dinsdag 2 november 2010

'Discriminatie en sociale uitsluiting in GGZ'

Mikado


'Discriminatie en sociale uitsluiting in GGZ'
'Er is sprake van discriminatie en sociale exclusie in onze GGZ, dit ondanks alle inzet en alles wat er al wél bereikt is,' concludeert Prof. dr. Marrie Bekker, Hoogleraar Klinische Psychologie aan de Universiteit van Tilburg. Ze sprak hierover tijdens haar State-of-the-Art lezing voor de sectie Interculturalisatie van het NIP op 12 oktober.

In de lezing 'Help, de hulpvraag sluit niet aan!' zette ze aan de hand van een casus uiteen waar het in het proces mis kan gaan en geeft ze aanbevelingen om de situatie voor allochtone cliënten te verbeteren. Ze benadrukt dat er 'bijna geen aardiger' beroepsgroep is dan psychologen en ze prijst velen uit die groep die zich inzetten voor positieve projecten en voorzieningen. 'Desondanks vertoont onze huidige GGZ kenmerken van sociale exclusie, en die problemen wil ik bespreken,' aldus Bekker.

Toegankelijkheid
'Allochtonen komen in de GGZ, in verschillende regio’s van ons land maken ze meer dan 50 procent uit van het cliëntenbestand,' vertelt Bekker. 'Hoe groot de eventuele grijze groep is die hulp kan gebruiken maar niet komt, weten we niet.' In de kinder- en jeugdzorg speelt de vraag hoe het kan dat niet-westerse allochtone jongeren een drie keer zo grote kans op psychische stoornissen lijken te hebben, maar toch ondervertegenwoordigd zijn in de poliklinische en ambulante GGZ, terwijl zij juist weer oververtegenwoordigd zijn in de specialistische en forensische GGZ. Door gebrek aan onderzoek en inzicht valt volgens Bekker niet goed vast te stellen of de GGZ toegankelijk genoeg is voor allochtonen.

Standaardintakes
Hoewel in de meeste gevallen betrouwbare cijfers ontbreken, kan wel geconstateerd worden dat er een aantal dingen misgaat nadat allochtone cliënten aankloppen bij de GGZ. Veel van hen staken de behandeling vroegtijdig. Bijvoorbeeld omdat ze geen idee hebben wat de GGZ precies inhoudt of omdat de standaardintakes niet aansluiten op de ervaringen van migranten. Zij kampen deels met andere moeilijkheden dan autochtone Nederlanders. 'Voorbeelden hiervan zijn: de eigen migratie of die van de ouders, en allerlei kenmerken hiervan zoals het gekozen of gedwongen karakter ervan, heimwee, ervaringen met discriminatie,' aldus de hoogleraar.

‘Geen DSM zonder GSM’
Ook de diagnostiekbijbel DSM is niet voldoende toegerust voor de diversiteit aan clienten, vindt Bekker. ‘Daar is de afgelopen jaren al veel kritiek op geuit’. Hierdoor kan wellicht niet altijd een juiste diagnose gesteld worden, het systeem gaat te veel uit van de 'Westerse, witte man'. Bekker lanceert dan ook haar motto: 'Geen DSM zonder een GSM!' GSM staat hier voor Group-Specific Manual of Characteristics relevant for Mental Disorders. Ze geeft uitleg over het begrip: '"Group" zijn hierbij de groepen ontstaan door de combinaties van sekse, etniciteit, generatie, SES. Bij de Characteristics denk ik aan groepsspecifieke, collectieve trauma’s zoals de Bosnische vrouwenverkrachtingen op grote schaal of de poging tot jodenvernietiging in 40-45.' Ook groepsspecifieke kenmerken om met bepaalde pijn om te gaan of die te presenteren aan de omgeving, moeten worden meegenomen. 'En niet te vergeten groepsspecifieke behandelingseffecten: wat voor de ene groep werkt, kan voor de andere
groep zelfs averechtse effecten hebben.'

Referentiekader
Bekker pleit dus voor een GSM naast een DSM. Therapeuten moeten hierin getraind worden. ‘Niet alleen doelgroepspecifieke kennis is van belang, ook de vaardigheid om daarmee om te gaan’ bij de hulp aan cliënten. Ze vindt dat de GSM vooral een belangrijk referentiekader moet zijn om te bepalen wat er aan de hand is. Ze noemt een voorbeeld: 'De therapeut kan observeren dat een allochtone vrouw er schitterend verzorgd uitziet, in het westen doorgaans een indicatie van goed tot zeer goed welbevinden. Maar wetend dat dat in haar cultuur het omgekeerde kan betekenen, zal extra goed verkend moeten worden of van depressie sprake is.' Een therapeut kan aan de GSM dus stereotypen ontlenen en dient dan na te gaan of ze bij deze cliënt aan de orde zijn. Ze waarschuwt dat de GSM-kennis in de GGZ nu nog te gebrekkig is. 'Ondanks het bestaan van een indrukwekkende praktijkkennis zijn allerlei groepsspecifieke kenmerken relevant in de GGZ nog onbekend en onvoldoende wetenschappelijk onderzocht.'

Testen en behandeling
Net als de intakes en de DSM, vindt Bekker de testen in Nederland te standaard. 'Als wij echt waarde hechten aan testdiagnostiek, moeten wij onze tests ook bruikbaar en toegankelijk maken voor mensen uit allochtone kring, zo niet dan discrimineren wij hen op het gebied van testdiagnostiek,' zegt ze. Ook uit ze haar zorg over behandelingen en evidenced based werken. Er is immers te weinig onderzoek gedaan naar de effecten van de behandelingen bij specifieke doelgroepen. Bekker is tevens voorzitter van het Onderzoeksplatform GGZ & Diversiteit en probeert van daaruit effectonderzoek onder diverse groepen te stimuleren. Bekker: 'Vinden wij dus evidence based werken via richtlijnen van groot belang, en daar lijkt het eerlijk gezegd wel op, dan sluiten wij op dit moment onze allochtone groepen daarvan bijna voor 100 procent uit.' Bij behandeling hoort ook de diversiteitscompetenties van de behandelaars, die verbetert bij de juiste bejegening, achtergrondkennis en een nieuwsgierige houding.

Aanbevelingen
In haar slotwoord doet de hoogleraar een aantal aanbevelingen. Ze roept vakgenoten en betrokkenen op om zich verregaand te wijden aan het thema diversiteit en dit een essentiële rol te laten spelen bij onderzoek, het ontwikkelen van testen en universitair en postacademisch psychologieonderwijs. Tegen behandelaars zegt ze: 'Zeg nooit meer; "de hulpvraag sluit niet aan!" Eis nascholing op ter vergroting van uw diversiteitscompetentie! Maak gebruik van goede en al beschikbare voorlichting over de GGZ, en van een diversiteitsbewust intakeformulier. En werk alvast evidence-based zoals oorspronkelijk bedoeld, dus: gebruik uw klinische competentie door de best beschikbare kennis creatief te combineren met GSM-kennis die u optimaal afstemt op deze unieke cliënt!'

Bron: NIP-lezing 'Help, de hulpvraag sluit niet aan! Over sociale uit- en insluiting vanPublicatiedatum: 2 november 2010 14:27 uur


Meer informatie:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten