maandag 23 januari 2012

METTA in de GGZ

Altrecht geestelijke gezondheidszorg

METTA in de GGZ (1)

23-1-2012 | 3 reactie(s)

Door Wereldmeisje

De eerste jaren dat ik bij mijn therapeute kwam, was ik nauwelijks in staat te praten. Elke week dat ik bij haar zat, kon ik van alle angst amper ademhalen en bewegen. We wisten toen al wel dat het me aan taal ontbrak om mijn innerlijk te verwoorden en ik bij haar met heel veel onvermogen zat. Dat het autisme me hierin ook parten speelde, wisten we nog niet. De chronische traumatisering, die als een rode lijn door mijn leven trok, verklaarde aanvankelijk genoeg.

Mijn therapeute haalde van alles uit de kast om mijn angst te verminderen en me aan de praat te krijgen. Soms zelfs letterlijk, door een boek te pakken en me een therapeutisch erg verantwoord verhaaltje voor te lezen. Af en toe gaf ze me ook een kopie van een artikel dat raakte aan mijn worstelingen. Naadloos kon dat aansluiten. Zo gaf ze me op een dag de tekst ‘liefde geneest’, over dat we soms iemand willen helpen maar niets kunnen doen omdat hij of zij zich afsluit of de omstandigheden toenadering onmogelijk maken. Dan rest ons niets anders dan de liefde, zonder iets terug te verwachten. Een open blijven staan voor hem of haar, tegen alle weerstand in.

Ik wist meteen dat deze tekst op onze behandelrelatie van toepassing was. Opgesloten als ik zat in mijn gevangenis, restte mijn therapeute weinig anders dan geduld. Een van liefde doortrokken geduld dat me bleef uitnodigen tot contact. In al mijn wantrouwen, angst en onveiligheid wist ik dat het liefde was. En niet liefde zoals tussen geliefden, familie of goede vrienden, maar liefde op mens-mens-niveau. Een liefde die zich kenmerkt door een fundamenteel respect voor de ander en gerichtheid op contact, inzet van het hart en wederzijdse positieve intentie. Later wist ik dat deze liefde metta genoemd kon worden; dat mijn therapeute de gave hiervoor in zichzelf ontdekt en verankert had en uitdroeg in haar mens- en therapeut-zijn. Deze metta gaat hand in hand met haar professionaliteit als therapeute. Een gouden combinatie.

Metta betekent zoiets als liefdevolle vriendelijkheid, en samen met mededogen (karuna), medevreugde (mudita) en gelijkmoedigheid (upekkha) vormt zij de brahma vihara: de vier verheven toestanden van de geest in het boeddhisme. Alle vier zijn zij gericht op de eenheid van alles. Metta is een vriendelijkheid die onvoorwaardelijk en onbegrensd is, verdraagzaam en respectvol. En zoals ik onlangs ergens treffend las: ‘metta verzacht en opent het hart naar zichzelf en anderen in een gevoel van verbondenheid en verjaagt het beeld van vervreemding en isolement. Het benadrukt en koestert ‘het goede, ‘het beminnelijke’ van ieder wezen’. Liefdevolle vriendelijkheid kent drie trappen: naar jezelf, naar degene die je lief hebt en naar je vijanden.

Het respect en geduld, het onvoorwaardelijke, positieve en accepterende, en het contact-zoekende in de bejegening van mijn therapeute hebben me al heel ver gebracht. Mijn gevangenis kent inmiddels alleen nog dunne muren, bijna alle buitenmuren zijn er afgebikt. Het is de metta die mij geleerd heeft vertrouwen te krijgen in mijzelf, mijn therapeute en anderen; die mij op de weg van contact, verbondenheid en hart gebracht heeft. Het is diezelfde metta die mij steeds meer overtuigd heeft van haar waarde voor de GGZ: metta als inspiratiebron voor het contact tussen hulpverlener en cliënt, tussen behandelteams en tussen management en medewerkers. De WIJ die metta met zich meebrengt kan voor velen een goudmijn zijn, net als ik deze gevonden heb in mijn metta-therapeute. Het is aan haar dat ik deze blogserie over ‘METTA in de GGZ’ opdraag.

Wereldmeisje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten