maandag 30 januari 2012

Uitbehandeld, maar niet opgegeven (www.hoffilm.eu) Van macht naar dienstbaarheid


www.axenza.nl/.../Rehabilitatieartikel%20Detlef%20Petry.doc

Dienstbaar zijn aan mensen met een ernstig psychisch lijden

Samen onderweg naar geborgenheid en bevrijding


Detlef Petry

In het psychiatrisch ziekenhuis Vijverdal (sinds 1 juli 2007 gefuseerd met Mondriaan Zorgroep) in Maastricht heeft zich de afgelopen dertig jaar een levenspraktijk ontwikkeld tussen mensen met een ernstig psychisch lijden, hun familieleden en hun hulpverleners.
De herwaardering als mens met zijn unieke levensgeschiedenis binnen zijn eigen familie staat centraal. Zelfervaring en zelfhulp zijn de basis.
In dit artikel wordt de exodus uit de inrichting en het dienstverlenen bij de mensen thuis in de wijk beschreven. Het doel is een gelijkwaardig burgerschap voor deze (nog) ‘ongelijke burgers’. Kan een paradigmawissel plaats vinden van macht en beheersing naar dienstbaarheid?


Uitbehandeld, maar niet opgegeven (www.hoffilm.eu)
Van macht naar dienstbaarheid

In 1978 zijn wij met een onervaren team in Vijverdal begonnen om ons het lot aan te trekken van 200 ‘chronisch psychiatrische patiënten’, die er toen langdurig verbleven.
De eerste jaren zijn wij als team op zoek gegaan naar een gemeenschappelijke visie en maakten wij samen een enorme ‘worsteling’ door: met deze mensen , hun familieleden en met ons zelf als hulpverleners, de Triade (Petry,1997).
1978 was ook het jaar van de ‘Democratische Psychiatrie’ in Triëst: Franco Basaglia had op basis van de Wet 180 in Italië de inrichting in Triëst gesloten en is naar zeven wijkcentra in de stad Triëst verhuisd om van daaruit een democratische psychiatrie voor de mensen te bieden ( Basaglia, 2002).
Het was tevens het jaar dat ik de engelse psychiater Douglas Bennett van het Maudsley-Instituut in London leerde kennen. Hij zou later mijn inspitator en vriend worden tijdens onze weg van Rehabilitatie in Maastricht, maar ook voor de rest van Nederland (Bennett, 1991).
Het ontwikkelen van de Rehabilitatie heeft ons de weg gewezen het medisch model achter ons te laten.

Tijdens de jaren van worsteling werden wij ons bewust van de langdurigheid van de processen. Vrij snel voelden wij, dat het niet om de ziektegeschiedenis gaat , maar om hun levens. Daarom raakten wij begaan met hun levensgeschiedenissen. Middels ‘Rehistorisering’ gingen wij actief op zoek naar hun verleden, hun geboorteplaatsen en hun familieleden (Beek, 2007).
Vooral het samen optrekken in een actieve gemeenschap was zeer belangrijk en waardevol. Daardoor begrepen wij dat deze mensen niet alleen een ‘diagnose’ hebben, maar een levensprobleem. Een levensprobleem, dat langzaam is ontstaan in hun jeugd en soms hun hele leven verwoestte en nog altijd voortduurt.
Zo hoorden wij van de mensen zelf, hoe dit in het veleden is ontstaan en wat zij zelf hebben geprobeerd om er iets tegen te doen, voordat zij met de psychiatrie in aanraking kwamen.
Dat eindigde meestal tot traumatische opnames en verwoestende medicaliseringen met gevolgen voor hun verdere levens. Door deze zelfervaring en pogingen tot zelfhulp begrepen wij hun werklijke vragen: aandachtig luisteren naar hun verhalen en er daadwerkelijk iets mee te doen.

Een andere omgang met hun familieden opende ons een nieuwe horizon.
Zij werden bevrijd van hun schuldgevoelens en waren blij dat hun ziek familielid in de schoot van de familie terugkeerde.
Wij begrepen , dat door de langdurigheid meerdere generaties binnen een familie betrokken waren: ouders, broers , zussen en kinderen. Wij moesten ons instellen op langdurige levensprocessen.
Door deze gemeenschappelijke ervaringen moesten wij onze attitude veranderen. Het verlaten van de machtspositie was het eerste en direct daarop volgde het gelijkwaardig met elkaar omgaan. Wij als hulpverleners durfden ons bloot te stellen als mens.
Door een houding van gelijkwaardigheid, respect, openheid, eerlijkheid, geduld en uithoudingsvermogen werd de afstand tussen de betrokkenen duidelijk verminderd. Omdat deze processen traag verlopen moeste wij ons instellen op een ander levenstempo.De langzaamheid werd een sleutelbegrip.

Uiteindelijk moesten wij waarmaken wat wij hadden beloofd. Een echte relatie tussen mensen is gebaseerd op vertrouwen en op trouw , soms levenslang.
Door het handelen binnen een triade , het zoeken naar het verleden, het samen actief invullen van het heden, het onvoorwaardelijke volhouden en trouw zijn ontstond er met de tijd een gemeenschappelijk ‘wij-gevoel’.
Mensen met een ernstig psychisch lijden konden weer keuzes maken.
Langzaam gloorde weer een sprankje hoop aan de horizon. De hoop kon groeien tot zelfvertrouwen: ik neem mijn leven weer in eigen handen. De mens met een ernstig lijden weord een actief handelend mens en er kwam weer beweging in het statische proces van het verleden.
Zij konden onafhankelijker worden van hun familieleden en hun hulpverleners.Vrijheid was e beste ‘therapie’.
Hun herstel werd een feit.

Voor de familieleden betekende dit een bevrijding en geruststelling.
Maar de hulpverlener heeft een ook een grote verandering doorgemaakt.
Vertrokken vanuit een machtspositie werd de hulpverlener een levensbegeleider (chronos-euregio.org/index_new.html). Dit kon groeien tot vriendschap.
Voor mij is voor hulpverleners dit de hoogste trede op de ladder van professionaliteit, die hij kan bereiken. Hij werd bezield toen hij zag dat zijn ‘patiënt’ op weg was om een gelijkwaardige medeburger te worden. Zij zijn doorgedrongen tot de harten van deze mensen.(Petry, 2005; www.onderweg.info).

De psychiatrie gaat de wijk in
Leven waar je thuis bent (Dörner, 2007)

De meeste van de 200 mensen uit 1978 wonen inmiddels zelfstandig of in Beschermende Woonvormen in de stad Maastricht en de omliggende dorpen. Zij worden al twintig jaar begeleid door hulpverleners met bezieling: het ‘still ongoing’ Rehabilitatieteam.
.
Een kleine groep woont in huizen (‘A ward in a house’) aan de rand van een volledig veranderd Vijverdal (Klijn, 2007). Deze mensen werden binnen de psychiatrie het meest verwaarloosd . Maar ook zij zijn op de weg naar herstel, alleen al door een menswaardige leefomgeving,De Hage. Hun dagelijks leven staat centraal en zij worden bijgestaan door levensbegeleiders.

De Hoogbouw van Vijverdal is op 14 april 2007 om 14.00 uur binnen 30 seconden geïmplodeerd. Voor mij de meest symbolische daad van bevrijding.
(www.youtube.com search:Vijverdal).

-- HIER: EEN OF DRIE FOTOS VIJVERDAL: Titel: Een ster is gevallen.

Sinds 1990 heeft Zuid Limburg de vrijwilligersorganisatie Horizon, waar 170 vrijwilligers evenveel mensen als maatjes begeleiden. De triade gaat zich verbreden.Andere burgers staan hen terzijde als vrienden .(www.vriendendiensthorizon.nl).

Naast het ‘still ongoing’ Rehabilitatieteam werkten in de afgelopen 6 jaar 3 ACT-teams ambulant in de stad Maastricht met veel succes. De opnamecijfers zijn duidelijk gedaald en er is veel kennis opgedaan in de normale leefwereld van mensen.
Tot voor kort werkten deze vier teams allen in Maastricht en omgeving, zonder een afgebakend territorium per team. Zo kon het gebeuren, dat hulpverleners van de vier teams elkaar tegen kwamen in dezelfde wijk.

Vanaf het begin van dit jaar werken deze vier teams samen binnen de Zorglijn Integrale Zorg van de Mondriaan Zorggroep onder de naam ‘wijkteams’ in de vier stadsdelen van Maastricht, volgens de gemeentelijke indeling in vier stadsdelen.

De patiënten uit de verschillende stadsdelen worden per postcode van de stadsdelen toegewezen naar de verschillende teams.
Dit transformatieproces is momenteel in volle gang en nog lang niet afgesloten.
Niet alleen mensen vanuit de kliniek gaan met ontslag, maar met vereende krachten wordt geprobeerd, mensen die beginnen aan een lang psychisch lijden in hun vertrouwde leefomgeving te houden en hun een landurige opname in een psychiatrische kliniek te besparen. Met transmurale teams wordt dit mogelijk.

De burgers staan centraal in hun vertrouwde omgeving: de familie, vrienden, buren en de wijk.

Inmiddels leggen wij contacten met andere maatschappelijke organisaties in de stadsdelen, die elkaar nodig hebben: maatschappelijk werk, sociale dienst van de gemeente, woningbouwcorporaties, politie, huisartsen en thuiszorg.
Een gedegen kennis van de socio-culturele context is hierbij een vereiste (scholen, bedrijven,
winkels, kerkgemeenschappen).

De hulpverleners van deze wijkteams zijn sociaal bevlogen mensen met een goede vakkennis. .
Er bestaat geen contra-indicatie, tenminste niet voor een eerste contact. Het gaat om acute en chronische problematiek, jonge en oude mensen, verslaafden mensen, dak-en thuisloze mensen ,om mensen die met justitie in aanraking zijn gekomen en verstandelijk gehandicapte mensen.

Een wijkteam is multidisciplinaar samen gesteld . De verpleegkundige is de spil van elk team, hij of zij legt de eerste contacten, gaat deze ook verder onderhouden en functioneet als coördinatiepunt rondom de cliënt. Zij kunnen terugvallen op een multidisciplinair psychiatrisch team met een psycholoog, maatschappelijk werker, arts-assistent psychiatrie en een psychiater. Een ervaringsdeskundige maakt ook ook deel uit van deze teams.. Mensen met zelfervaring in psychisch lijden worden gewaardeerde partners. In de toekomst komen er hopelijk nog meer ervaringsdeskundigen in elk team bij!
Voor het begeleiden van mensen met een ernstig psychisch lijden heeft men in eerste instantie geen medisch specialist nodig, maar specialisten van het dagelijks leven. Mensen met het hart op de goede plek: specialisten van geduld.
Alle voordelen van Rehabilitatie en ACT worden geïntegreerd en komen ten goede aan onze mensen.
Een intensive scholing voor alle medewerkers is hierbij uitermate belangrijk.

De acute psychiatrie (kliniek en outreaching) wordt in deze teams geïntegreerd, om te proberen opnames te voorkomen of de opnames, indien nodig, menslijker te laten verlopen. Het terugdringen van dwangmiddelen staat hoog in het vaandel.
In de loop van tijd worden medewerkers van andere GGZ-instellingen in elk team geïntegreerd:
Een SPV-er van de verslavingszorg. Dit is een verademing voor het klassieke psychiatrische team, omdat hier praktisch geen expertise op dit gebied bestond.
Een SPV-er van de OGGZ, die op deze manier ook de dak- en thuislozen en zwervers weer terugbrengt in de medeverantwoordelijkheid van de psychiatrie.
Het PIT-project kan laagdrempelig worden ingeschakeld, als er behoefte bestaat aan intensieve thuiszorg, bijvoorbeeld na ontslag uit de kliniek.
Een medewerker van het project arbeidsïntegratie (In Maastricht ‘Traject’) kan vroegtijdig ingeschakeld worden, om ook op dit gebied alle mogelijkheden te onderzoeken of zelfs te realiseren.
Voor mensen, die met justitie in aanraking zijn gekomen of al in de gevangenis zitten, worden betere contacten met justitie, reclassering en de gevangenissen onderzocht.
Men kan denken aan ‘Inreachingteams’ voor de gevangenissen.
Voor de RIBW Heuvelland en Maasvallei neemt elk team voor bepaalde woonhuizen een consultatie-of behandelfunctie waar.
Voor mensen met een verstandelijk handicap en psychische problemen bestaat vele jaren al een samenwerkingscircuit met de verstandelijk gehandicaptenzorg (in Maastricht de Stichting Radar) ( Petry, 1995).
Elk team heeft naast zijn inspanningenin de wijk ook taken en verantwoordelijkheden in de klinik.Tot nu toe stonden de `long-stay` afdelingen alleen onder de verantwoordelijheid van het Rehabilitatieteam. De ACT-teams worden nu ook medeverantwoordelijk voor deze ‘long-stay’ afdelingen.
Voor mij persoonlijk is deze wijze van transmuraal werken een grote doorbraak.

Een van onze belangrijkste partners bij het wijkgericht werken is gemeente. Samen met de stadsdeelbeheerders vanuit de gemeente zullen wij deze complexe samenwerkingsverbanden in de stadsdelen verder uitbouwen. De psychiatrie neemt haar aandeel in de herstructurering van de wijken..
Alleen door deze lange weg kan het negatieve beeld van de psychiatrie bij de burgers op langere termijn veranderen (Barrett,1996).

Wij willen in de wijken samen met de andere maatschappelijke organisaties wijkcentra gaan opzetten, die mij doen denken aan een ‘Centro Mentale’ van F. Basaglia in Triëst.
De wijkteams hebben hier hun basis en zijn hier dagelijks aanwezig: zichtbaar en voelbaar voor de burgers uit de wijken en ook voor de andere maatschappelijke organisaties.
Vertrekkend vanuit een lokatie, nu nog Vijverdal, is op termijn niet meer voldoende.
De psychiatrie id deel van de maatschappelijke werkelijkheid van burgers en trekt zich niet meer terug op een eiland: De tijd van het navelstaren op hun eigen insteling is voorbij.

Zou mijn droom toch nog werkelijkheid worden:

Triëst aan de Maas : ` MaasTriëst`


Communale psychiatrie
Van ongelijke burgers worden onze mensen gelijkwaardige burgers

Na dertg jaar levenspraktijk in de psychiatrie ben ik vrij optimistisch over deze ontwikkelingen. Ik heb wel vele onnodige verandering in de psychiatrie in Nederland meegemaakt, die deze ontwikkeling behoorlijk hebben vertraagd.
De psychiatrie in Nederland is volop in beweging met vele positive ideeën en praktijken.
Toch is er volgens mij nog te veel competitie, als wij het doel niet uit het oog willen verliezen: Dienstbaar zijn aan mensen met een ernstig psychisch lijden.
Er ontbreekt, zeker voor deze kwetsbare burgers, nog een landelijke ‘Bindende Zorg’ met een voor elke regio duidelijke regie en opdracht.
Maar wie moet dat doen? De politiek in Nederland heeft hierin geen duidelijk wettelijk kader aangereikkt, waardoor per regio wettelijk verplichte zorg geboden moet worden.

Van A.Querido tot de ``Psychiatrie-concerns``

Nederland is een land met een lange sociaal-psychiatrische geschiedenis. Vooral Prof. Dr. A.Querido (1901-1983) heeft vanaf 1931 in Amsterdam de sociale psychiatrie in Amsterdam in de praktijk omgezet. Als hoofd van de Afdeling Zenuw-en Geesteszieken van de GGD in Amsterdam kreeg hij de verantwoordelijkheid voor de Amsterdamse psychiatrische patiënten, die bij gebrek aan een eigen gemeentelijke inrichting, wijd en zijd over het land in psychiatrische inrichtingen werden verpleegd. Binnen enkele jaren zag hij de kans het aantal opgenomen patiënten drastisch te verminderen. Zowel voor-als nazorg kregen nu de nodige aandacht en hieruit ontwikkelde zich een gemeentelijk apparaat voor sociale psychiatrie, die de ambulante zorg voor psychiatrische patiënten op zich nam (Heerma van Voss, 1980).

In wezen heeft Querido als eerste het idee van ‘transmuraal werken’ in de praktijk omgezet.

Ik vraag mij af waarom dit idee niet in heel Nederland gehoor vond en in de praktijk werd omgezet. Dan had zich de nederlandse psychiatrie veel politieke, bestuurlijke en competitieve problemen kunnen besparen. En uiteraard ook veel geld, dat hierdoor aan de directe zorg werd onttrokken.

In de Structuurnota in 1974 door Staatssecretaris Hendriks werd een inhoudelijke denkfout gemaakt, die het idee van Querido volledig negeerde: De Echelonering.
Politiek gezien was het tevens een poging tot kostenbesparing.
In de eerste lijn huisartsen, in de tweede lijn ambulante zorg door de RIAGG en de derde lijn het APZ. Hierdoor werd al vroeg de kiem gelegd voor het verwijderen van de transmurale gedachte (Shepherd, 1989).
In de komende jaren ontstond een nog grotere lappendeken van de psychiatrie in Nederland: Naast APZ,RIAGG, RIBW ontstond de OGGZ.
Omdat de psychiatrie het probleem van dak-en thuislozen niet tijdig als haar medeverantwoordelijkheid heeft opgepakt , kwam er opnieuw een institutie bij.
De opkomende verslavingszorg (CAD) werd in het begin door de psychiatrie ook niet adequaat als haar medeverantwoordelijkheid gezien.

In plaats van een regiepunt in elke regio, ontstonden verschillende instituties, die elkaar beconcurreerden of niet voldoende samenwerkten.

In al deze verschillende instituties werkten en werken wel een groot aantal basiswerkers, goed gemotiveerd met een bezieling.

Vooral de Rehabilitatiebeweging heeft in Nederland in de afgelopen twintig jaar zich ontfermt over deze mensen: Door talloze scholingen en andere activiteiten in het hele land zijn veel hulpverleners van Nederland in de praktijk aan de slag gegaan met Rehabilitatie.De maatschappelijke bijdrage aan de herwaardering van deze mensen kan niet hoog genoeg gewaardeerd worden. (www.kenniscentrumrehabilitatie.nl)
De ACT-beweging heeft in Nederland de afgelopen 10 jaar belangrijke nieuwe impulse gegeven om zich aktiever en assertiever in te gaan zetten voor de mensen ,die in de samenleving willen verblijven.( Mulder,2006)

In de 90-er jaren begonnen door de neo-liberale reorganisatie binnen de psychiatrie de fusieprocessen van deze instituties. Zo onstonden nieuwe machtige ‘Psychiatrie-Concerns’, die zich volop in de marktwerking hebben gestort (Petry, 2007).
Door de concurrentie op de markt ontstond een grote druk op het zoeken van ‘nieuwe producten’. En dat in eerste instantie op de markt van de ‘kleine psychiatrie’, beter gezegd de ‘Neo-Psychiatrie’.
Als een vloedgolf kwamen nieuwe ‘diagnosen’ (producten) bij en verhogden de omzet. Deze enkelvoudige producten, die ‘quick and easy’ te managen en te behandelen waren, werden bij het zorgkantoor aangeboden en ook gehonoreerd, omdat het uit het oogpunt van de verzekeraars goedkopere producten waren. Een voor de farmaceutische industrie een zeer lucratieve ontwilleing. (www.devrijepsych.nl, Schernus, 2007).

Maar waar bleef de ‘grote psychiatrie’, de mensen met een ernstig en langdurig psychisch lijden en een meervoudige problematiek? Zij waren `long and complicated`en waren minder aantrekkelijk voor de verzekeringsmaatschappijen.Zij kosten te veel en zijn een niet te calculeren kostenrisico.
Maar juist deze doelgroep zou de ‘core-business’ moeten zijn van de psychiatrie.

Dienstbaarheid binnen de marktwerking -- een paradox?

Gebaseerd op onze dertig jarige levenspraktijk in Maastricht wil ik een poging wagen hoe wij voor deze doelgroep in de toekomst hun zorg veilig kunnen stellen binnen de marktwerking.

Ik ben ervan overtuigd dat de Herstelbeweging van ervaringsdeskundigen in Nederland de vinger op de zere plek heeft gelegd. Het gaat bij deze kwetsbare burgers om hun zelfervaring en hun pogingen tot zelfhulp. Aan hen moeten wij als hulpverleners dienstbaar zijn en niet proberen hen nog langer willen beheersen of managen. Deze Herstelbeweging moet volledig in handen blijven van de ervaringsdeskundigen. Wij als hulpverleners moeten deze beweging alleen met alle kracht ondersteunen en zeker niet in ons ‘psychiatrisch systeem’ willen integreren.
Dan zie ik nu al in een psychiatrische inrichting een bord op de deur van een afdeling staan:
‘Afdeling voor Herstel’. Niet voor te stellen!
De Herstelbeweging leverd een niet te onerschatten bijdrage aan een hoognodige paradigmawissel in de psychiatrie. Weg van de beheersing en het managen van mensen naar een primair dienstbare houding van hulpverleners (Boevink, 2007; Prins, 2006).

-- HIER FOTO T-Shirt en text: I am evidence-- Titel: Ervaringsdeskundige --

Wij moeten kwetsbare burgers in ons midden nemen,verglijkbaar met een draaiende schijf. In het midden is het veiliger dan aan de rand. Het gevaar van afstoting is daar veel groter.

Deze mensen zijn door hun kwetsbaarheid gebonden aan hun vertrouwde omgeving van familie en buurt. Zij staan er vaak alleen voor zonder veel vrienden of werk.
Zij begrijpen de technocratische ‘wartaal’ van de markt niet en zij hebben niet voldoende geld om in de samenleving als ‘consument’ grote sprongen te maken. Zij kunnen als `klant` niet meedingen in de concurrentiestrijd van de markt.
Juist zij hebben grote behoefte aan tussenmenselijke contacten met het accent op aanwezigheid, liefde, trouw en een begrijpelijke mensentaal.

Hoe kunnen wij als Psychiatrie deze mensen dienstbaar zijn in hun vertrouwde leefomgeving?

1. Door een regionaal zorgsysteem, dat gebonden is aan een omschreven territorium.
Dit houdt rekening met hun lokale gebondenheid.
(zie paragraaf: Psychiatrie gaat de Wijk in).

2. Het ondersteunen van en dienstbaar zijn aan belangenbehartiging (cliënten en familie) op regionaal, nationaal en internationaal niveau.
Te denken valt aan het oprichten van een lokaal ‘GGz-onafhankelijk Cliëntenplatform’, waar de betrokkenen zelf medezeggenschap hebben in zijn werkelijke betekenis .

Hierbij hoort ook de nog actievere ondersteuning van de HEE-beweging (Herstel, Empowerment en Ervaringsdeskundigheid) op lokaal, nationaal en internationaal niveau.

3. Het ondersteunen van en dienstbaar zijn aan de diverse activiteiten vanuit het maatschappelijk middenveld: kwartiermaken, multilogen, wegloophuizen etc. (Kal, 2001).

Ons doel is, dat mensen met een ernstig psychisch lijden van ‘Ongelijke Burgers’ op den duur mensen worden met een volwaardig burgerschap.

De levenspraktijk van dertig jaar hier in Maastricht wordt vanaf 2007 door een kwalitatief, etnografisch onderzoek op zijn merites getoetst.:
“Ongelijke Burgers. Burgerschap voor mensen met ernstige psychische beperkingen”.
Hierin wordt een geslaagd burgerschap begrepen als interacties die door alle betrokkenen als prettig en acceptabel worden ervaren en die leiden tot betere vormen van samenleven ( Pols, 2001; Pols, 2007).
Voor deze ‘Bindende Zorg’ zou het noodzakelijk en effectiever zijn, om samen een gemeenschappelijke vlag met een gemeenschappelijk gedragen boodschap te zoeken. (Veldhuizen, 2006).

Graag zou ik met dit artikel willen oproepen tot een landelijk debat.

.

Gegeven de complexe situatie in Nederland met zijn diverse `stromingen` zoals Sociale Psychiatrie, Rehabilitatie en ACT zal dit zeker niet gemakkelijk zijn, maar wel spannend kunnen worden.
Als de sociale psychiatrie in de zin van Querido `transmuraal` uitgeoefend zou worden in de praktijk, zou ik de boodschap van een sociale psychiatrie onmiddelijk willen omhelsen.

Wij kunnen ons ook conformeren met de internationaal gebruikelijke nomenclatuur: Community Psychiatry.

Bij ons in Nederland zou de gemeenschappelijke boodschap dan de naam kunnen krijgen : ` `Communale Psychiatrie`.
In deze boodschap ligt namelijk besloten, dat wij uitgaan van mensen binnen de gehele samenleving van een Gemeenschap of Gemeente.
Daarmee bedoelen wij ook alle burgers,zowelbinnen en als ook buiten een psychiatrische inrichting!

Alleen samen zijn wij sterk om ons voor deze mensen in te gaan zetten en een tegenkracht te vormen tegen een altijd meer oprukkende technocratische marktwerking in de Psychiatrie.




Literatuurlijst
.
Basaglia, F (2002). Die Entscheidung des Psychiaters. Bilanz eines Lebenswerks. Bonn: Psychiatrie-Verlag.
.
Barrett, R. (1996).The psychiatric team and the social definition of schizofrenia.
Cambridge:Publisher Cambridge University Press.

Beek F. van & M. Schuurman (2007). Werken met Levensverhalen en Levensboeken. Houten: Uitgeverij Bohn, Stafleu,van Loghum.

Bennett, D.H.& H. Freeman (1991). Community Psychiatry. Edinburgh, London, Melbourne, London and Tokyo: Publisher Churchill Livingstone.


Boevink,W., Plooy, A. & Rooyen van, S. ( 2007). Herstel, empowerment en ervaringsdeskundigheid. Van mensen met psychische aandoeningen.
Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Dörner, K. ( 2007). Leben und sterben wo ich hingehöre. Neumünster: Paranus-Verlag.

Heerma van Voss, A.J. (1980) . “Querido: Over het ontstaan van de sociale psychiatrie in Nederland. Amsterdam: `Vrij Nederland `(6).

Kal, D. (2001). Kwartiermaken. Werken aan ruimte voor mensen met een psychiatrische achtergrond. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Klijn, A. (2007). Vijverdal Maastricht. Biografie van een gebouw. Hilversum:
Uitgeverij Verloren.

Mulder, C.L. & H. Kroon (2006). Assertive Community Treatment.Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Petry,D., M.H.R. Nuy & M.J. Haveman (1995). De vuurtoren. Het grensgebied tussen de psychiatrische zorg en de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Petry, D. ( 1997). De ontmaskering. De terugkeer van het eigen gelaat van mensen met chronisch psychische beperkingen. Amsterdam: Uitgeverij SWP.

Petry, D. ( 2005). Onderweg. Een trialogische biografie. Maastricht: Uitgeverij Stichting Onderweg.

Petry, D. ( 2007). Bezieling en beheersing.Deviant (54) p.4 -7

Prins, S. ( 2006) Seitenwechsel.Psychiatrieerfahrene Professionelle erzählen.
Neumünster: Paranus-Verlag.

Pols, J., H.Michon, M. Depla & H. Kroon ( 2001). Rehabilitatie als praktijk.een etnografisch onderzoek in twee psychiatrische ziekenhuizen. Utrecht: Trimbos-instituut, Trimbos-reeks 2001-2.

Pols, J. (2007). Ongelijke Burgers. Burgerschap voor mensen met ernstige psychiatrische beperkingen. Etnografisch onderzoek. Amsterdam: UVA/AMC.

Schernus, R. & F. Bremer ( 2007). Tyrannei des Gelingens. Plädoyer gegen marktkonformes Einheitsdenken in sozialen Arbeitsfeldern. Neumünster: Paranus-Verlag.

Shepherd, G. (1989). Rehabilitatie van de chronisch psychiatrische patiënt. Utrecht/Antwerpen: Uitgeverij Bohn, Scheltema & Holkema.

Veldhuizen, R.van ( 2006). Bindende Zorg. Passage(2), p.5-14



Websites

www.chronos-euregio.org/index_new.html
www.devrijepsych.nl
www.hoffilm.eu
www.kenniscentrumrehabilitatie.nl
www.onderweg.info
www.vriendendiensthorizon.nl
www.youtube.com (search: Vijverdal)












Auteur

Detlef Petry is psychiater in een wijkteam van Maastricht van de ‘Integrale zorg’ van de Mondriaan Zorgroep. Tevens is hij psychiater van De Hage, A ward in a house, aan de rand van Vijverdal.
E-mailadres: d.petry@vijverdal.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten