maandag 1 november 2010

De diagnose schizofrenie overboord?’

De diagnose schizofrenie overboord?’

‘De diagnose schizofrenie overboord?’

Standpunt Kenniscentrum Phrenos – behandeling, rehabilitatie en herstel bij ernstige psychische aandoeningen

29 januari 2010
Cees Slooff en Mark van der Gaag

De diagnose schizofrenie staat wederom ter discussie. Daar zijn verschillende redenen voor: de wetenschappelijke status van schizofrenie staat ter discussie en evenzozeer het stigma dat de diagnose oproept. Schizofrenie staat slecht bekend. Mensen met de diagnose schizofrenie of een chronische psychose klagen over vooroordelen die eraan kleven: “gespleten persoonlijkheid, onbetrouwbaarheid en vreemde snoeshanen, die geen nut hebben voor de gemeenschap maar vaak verslaafd en gewelddadig zijn. De kansen op volwaardige maatschappelijke deelname zijn klein.

Historie
Vanaf 1850 worden de aandoeningen beschreven en vanaf 1910 onder de term “schizofrenie”. Soms stelde men bij de diagnose wanen en hallucinaties centraal, dan weer vervreemdheid met bewegingsstoornissen en later vooral de restverschijnselen als vervlakking van het gevoel, bewegen, vertraging en verlies van vitaliteit. Over de grenzen van de diagnose is men het tot op heden niet eens.
Met de diagnose “schizofrenie” wordt grosso modo geduid op de ernstig verlopende psychotische aandoeningen. Het contact met de werkelijkheid is bij deze aandoeningen vaak en langdurig zoek. Het beloop van psychosen is in de aanvang echter niet goed te voorspellen en evenmin het effect van behandelinspanningen met medicijnen, therapieën en vaardigheidstrainingen.
De term: een diagnose “schizofrenie” heeft dus wellicht meer nadelen (opgegeven zijn, een stigma) dan voordelen (bescherming, privileges en betere zorg). Dit terwijl het –internationaal erkend- gaat om een ziekte waarvoor de patiënt niet zonder meer verantwoordelijk kan worden gesteld
De aanleg voor psychotische aandoeningen is biologisch in de hersenen verankerd. De kwetsbaarheid of gevoeligheid ontwikkelt zich gedurende de levensloop op geleide van op zich geen heel uitzonderlijke tegenslagen en levensmoeilijkheden, alhoewel ernstige psychotrauma’s zich bij patiënten vaker voordoen dan in de gemeenschap. Ook het opgroeien in complexe levenssituaties (bijvoorbeeld na immigratie), geboortetrauma’s en andere hersenziektes spelen een rol. Vroegtijdig en langdurig druggebruik is daarnaast een belangrijke risicofactor.

Psychosen
Psychosen gaan gepaard met opvallende ervaringen en opvattingen zoals hallucinaties en wanen en verwardheid. Hallucinaties zijn waarnemingen die heel veel mensen kennen en zich vaak ook realiseren. Schizofreniepatiënten herkennen dat echter minder goed en bij hen treden deze verschijnselen veel vaker en langdurig op. Zij roepen ook meer emoties op. Bij wanen gaat het om verkeerde persoonlijke opvattingen en interpretaties van gebeurtenissen die uit zijn verband worden gehaald. De persoon kan zijn eigen interpretatie niet relativeren met behulp van naastbetrokkenen. Bij verwardheid gaat het om het overspoeld raken door gedachten en twijfels hoe binnen- en buitenwereld te rijmen zijn. Als dat gebeurt, snappen we de betrokkene ook niet meer.
In Japan heeft men in 2002 de naam gewijzigd van ‘geestsplitsende ziekte’ in ‘integratie stoornis’ op verzoek van patiënten en familie. Dit heeft geleid tot minder stigma, meer psycho-educatie en een grote mate van acceptatie onder professionals (Sato, 2006).

Anoiksis - Nederland - Phrenos
In Nederland heeft de patiëntenvereniging Anoiksis een soortgelijk initiatief opgezet en er is gekozen voor ‘disfunctionele perceptiesyndroom’.
Van Os, hoogleraar psychiatrie in Maastricht, pleit voor de diagnose ‘salience syndrome’ als vervanger van schizofrenie in de DSM-V en ICD-11, de toekomstige opvolgers van de huidige classificatiesystemen (Van Os, 2009) Bij hem staat problematische betekenistoekenning aan waarnemingen centraal.

Het Kenniscentrum Phrenos heeft waardering voor de acties. Phrenos spant zich in om de maatschappelijke positie en erkenning van patiënten met deze aandoeningen te versterken. Zij stelt zich op het standpunt dat het gebruik van de diagnose ‘schizofrenie’ zich beperkt tot administratieve procedures in de gezondheidszorg, tot wetenschappelijk onderzoek en communicatie tussen specialisten en huisartsen.

In de dagelijkse patiëntenzorg en bij psycho-educatie kan aan patiënt en familie uitgelegd worden wat salience is en welke neurobiologische en psychologische processen daarbij een rol spelen en hoe er mee om gegaan kan worden. De term schizofrenie moet (helaas) uitgelegd blijven tijdens psycho-educatie. Daar wordt namelijk naar gevraagd vanwege de overvloedige dwarsverbanden op internet.


Referenties

  • Sato, M. (2006). Renaming schizophrenia: A japanese perspective. World Psychiatry: Official Journal of the World Psychiatric Association (WPA), 5(1), 53-5.
  • van Os, J. (2009). 'Salience syndrome' replaces 'schizophrenia' in DSM-V and ICD-11: Psychiatry's evidence-based entry into the 21st century? Acta Psychiatrica Scandinavica, 120(5), 363-72.
  • Psycho-educatie voor mensen met een eerste psychose, een schizofrenie en voor naastbetrokkenen (2010). Kenniscentrum Phrenos in samenwerking met Trimbos Instituut en Group Geestkracht. H. van Peperstraten, C.J. Slooff, M. van der Gaag, F. Withaar, F. van Mierlo, Koninklijke van Gorcum Asen.
    Bestelbaar: Plan Support Assen, 0592-370773.

Laatst aangepast (donderdag, 28 oktober 2010 22:02)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten