggz-cliënten onder onverantwoord
hoge druk.

Oproep
Eind september heeft het LPGGz een oproep aan álle Nederlandse gemeenten gedaan om
ggz-cliënten tegemoet te komen via verruiming van de bijzondere bijstand. Per 1 januari 2010 moeten ggz-cliënten namelijk voor begeleiding via de AWBZ een eigen bijdrage betalen van maximaal € 17,50 per vier weken bij een verzamelinkomen van € 22.222. Voor mensen met
een miniuminkomen of minder kan dat op jaarbasis behoorlijk oplopen. In Nederland ontvangen circa 66.7000 ggz-cliënten tussen de 18 en 65 jaar AWBZ-begeleiding. Daarvan heeft 34% te kampen met een ernstig inkomensverlies.

Eigen bijdrage AWBZ strop voor ggz-cliënten
Het LPGGz hield onlangs een enquête over de eigen bijdrage voor begeleiding in de AWBZ.
De 650 reacties zijn verwerkt in een opent in een nieuw venster rapport waar een alarmerend beeld naar voren kwam.
Zorgmijdend gedrag en onverantwoorde bezuinigingen op de eerste levensbehoeften werden
geconstateerd. Hoogste tijd voor het LPGGz om gemeenten te vragen de toegang tot bijzondere bijstand voor ggz-cliënten te verruimen. Uiteraard beoordelen de gemeenten de aanvragen op hoogte van het inkomen, het eigen vermogen en de gezinssituatie. Veel gemeenten hebben ons laten weten dat ze onze oproep in behandeling hebben genomen en dat zij ons binnenkort verder informeren. Er zijn ook gemeenten die compensatie bieden via een collectieve ziektekosten-verzekering voor minima, bijvoorbeeld via Zilveren Kruis Achmea. Groene Land en BS&F die
ook collectieve ziektekostenverzekeringen voor minima aanbieden, hebben dit geagendeerd.

Positieve reacties
De volgende 28 gemeenten hebben ons al laten weten dat minima met ggz-problematiek een compensatie kunnen krijgen voor de eigen bijdrage begeleiding-AWBZ:

• Beemster • Boxtel • Capelle aan den IJssel • Deurne • Druten • Edam-Volendam • Goirle
• Graft de Rijp • Hardenberg • Hillegom • Horst aan de Maas • Landerd • Leek • Lingewaard
• Marum • Neder-Betuwe • Nijkerk • Nijmegen • Opmeer • Raalte • Roermond • Teylingen
• Tytsjerksteradiel • Schermer • Schinnen • Staphorst • Zeevang • Zuidhorn

Ook zorgverzekeraars kunnen wat doen
Overigens stuurde het LPGGz ook een brief aan zorgverzekeraars. Daarin werd gevraagd om een compensatie voor de eigen bijdrage AWBZ-begeleiding via aanvullende polissen. Er zijn al enkele zorgverzekeraars die de verplichte eigen bijdrage vergoeden op basis van de nota die cliënten van het CAK ontvangen. Binnenkort vertellen we u daar meer over.

Informatie
opent in een nieuw venster Oproep aan gemeenten voor verruiming bijzondere bijstand 30-09-2010
opent in een nieuw venster Oproep aan zorgverzekeraars toon HTML-versie van het document voor compensatie via polissen 30-09-2010
opent in een nieuw venster Persbericht 'Eigen bijdrage AWBZ nekt ggz-client' 14-09-2010
opent in een nieuw venster Publieksversie Uitslag enquête AWBZ september 2010

Meer nieuws...

Landelijk Platform GGz - Landelijke Depressie Vereniging opgericht

Landelijk Platform GGz - Landelijke Depressie Vereniging opgericht

Landelijke Depressie Vereniging opgericht

De kersverse Depressie Vereniging richt zich op ruim 800.000 Nederlanders
die aan een (vorm van) depressie lijden of er een hebben doorgemaakt. De
Vereniging is dankzij steun van het Fonds Psychische Gezondheid tot stand
gekomen en biedt naast voorlichting, ervaringsverhalen en tips vooral belangenbehartiging en lotgenotencontact.

Wat gaat de Depressie Vereniging doen?
Rene Kragten, een van de oprichters: ‘Met de komst van de Depressie Vereniging is
het mogelijk om landelijk ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Hoe voorkom
je een (volgende) depressie? Wat heb je nodig als je depressief bent? Hoe ga je om
met je omgeving en hoe kan je omgeving het beste omgaan met jou? Hopelijk worden
veel mensen lid zodat we hun belangen eindelijk écht kunnen gaan behartigen, want
er is nog veel mentale gezondheidswinst te behalen’.

Formele belangenorganisatie
De koepel van familie- cliëntenorganisaties in de ggz, het Landelijk Platform GGz, vindt
het belangrijk dat mensen met een depressie contact maken met lotgenoten en uit hun
isolement komen om hun stem te laten horen. ‘Doorgaans zijn het vooral de professionals
zoals psychiaters, onderzoekers en therapeuten die over depressie praten. Maar wij
vinden het zinvol dat mensen die daadwerkelijk aan een (vorm van) depressie lijden een
formele belangenorganisatie hebben. Het is fantastisch dat we dit dankzij een gift van
het Fonds Psychische Gezondheid kunnen doen’, aldus Marjan ter Avest, directeur
van het LPGGz en tot februari 2011 ook directeur a.i. van de Depressie Vereniging.
‘In de nabije toekomst wordt de Vereniging verder uitgebouwd, maar het begin is er!’

opent in een nieuw venster Persbericht

Lid worden of informatie van de Depressie Vereniging?
Kijk dan op opent in een nieuw venster www.depressie.org of stuur een mail naar info@depressie.org
Kijk ook op opent in een nieuw venster www.psychischegezondheid.nl

opent in een nieuw venster

opent in een nieuw venster

Meer nieuws...

Landelijk Platform GGz - Rechtspositie ggz-client bij nieuwe dwangwet in geding

Landelijk Platform GGz - Rechtspositie ggz-client bij nieuwe dwangwet in geding

Rechtspositie ggz-client bij nieuwe dwangwet in geding
28 oktober 2010

LPGGz hamert op toezicht en verantwoordelijkheid

Vandaag start de Tweede Kamer met de behandeling van het
wetsvoorstel Wet Verplichte ggz (WVGGz) als vervanger van de
huidige wet BOPZ. Voor het LPGGz moet de inzet altijd gericht
zijn op het voorkomen van dwang. Het LPGGz vindt ook dat
dwang, als uiterste middel, soms tijdelijk noodzakelijk kan zijn.
Het door de overheid faciliteren van dwang in de ggz vereist wel
een zorgvuldige procedure en een robuust toezicht op de juiste
naleving ervan. In een brief die het LPGGz naar de TK heeft
gestuurd vragen wij aandacht voor deze aspecten omdat wij ons
hier ernstige zorgen over maken.

Commissies verplichte ggz
De WVGGz voorziet in een zorgvuldige afweging voordat dwang is toegestaan via in te
stellen commissies verplichte ggz. Het LPGGz is voorstander van dergelijke commissies
waarin het cliënten- en familieperspectief gewaarborgd is via het algemene lid. Belangrijke
taken van de commissie zijn: nagaan of alle mogelijkheden voor vrijwillige zorg uitputtend
zijn geprobeerd, een weloverwogen advies uitbrengen aan de rechter, die middels de afgifte
van een zorgmachtiging dwang kan toestaan. De commissies vormen daarmee de kern
van het wetsvoorstel. Gelet op de bezuinigingen die de ggz te wachten staan, vraagt het
LPGGz zich af wat de consequenties zijn voor deze commissies. Als de invulling van de commissies wordt gewijzigd of slechts voor beperkte groepen cliënten toegankelijk wordt,
heeft dit zeer nadelige effecten voor cliënten en hun naasten.

Gedeelde verantwoordelijkheid is geen verantwoordelijkheid
De intentie van het wetsvoorstel, namelijk het versterken van de rechtspositie van cliënten
en hun naastbetrokkenen bij dwangtoepassing, wordt door het LPGGz onderschreven.
Maar de individuele rechtsbescherming is in het wetsvoorstel onvoldoende uitgewerkt.
Diverse partijen worden (deels) verantwoordelijk geacht voor het toezicht op dwangtoepassing:

De Inspectie voert toezicht op afstand uit, gericht op het signaleren van structurele
ernstige tekortkomingen in de zorg. Onderzoek naar individuele dwangtoepassingen
verdwijnt. Voor signalen over misstanden bij dwang is de Inspectie afhankelijk van
zorgaanbieders, de commissie en de PVP.

De zorgaanbieder en daar werkende zorgverleners worden geacht melding te doen
aan de Inspectie als hun eigen zorgaanbod ernstig tekort schiet. Het is sterk de vraag
of zij dit zullen doen.

• De commissies krijgen een signalerende taak om klachten aan de Inspectie te
melden over tekortschietende zorg. Maar commissie heeft geen toezichtstaak en
klachten lopen via de klachtencommissie.

• De patientvertrouwenspersoon (PVP) krijgt een signalerende rol toegewezen.
Deze is echter niet verplicht om meldingen aan de Inspectie te doen.

Het gevolg is een lappendeken van toezicht en signalen, waarbij geen van de betrokken
partijen echt goed is toegerust om adequaat toe te zien op een zorgvuldig en veilig verloop
van verplichte zorg. Het lijkt erop dat de cliënt vooral op zichzelf is aangewezen om tekortschietende zorg te verhalen via een klachtencommissie of de rechter.

Randvoorwaarden
Voor het LPGGz zijn genoemde pijnpunten essentiële randvoorwaarden voor het versterken van
de rechtspositie en rechtsbescherming van cliënten. Dit is des te belangrijker nu ook kinderen onder de 12 jaar onder deze wet gaan vallen en ambulante vormen van dwang zullen toenemen.
Dat en meer wordt in onze brief aan de Tweede Kamer toegelicht. Wij hopen dat de Tweede Kamer onze vragen en zorgen deelt en bij de minister aan de orde wil stellen.

opent in een nieuw venster Brief aan de Tweede Kamercommissie
opent in een nieuw venster Lijst met kamervragen van het LPGGz

Meer informatie
Christien van der Hoeven: c.vanderhoeven@platformggz.nl

vrijdag 29 oktober 2010

Helpt de GGZ? Kort verslag van de 2de informatiebijeenkomst over ROM ggz 12 oktober 2010, Amersfoort

20101012-kort-verslag-helpt-de-ggz-12-okt-2010-def.pdf (application/pdf-object)







Helpt de GGZ?
Kort verslag van de 2de informatiebijeenkomst over ROM ggz
12 oktober 2010, Amersfoort
Op 12 oktober zijn 50 cliënten, verwanten, leden van cliënten- en familieraden en
ervaringsdeskundigen in Amersfoort bijeen geweest om over ROM te spreken. ROM staat
voor Routine Outcome Monitoring. Het was de tweede informatiebijeenkomst, omdat de
bijeenkomst in juli jl was overtekend. Voorafgaand aan de bijeenkomst van 12 oktober is
het document ‘ROM – de antwoorden op de meest gestelde vragen vanuit cliëntenperspectief’
verspreid (d.d. 5 oktober 2010 GGZ Nederland/LPGGz). Hierin worden de
meest gestelde vragen uit de bijeenkomst van juli beantwoord. Daardoor waren de
deelnemers al meer geïnformeerd over ROM dan in juli.

Wat is aan de orde geweest?

Steven Makkink van het LPGGz beet de spits af. Hij liet zien hoe ROM past in de beoordeling van zorgaanbieders door middel van prestatie-indicatoren. ROM gaat over de effectiviteit van de behandeling en begeleiding.
Die wordt gemeten op de onderdelen: de ernst van de problematiek (het klachtenbeloop), het dagelijks
functioneren en de kwaliteit van leven van cliënten.

LPGGz maakt zich onder meer hard voor het op begrijpelijke wijze terug koppelen van de uitkomsten van ROM.
Ook het bespreken van de uitkomsten tussen cliënt en behandelaar of begeleider is belangrijk, want er kunnen aanpassingen in het behandelplan nodig zijn.

Daarna sprak Chris Nas van GGZ Nederland. Hij liet zien dat veel cliënten met ROM te
maken (zullen) hebben: meer dan het inwonersaantal van Amsterdam.



ROM raakt 850.000 cliënten, 60.000
hulpverleners en meer dan 200 instellingen
755.000 inwoners Museumplein: 80.000 mensen

Chris vertelde dat er veel nodig is om de instellingen te kunnen vergelijken: de instellingen moeten op een centrale plek geanonimiseerde gegevens aan gaan leveren. Dat moeten voldoende gegevens zijn, die op een eenduidige manier op de centrale plek aan komen. De lijn is dat iedere cliënt in 2014 een aanbod in ROM krijgt, tenzij dat om een goede reden niet lukt. De belangrijkste doelstelling van ROM is dat de cliënt en de behandelaar de uitkomsten gebruiken bij de behandeling en begeleiding.


Ronald Luijk van Zorgverzekeraars Nederland liet zich door de deelnemers bevragen op wat zorgverzekeraars belangrijk vinden aan ROM. Een actuele ontwikkeling kwam uitgebreid aan bod: gaat het door ROM straks net zo als bij borstkankeroperaties? Zorgverzekeraar CZ wil operaties in bepaalde ziekenhuizen niet meer vergoeden, omdat deze ziekenhuizen het volgens de criteria van CZ niet goed doen. Ronald gaf aan dat het juist de taak van zorgverzekeraars is, om bij de zorginkoop naar de kwaliteit te kijken en matige of slechte kwaliteit niet in te kopen. De deelnemers benadrukten dat zij het belangrijk vinden om zorg in hun eigen omgeving te kunnen blijven betrekken. Ten slotte had Ronald desgevraagd nog een tip voor cliëntenraden: bespreek in de instelling òf er wordt geROMd en wat de inhoudelijke resultaten daarvan zijn (hoe goed behandelen en begeleiden de teams en de instelling?).

Na de koffiepauze was het tijd voor een praktijkvoorbeeld. Barbara Schaefer (onderzoeker) heeft samen met José Urristi (ervaringsdeskundige) en Jacqueline Zappey (ROM-verpleegkundige) verteld hoe ROM bij Dijk en Duin werkt.

Bij Dijk en Duin zijn ze vanaf het begin van dit jaar met ROM bezig. Jacqueline heeft een tijdje geleden met José de vragenlijsten doorgenomen. Dat duurde ongeveer een uur. José had er vooraf niet zoveel zin in maar zijn behandelaar heeft hem overtuigd dat het belangrijk is. Uiteindelijk viel het hem erg mee hoe het samen met Jacqueline ging. Nu verwacht hij nog een terugkoppeling van zijn behandelaar.
Barbara liet zien dat je vragenlijsten hebt die je als cliënt (of familie) zelf kunt invullen. Maar er zijn ook vragenlijsten die de behandelaar invult op basis van een interview, een observatie of een eigen beoordeling. Er zijn algemene vragenlijsten en ziektespecifieke vragenlijsten. In de praktijk zullen vaak meerdere vragenlijsten worden afgenomen, omdat ze alle onderdelen moeten meten: het klachtenbeloop, het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven.
Aan de hand van het voorbeeld van een ‘kwaliteit van leven’-vragenlijst (de QoL+) liet Barbara alle stappen van afname tot terugkoppeling zien.

Ervaringen en meningen over ROM
Tijdens het middag gedeelte was het aan de deelnemers om ervaringen uit te wisselen en aan te geven wat zij belangrijk vinden in de ROM-systematiek.

Centraal stond de vraagstelling:
Wat is belangrijk bij de invoering en het gebruik van ROM?
Invoering
  • Communicatie over ROM:
o Belangrijk is dat mensen weten wat ROM is, dat er bekendheid is over de inhoud. De cliëntenraad / familieraden moeten zijn geïnformeerd.
o Wat is het nut? ROM is niet vanzelfsprekend voor de meeste cliënt(vertegenwoordigers). Er is behoefte aan een duidelijke uitleg over ROM.
o ’woorden / begrippen’: Bij de invoering en het gebruik van ROM gebruiken instellingen diverse moeilijke woorden / begrippen en afkortingen. Ook in de vragenlijsten komen deze begrippen en afkortingen terug. De cliënten(vertegenwoordigers) vinden het belangrijk dat er in begrijpelijke taal over en met ROM wordt gecommuniceerd (dus zowel in de voorlichting als binnen het daadwerkelijk ROMmen).
o Leesbaarheid vragenlijst
  • Instellingen moeten hun cliëntenraden betrekken bij de invoering van ROM en bij een jaarlijkse voortgang bespreking over het gebruik van ROM houden: 
  • ROM moet niet iets zijn dat alleen vanuit de instelling komt, maar juist iets dat ook gedragen wordt door de cliëntenraden (draagvlak is belangrijk, daarom dienen instellingen samen met hun Cliëntenraad de boodschap naar buiten te brengen) ROM is niet op één manier in te voeren, er zijn verschillende invoeringen die weer afhankelijk zijn van het type zorg dat een cliënt nodig heeft.

Gebruik / meetmomenten:
  • Meetmomenten: Wanneer afnemen en door wie + ‘eerlijkheid’
o Voor de aanwezige cliënt(vertegenwoordigers) is het van belang dat cliënten zelf inspraak hebben wie de lijst afneemt (behandelaar of onafhankelijke ROMmer, zoals een ROM-verpleegkundige of een ervaringsdeskundige). Uitgangspunt moet de visie en wens van de cliënt zijn.
o Kwaliteiten stimuleren moet voorop staan (herstelgerichte visie). Het gaat erom wat de cliënt wil.
  • Flexibiliteit in de afnameperiode. Het afnamemoment is afhankelijk van hoe de cliënt zich voelt (geen afstel). Als door een gebeurtenis er geen betrouwbare meting zal plaatsvinden dan willen cliënten de ruimte hebben om de meting te verzetten naar een moment waarop de uitkomst een betrouwbaarder beeld zal geven. 
  • De terugkoppeling van de uitkomsten: daarover zijn de volgende aandachtspunten benoemd
o Wanneer? Cliënt(vertegenwoordigers) vinden het belangrijk binnen een redelijke termijn terugkoppeling te krijgen van de resultaten van een meting.
o Door wie? Behandelaar of onafhankelijke ROMmer?
o Voorwaarde: Geen nieuwe ROM-afname als de resultaten van een eerdere meting nog niet zijn teruggekoppeld.

  • Consequent ROMmen + timing (ingekaderd in logistiek pad). 
  • Na de 2de meting de evaluatiemomenten aanpassen. 
  • Hoe ROMmen? De situatie waarin een vragenlijst wordt afgenomen is bepalend voor het resultaat. Het voorbeeld komt aan bod van een afname tijdens een wandeling versus afname in een kantooromgeving. 
  • 1 keer per jaar ROM is te weinig. De frequentie is door (de behoefte van) de cliënt te laten bepalen. 
  • Het is van belang familie en naaste betrokkenen bij het meten te betrekken indien mogelijk. Dit kan een ander inzicht bieden in de behandeling en het effect van de behandeling.

Vragenlijsten
  • Standaardisatie vragenlijsten:
o Eerst doelgroepen bepalen.
o Daarna keuzes maken.
  • Vragenlijst moet ook aansluiten bij ziektebeeld.
Beoordeling / afname vragenlijst
  • Behandelaren en begeleiders moeten óók op cursus en weten wat ROM is / wat je er aan hebt. 
  • De behandelaar moet bekend zijn met het nut / het nut inzien van ROM. 
  • Afname:
o De cliënt moet kunnen kiezen wie er beoordeelt. Is dit de behandelaar of juist niet?
o Naast het gebruik van een onafhankelijk ROMmers zien de cliënt(vertegenwoordigers) iets in het gebruik van ervaringsdeskundigen, die helpen bij het invullen van de vragenlijsten.
o De systematiek bepaalt de keuze.

  • ROM moet open en een middel voor reflectie zijn voor:
o Cliënt-behandelaar
o Teams
o Instellingen: cliënten(vertegenwoordigers) willen inzicht in de kwaliteit van zorg van een instelling. Door transparantie kan ook worden voorkomen dat cliënten onnodig blijven hangen in een setting. ROM biedt namelijk inzicht in het effect van de zorg (de behandeling / begeleiding).

Privacy:
  • De privacy / bescherming van de gegevens is van belang. Wie kan bij de uitkomsten en hoe?


Resultaat:  
  • ROM biedt inzicht in het effect van zorg, maar ook de mogelijkheid om te meten of de zorg is geleverd 
  • Controlemechanisme: afvinken (als de zorg is geleverd). 
  • Scheiden van psychopathologisch deel en òf er wordt geROMd (dat laatste zou de verzekeraar moeten weten, het eerste niet).

Hoe gaat het verder?
LPGGz en GGZ Nederland zijn samen bezig om er voor te zorgen dat het cliëntenperspectief nadrukkelijker wordt verankerd binnen ROM. Hierbij wordt gedacht aan de instelling van een expertgroep cliëntenperspectief die ondermeer aan de slag gaat met de huidige en eventuele nieuwe instrumenten, hun leesbaarheid en begrijpelijkheid en wat nodig is voor een adequate terugkoppeling van de uitkomsten aan de cliënt. Als er vorderingen zijn gemaakt, zullen we dat melden.

Ten slotte
We danken ieder voor zijn/haar constructieve inbreng!
Steven Makkink, LPGGz, s.makkink@platformggz.nl – 06-26170178
Elsbeth Reitsma, GGZ Nederland, inforom@ggznederland.nl – 06-10921514

donderdag 28 oktober 2010

pieter hilhorst over eigen kracht

Download:
FLVMP43GP
Download:
FLVMP43GP

Moeder vertelt over Eigen Kracht-conferentie

Download:
FLVMP43GP
Download:
FLVMP43GP

Argusoog.org » Autist!

Argusoog.org » Autist!


‘Je zult het maar hebben: autisme’
Een openingszin van een artikel. Mensen die niet weten wat autisme is, wat het werkelijk is, krijgen zo de indruk dat het om een ziekte gaat. Een lot uit de loterij maar dan negatief.
‘Echt vrolijk wordt je daar niet van, al brengt het soms specifieke, bijzondere talenten met zich mee’.

De strekking van het artikel is dat ‘autist’ nogal eens een scheldwoord is. Zoals in media.
‘Het was slechts als spreektaal bedoeld, legde hij later uit aan de klager. Spreektaal? Wartaal!’
Kom zeg, laat mensen zelf weten hoe ze zich uit willen drukken. In plaats van er krampachtig rekening mee te moeten houden dat je wel eens iemand zou kunnen kwetsen. Spreek voor jezelf!
Vervolgens legt de schrijver, die zo voor mensen met autisme op komt, uit wat autisme nu ‘echt’ is, waarbij hij kritiekloos de definitie overneemt die de psychiatrie hanteert:
‘Autisme is een stoornis in de informatieverwerking van de hersenen. Informatie die via de zintuigen binnenkomt, wordt bij mensen met autisme anders verwerkt. Zij hebben moeite om de details die zij waarnemen te verwerken tot een samenhangend geheel. Hierdoor hebben mensen met autisme problemen met communicatie, sociale interactie en verbeelding’.

Als slot: ‘Autisme. Je zult het maar hebben. Laten anderen daar ook eens rekening mee houden’.
Het lijkt een pleidooi voor hypocrisie.
Zelf heb ik een thriller bij de uitgeverij liggen. Een fictief verhaal dus. Met het tweede deel ben ik bezig. Problemen met verbeelding? Ik niet, ook niet als kind. Anderen misschien.
Homoseksualiteit was vroeger een ziekte, volgens het heersende beeld. Het is zelfs een psychiatrische diagnose geweest.
Door eigen ervaring en die van velen met mij, weet ik hoe het is om klem te zitten in een medisch model. Door de manier hoe de psychiatrie autisme uitlegt, zien veel ouders en familieleden hun kind niet zoals het is. Ze krijgen ‘voorlichting’ over hoe autisme ingrijpt in het dagelijks leven en over het omgaan met zo’n kind en over de toekomst. Veel ouders gaan op een afstandelijke manier naar het kind kijken. Gedrag als door het huis huppelen en met de handen fladderen of heen en weer wiegen gaan ze zien als ‘gestoord’ gedrag. Wat is er eigenlijk gestoord aan? Het kind heeft er zelf niet onder te lijden. Maar het zijn symptomen van de aandoening. Alles wat het kind vanaf nu doet wordt gevangen in een ziektebeeld.
Kinderen worden kansloos gemaakt met prognoses als waarschijnlijk nooit een zelfstandig leven kunnen hebben. Doelen moeten concreet en ‘haalbaar’ zijn. Alsof je in de toekomst kan kijken.
Voor mij is een kind een mysterie. Ieder kind heeft kwaliteiten en mogelijkheden. Een kind, zeker met autisme, kan ineens een reuzensprong maken in zijn ontwikkeling. Maar dan heeft het een omgeving nodig die hem voor vol aanziet, in hem gelooft en hem positief stimuleert. Met een open blik in de toekomst kijkt.
Ik weet waar ik over praat, als jonge vrouw met autisme die sinds kort zelfstandig woont.
Een aantal jaar geleden zou ik nog aangewezen zijn op 24-uurszorg, volgens de school.
Velen, met of zonder diagnose lopen vast door pesten en onbegrip. Maar de oorzaak wordt vaak zuiver en alleen bij de persoon zelf gelegd.
24-uurszorg is er ook voor normaal begaafden met autisme. Een oud-klasgenoot woont er nu. Toen ik hem kende was hij grappig en bijdehand. Ook kon hij serieus nadenken en een standpunt innemen. Zelfstandig was hij ook best. Hij past niet in het beeld dat de werkwoonvoorziening schetst:
‘Door de aard en de intensiteit van hun stoornis kunnen deze cliënten moeilijk omgaan met meer dan één omgeving of ‘milieu’. Zij ervaren dat als spanningsvol of bedreigend. In WWA de Meander kunnen cliënten binnen één locatie wonen, werken en ontspannen’.
Persoonlijk zie ik autisme liever als iemands karakter dan als een stoornis of ziekte.
Vervelend dat autisme in de spreektaal in negatieve zin wordt gebruikt, maar de klachten wil ik graag horen of lezen van ervaringsdeskundigen. Niet van een politiek correcte kwezel die graag zijn beschermende vleugels om iemand heen slaat.
Of benoem de positieve kanten van autisme. Mijn vrienden met de diagnose zijn gevoelig voor hun omgeving en kunnen juist heel goed luisteren en zich in iemands situatie verplaatsen. Alleen reageren ze niet zoals de aangepaste mens gewend is en wordt hun medegevoel niet herkend!
Ook hebben ze een originele en scherpe kijk en zijn zichzelf. Degene die het woord ‘autisme’ verzonnen heeft, maakte misschien een schrijffout? Moest het ‘authentiek’ zijn?
Ik heb op het speciale onderwijs gezeten. Raad eens wie er het meest grappen maakten over autisme? Juist ja, de leerlingen zelf.
Autivis, autikat, auticratie. Zomaar een greep.
Wat ook heel onrechtvaardig is: penis of balzak als scheldwoord gebruiken.
“Lul!”
“Klootzak!”
Weet je wel dat deze lichaamsdelen meehelpen nieuw leven te doen ontstaan! Besef dat eens wanneer je vertederd naar een baby kijkt.
Daarbij ziet zo’n klokkenspel er grappig en potsierlijk uit. Het verdient net zo veel respect als ieder ander orgaan! Die dingen hebben toch al zo’n minderwaardige status.
Laat anderen daar ook eens rekening mee houden.
Al schrijvend hoop ik een begrijpelijke column neer te zetten.
Wat ben ik toch een piemel ; )
Auteur: Sarah Morton.
Bron Afbeelding(en): Jeff Kubina @ Flickr.com

Reactie GGZ Nederland op het consultatiedocument verbetering dbc systematiek

Reactie GGZ Nederland op het consultatiedocument verbetering dbc systematiek

21-10-2010 Bekostiging curatieve zorg: reactie GGZ Nederland aan de NZa

De ggz staat de komende jaren voor een forse veranderingsopdracht. In die opdracht past de doorontwikkeling van een adequaat bekostigingssysteem. Het consistent en stapsgewijs toewerken naar het eindmodel voor de bekostiging van de ggz is van groot belang. Zeker in het licht van naderende bezuinigingen en groeiende arbeidsmarktproblematiek moet de sector niet geconfronteerd worden met onnodige onzekerheid, onnodige financiële belasting of onnodige werkdrukverhogingen voor medewerkers. Elke aanpassing van de bekostiging zal daarom geleidelijk moeten gebeuren. Toetssteen zou moeten zijn de vraag of het gewenste eindperspectief een stapje dichterbij komt, en dus niet of hét ideale bekostigingssysteem voor de ggz hiermee in één klap al dan niet gerealiseerd wordt.

GGZ Nederland ziet geen voordelen, maar wel veel nadelen aan de ontwikkeling en implementatie van de DBC-matrix. Het matrixvoorstel lost geen problemen op, maar creëert nieuwe problemen. GGZ Nederland nodigt de NZa uit om de mogelijkheden van de DBC-systematiek samen met de branchepartijen en DBC Onderhoud verder door te ontwikkelen. Wij zijn bereid daarbij de expertise vanuit onze vereniging en bureau in te zetten. Al met al is een grondige doorontwikkeling van de DBC-productstructuur, zoals daar reeds een aanzet toe gedaan is met de RG03 en de RG04, de juiste weg. Dan ontstaat ons inziens een betere en vergelijkbare tarieftransparantie die we in de zorg nodig hebben voor de productstructuur van de ggz.

De reactie van GGZ Nederland op de nieuwe bekostigingsplannen van de NZa leest u in deze bijlage.

KNMG pleit voor eenvoudigere dwangopname GGZ

KNMG pleit voor eenvoudigere dwangopname GGZ

In juni van dit jaar werd het wetsvoorstel verplichte GGZ bij de Tweede Kamer ingediend. Dat wetsvoorstel moet voor de GGz de Wet Bopz gaan vervangen.

De KNMG, de NVvP en Verenso stuurden afgelopen vrijdag een gezamenlijke brief over het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Daarin uiten de drie organisaties zich zeer positief over de opzet en uitgangspunten van het wetsvoorstel maar vragen zij ook aandacht voor enkele zorgpunten.

Tweetrapsraket
Belangrijkste daarvan is nog steeds de 'tweetrapsraket' in het besluitvormingssysteem over dwang: de commissie adviseert, de rechter beslist. Dit levert volgens de organisaties onnodig dubbel werk op. Zij pleiten voor een eenvoudiger systeem met een multidisciplinaire, besluitvormende commissie waarin het recht op toegang tot de rechter geborgd blijft via het hoger beroep op beslissingen van de commissie.

Er is dus geen toetsing meer door de rechter. De patient krijgt alleen toegang tot de rechter als hij de macht en het geld heeft daarvoor. De meeste mensen zullen die contacten niet hebben en zullen dus geen toegang hebben tot de rechter en onderhands worden opgesloten door hun behandelaars. Deze regelgeving is gericht op de onderkant van de maatschappij, de machtelozen om hen dwangbehandelingen te kunnen geven en vol te kunnen stoppen met medicijnen. Dit zal de belastingbetalers veel geld gaan kosten, omdat de machtelozen buiten de maatschappij worden geplaatst en wel moeten eten en wonen ook al zitten onder de pillen.
Dit zal de VVD niet goedkeuren, want de VVD wil zelfredzaamheid bevorderen en geen populatie die wezenloos voor zich uit staart en gevoed moet worden door de belastingbetalers. Dit lijkt dus een PvdA standpunt.


De KNMG wil geen rechterlijke tussenkomst bij dwangopname en wil dat het EVRM verdrag buiten toepassing blijft bij dwangopname in de psychiatrie.
Een commissie van een jurist en een psychiater kunnen samen beslissen om de burgers op te sluiten in de inrichting of dwangmedicaties toe te dienen.

De burger kan dan alleen in beroep gaan bij een rechter als hij een advocaat kan vinden en die krijgt hij toch niet. De juriste kreeg ook geen advocaat bereid die haar hielp bij de gijzeling in de isoleercel in het Sittardse ziekenhuis, nadat ze was vrijgelaten zonder dat een ziekte kon worden gevonden. Zij betaalde wel 11.000 euro aan advocaten, die niet van plan waren iets te doen voor haar en alleen maar declareerden. Dit was in 2004. Zij werd in 2009 gestalkt en dit stopte medio 2010 nadat zij een ban kreeg op het forum van Geen Stijl, nadat opgeroepen was door een anonieme persoon op het forum op haar - met naam en toenam - een dwangbehandeling te geven en de leugenachtige toevoeging dat zij in een inrichting zou hebben gezeten. Er zijn talloze forumleden, die in de begeleid wonen verblijven van de GGZ, maar die anoniem reageren en niet met naam en toenaam worden genoemd op het forum.

Kennelijk heeft de oproep op het forum een doel, namelijk om een hetze tegen de juriste te veroorzaken met als doel dat de Sittardse verpleegsters, die haar handtas moesten teruggeven, nadat zij vrijgelaten werd uit de gijzeling, alsnog er in slagen om de juriste opgesloten te krijgen. De verpleegsters bleven met lege handen achter en konden ook het kind van de juriste niet afpakken, ook al waren ze dat van plan. Ze rapporteerden aan de advocaat in de tuchtzaak dat het hen zeker was gelukt de juriste zelfmoord te laten plegen als het was gelukt haar kind af te pakken, of woorden van dergelijke strekking. Zelf hadden ze niet gesproken met de juriste over het afpakken van haar kind. Zij hadden haar overvallen, opgesloten in de isoleercel, handtas afgepakt en opdracht gegeven haar kind uit huis te plaatsen, omdat de juriste volgens hem niet weer vrijgelaten zou worden. De juriste kreeg een bord varkenslappen op de vloer van de isoleercel (time-out kamer volgens het ziekenhuis) en wist niet wat de verpleegsters van plan waren want ze spraken niet met haar. Ze gijzelden haar, sloten de deur af aan de buitenzijde en negeerden haar verder.

De KNMG wil nu dat er geen rechter meer tussenkomt en dat verpleegsters alles onderling gaan regelen met juristen en artsen. Een juriste die een patient wilde overplaatsen kreeg de een reeks beschuldigingen tegen zich van het ziekenhuispersoneel. Op die manier kan iedereen worden opgesloten. De juriste is niet tegen opsluiting van patienten, maar in dit specifieke geval trad zij op als gemachtigde en wilde zij vrije artsen keuze en dat werd niet toegestaan, omdat de aangeklaagde psychiater de behandelaar wilde zijn.

Vrije artsenkeuze was haar thema, niet de isoleercel, want daarin werd ze opgesloten toen zij vrije artsenkeuze wilde voor de patient. Zij streed juridisch voor de patient maar werd aangevallen op seksualiteit door zijn behandelaars, omdat zij niets hadden om tegen haar te gebruiken. Uiteindelijk diende ze een klacht in omdat zij was overvallen en opgesloten in de isoleercel als gemachtigde van de patient en toen werd voor haar een ziekte verzonnen om dit achteraf te rechtvaardigen.

De KNMG, de medische tuchtrechters en KBS advocaten pleiten voor overtreding van de mensenrechenverdragen tegen patienten. Dus moet het EVRM verdrag dan worden opgezegd.

Het voorbeeld van de juriste is nodig om dit inzichtelijk te maken. Zij werd overvallen toen ze de patient wilde overplaatsen. Zij diende een tuchtklacht in omdat zij zelf werd overvallen en opgesloten door het ziekenhuispersoneel, zonder geneeskundige verklaring, zonder dossier en zonder IBS beschikking. Ze werd daarom vrijgelaten, omdat een psychiater geen grond voor opsluiting kon vinden. De psychiater die haar overviel en opsloot werd aangeklaagd. De klacht werd door de medische tuchtrechters ongegrond verklaard. De aangeklaagde psychiater, die de juriste niet kende, deelde samen met z'n advocaat mede aan te tuchtrechters dat de juriste zou lijden aan een zeer ernstige progressieve geestesziekte en dat zij suicide zou plegen en dat hij daarom had opgesloten.

Er kon geen ziekte worden gevonden, zodat de juriste geen recht kreeg op een ziekteuitkering en dus door moest gaan met haar werk, ook al beweerde de aangeklaagde psychiater dat zij opgesloten zou moeten zitten omdat het "slecht met haar zou aflopen". Zij volgde na gijzeling een post-academische opleiding en startte en adviespraktijk voor particulieren.
De aangeklaagde psychiater bleef dus bij de tuchtrechters volhouden dat zij volgens hem zeer ernstig ziek is, en de oproep op Geen Stijl is in dat licht te begrijpen, omdat de juriste de schade claimde. Zij werd ziek van de diagnoses die niet werden vastgesteld. De aangeklaagde psychiater en zijn advocaat hielden vol dat zij geestesziek is volgens hen en suicidaal bovendien zonder suicidepoging.
De vraag is dan hoe het kan dat de aangeklaagde psychiater een diagnose kan stellen zonder de juriste te kennen? En hoe kan het dat zij meerdere malen is gekeurd en dat geen stoornis kon worden vastgesteld. Het lijkt er op dat de juriste geen ziekteuitkering werd gegund, omdat zij was verzekerd voor de WAO. Bij opsluiting in de inrichting, zoals de psychiater wilde, zou zij met zekerheid een ziekteuitkering moeten krijgen, want dan kon zij immers niet werken. Doordat zij vrijgelaten werd uit de isoleercel na vier en een half uur, kon zij wel doorwerken.

Volgens de wet mocht de juriste niet worden opgesloten zonder ziekte. De aangeklaagde psychiater moest dus gedurende de tuchtprocedure, 4 jaar lang, volhouden met z'n advocaat dat zij ziek is. De psychiater verliet het ziekenhuis.

De tuchtklacht inzake vrijheidsbeneming zonder IBS beschikking in de isoleercel van het ziekenhuis, werd ongegrond verklaard.

Bron:KNMG, wetsvoorstel

Lancering advies- en hulplijn Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen | GezondheidsKrant

Lancering advies- en hulplijn Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen | GezondheidsKrant

Lancering advies- en hulplijn Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen

Vanaf 20 oktober 2010 is de advies- en hulplijn van de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon (LSFVP) actief. De advies- en hulplijn is opgezet om familieleden en naastbetrokkenen van cliënten die behandeld worden in GGz-instellingen, telefonisch te ondersteunen.

Waarvoor kunt u terecht bij de landelijke advies- en hulplijn?
Als familielid of naastbetrokkene kunt u de advies- en hulplijn bellen:
- Voor hulp bij het leggen van contact met de hulpverlener of instelling.
- Voor bemiddeling en steun bij het zoeken naar oplossingen als u een klacht heeft over de GGz-instelling.
- Voor informatie en doorverwijzing naar organisaties die u kunnen ondersteunen. Hierbij kunt u denken aan mantelzorgorganisaties of lotgenotengroepen.
- Voor de contactgegevens van de dichtsbijzijnde familievertrouwenspersoon.
- Bij algemene vragen over ziektebeeld en behandeling van de cliënt.

Wat doet de Familievertrouwenspersoon?
De familievertrouwenspersoon (FVP) ondersteunt u in het contact met de hulpverlener of de GGz-instelling. De FVP luistert naar uw verhaal en geeft antwoord op uw vragen. De FVP heeft geheimhoudingsplicht. Dit betekent dat wat u vertelt vertrouwelijk is en blijft.

Wat doet de Landelijke Stichting Familevertrouwenspersoon?
De Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon heeft tot doel de best mogelijke ondersteuning te bieden aan familie en naastbetrokkenen van cliënten in de GGz. Dit doet zij door ervoor te (gaan) zorgen:
- dat er in het hele land familievertrouwenspersonen beschikbaar zijn.
- dat de familievertrouwenspersonen onafhankelijk functioneren van de GGz-instelling.
- dat de familievertrouwenspersonen deskundig en goed bereikbaar zijn.

U kunt de advies- en hulplijn bereiken op telefoonnummer: 0900 -333 2222 (10ct/min)

De advies- en hulplijn is bereikbaar van: maandag tot en met vrijdag, van 10.00 uur tot 16.00 uur.

Wilt u meer informatie ?
Voor meer informatie over de familievertrouwenspersonen en de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersoon kunt u kijken op de website: www.lsfvp.nl

Genomineerden publieksprijs GGZ bekend : : Gastvrije Zorg

Genomineerden publieksprijs GGZ bekend : : Gastvrije Zorg

22-10-2010

Genomineerden publieksprijs GGZ bekend

Genomineerden publieksprijs GGZ bekend
Publieksprijs voor psychiatrische instellingen
Voor de tweede keer op rij wordt dit jaar de Ypsilon Familiester uitgereikt. De genomineerden voor de publieksprijs voor instellingen in de geestelijke gezondheidszorg zijn deze week bekend gemaakt.

Familieleden van mensen met schizofrenie of een psychose hebben drie afdelingen van psychiatrische instellingen genomineerd voor de Ypsilon Familiester 2010. Kandidaat voor de eerste en enige publiekprijs in de GGZ zijn het 5e wijkteam van GGZ Noord-Holland Noord, de Zorglijn psychotische stoornissen van het UMC Utrecht en de Zorglijn Vroege Psychose van het AMC. Op 6 november wordt de winnaar bekend gemaakt op de Ypsilon Studiedag in Maarssen.

De prijs is in het leven geroepen als blijk van waardering voor instellingen en afdelingen die tastbaar werk maken van familiebeleid.

Landelijk Platform GGz - Cliënten tevreden over steunsystemen

Landelijk Platform GGz - Cliënten tevreden over steunsystemen

22 oktober 2010

Cliënten tevreden over maatschappelijke steunsystemen


Cliënten zijn best tevreden over het functioneren van 'maatschappelijke steunsystemen'

zo blijkt uit onderzoek dat vanuit de cliëntenmonitor AWBZ door het Landelijk Platform werd uitgevoerd. Een maatschappelijk steunsysteem (MMS) is een georganiseerd net-werk van personen, diensten en voorzieningen rondom een ggz-cliënt. Dit netwerk ondersteunt de cliënt bij alledaagse dingen en participatie. Het LPGGz verwoord in een heldere tussenrapportage hoe deze steunsystemen in diverse regio's functioneren en welke resultaten er geboekt worden.

Actueel
Steunsystemen staan volop in de belangstelling; ze passen binnen de actuele ontwikkelingen
in de zorg en samenleving. De bezuinigingen maken een samenhangend aanbod nog urgenter.
Een steunsysteem bestaat uit drie niveaus rondom een ggz-cliënt: een persoonlijk netwerk, een professioneel netwerk en een netwerk op bestuurlijk niveau. Cliënten en vertegenwoordigers van
al deze niveaus zijn in diverse regio's geïnterviewd.

Positief
Cliënten geven aan dat de ondersteuning van het MSS in positieve zin afwijkt van de ‘reguliere’ hulpverlening. Medewerkers van het MSS luisteren goed, werken vraaggericht en zijn flexibel,
zo blijkt uit de tussenrapportage van het LPGGz-onderzoek. Ook coördineren MSS'en de toeleiding naar zorg beter en functioneert het hulpverlenersnetwerk over het algemeen goed.
Daarentegen scoren de MSS'en minder als het gaat om versterking van het informele netwerk
en steun vanuit de persoonlijke omgeving. Daardoor blijven mensen langer afhankelijk van professionele hulpverlening.

Bekostiging
Zowel zorginstellingen als gemeenten moeten gaan bezuinigingen. Betrokkenen maken zich
dan ook zorgen over de toekomstige financiering van de maatschappelijke steunsystemen. Voor het voortbestaan van MSS'en is het belangrijk dat er over de grenzen van diverse domeinen wordt samengewerkt. Dit vereist betrokkenheid van vele partijen; ggz-instellingen, gemeenten, welzijns-organisaties, woningcorporaties, zorgverzekeraars en, zolang ze nog bestaan, zorgkantoren. Bovendien moeten maatschappelijke steunsystemen er zich op voorbereiden dat zij in de toekomst meer aangesproken zullen worden op transparantie: 'Voor wie werk je? Wat zijn de resultaten? Hoe is de doorstroming? Hoe verhoudt het MSS zich met andere vormen van zorg
en ondersteuning?'

Aanbevelingen van het LPGGz
Om te voorkomen dat cliënten langdurig afhankelijk blijven van hulpverleners, pleiten wij voor het versterken van de eigen kracht van cliënten en het uitbreiden en versterken van het eigen netwerk.
Inzet van ervaringsdeskundigheid, zelfhulpgroepen, lotgenotencontact en cliënteninitiatieven zijn daarbij onmisbaar.

Informatie
Anne Walraven, a.walraven@platformggz.nl
Nic Vos de Wael n.vosdewael@platformggz.nl

opent in een nieuw venster Tussenrapport over ketensamenhang in onderstaande regio's - oktober 2010
Rapportage over ketensamenhang in Bos en Lommer - wordt verwacht
opent in een nieuw venster Rapportage over ketensamenhang in de regio Eindhoven - juli 2010
opent in een nieuw venster Rapportage over ketensamenhang in Den Haag - juli 2010
opent in een nieuw venster Rapportage over het Onze Buren project in Dordrecht - september 2010

Kind met psychische problemen zit te vaak thuis | Verruim de horizon

Kind met psychische problemen zit te vaak thuis | Verruim de horizon

Kind met psychische problemen zit te vaak thuis

Bron: onderzoek “ Back to school”

Veel kinderen en jongeren met psychische en psychiatrische problemen gaan (tijdelijk) niet naar school. Dat verergert vaak de klachten. Het is hoog tijd dat er meer aandacht komt voor ‘thuiszitters’. ‘Hoe sneller je iets doet, hoe meer kans een kind heeft.’

‘Thuiszitter’ ben je als je vier weken of langer niet of gedeeltelijk naar school gaat, al dan niet met een leerplichtontheffing. Onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van langdurig thuis zijn, bestond niet. Totdat de cliëntenraad van GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen aan de bel trok. Jongeren in deze raad hadden er zelf ervaring mee, vonden dat het probleem onderschat werd en dat er te weinig over bekend was. Gesteund door de directie van de ggz-instelling kwam er een onderzoek van H&S Consult en de DSP-groep. De resultaten staan in het rapport ‘Back tot school’.

Geen melding
Maar liefst 22 procent van de respondenten (140 jongens en 113 meisjes van de 2715 benaderde leerplichtige cliënten) bleek in een periode van twee jaar regelmatig niet naar school te zijn gegaan; 18 procent zat, variërend van een maand tot langer dan een jaar, permanent thuis. ‘Veel meer kinderen dan bekend was op basis van meldingen door scholen en leerplichtambtenaren’, aldus Inge Sleeboom van H&S Consult. ‘Het wordt dus vaak niet gemeld.’

Over wat thuiszitten betekent, bestond weinig informatie. Terwijl de gevolgen groot zijn, stelt Sleeboom. ‘School is een sleutelinstelling voor meedoen aan de samenleving. Bij uitval zien jongeren hun vrienden niet meer, ze horen er niet meer bij. Daardoor gaan ze zich nog slechter voelen. Daarnaast zakken veel jongeren terug in schoolniveau of halen helemaal geen diploma. Dat leidt tot minder goede banen of werkloosheid. Als je niet oppast, is schooluitval het voorportaal van de Wajong.”

Onbegrip
Bijna driekwart van de thuiszitters wil graag terug naar school, maar dat blijkt lastig. Onbegrip van school is de meest genoemde oorzaak, gevolgd door wachtlijsten voor een andere school. Sommige kinderen durven niet terug vanwege de confrontatie met klasgenoten. Betere begeleiding is hoognodig. ‘Bij wie kan een kind terecht als hij het moeilijk heeft, wat vertel je leerlingen in de klas, enzovoort. Weinig scholen hebben dat goed geregeld.’ Ook het contact tussen scholen en ggz kan beter, meldt onder andere een leerplichtambtenaar in het rapport.

In ons land worden 238.000 kinderen binnen de jeugd-ggz behandeld. Het is daarom alle hens aan dek om schooluitval te voorkomen en aan te pakken, vinden de onderzoekers. ‘Back to school’ bevat elf aanbevelingen, waaronder het aanwijzen van een schoolcoach. ‘Nu is niemand écht verantwoordelijk voor het terug naar school gaan. De coach, iemand uit het netwerk van het kind, moet met alle partijen een plan maken en dat bewaken. En snel, want hoe langer een kind thuiszit, hoe moeilijker de weg terug.’

Lilian Tham, directeur Behandelzaken bij GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen, erkent de noodzaak van er snel bij zijn. ‘Veel kinderen die bij ons aangemeld worden, blijken al lang thuis te zitten. Wij zetten in op deze groep via PIT, onze psychiatrische intensieve thuisbehandeling. Het is heel hard werken met z’n allen om deze kinderen terug naar school te krijgen. De drempel is hoog. En als het lukt, stromen ze vaak een of twee klassen lager in dan leeftijdsgenoten. Dat maakt het extra lastig.’

Tham legt de bal vooral bij de scholen neer. ‘Vroegsignalering van problemen is cruciaal. Als een docent de signalen van een beginnende depressie bij een jongere herkent, kan er vroeg hulp geboden worden en zal er minder snel schooluitval zijn. Sommige scholen doen dat al goed, andere een stuk minder. Wij kunnen helpen met deskundigheidsbevordering voor docenten.’

Feedback
GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen heeft ook enkele aanbevelingen opgepakt. ‘Er staan afspraken met scholen, leerplicht en Bureau Jeugdzorg. Intern gaan we ons beleid aanscherpen en de registratie verbeteren.’ Tham prijst de energie en positieve invloed van de cliëntenraad en cliëntenraadondersteuner. ‘Zij geven ons veel feedback waar we iets mee kunnen.’