dinsdag 28 september 2010

Wmo biedt te weinig steun aan ggz-cliënt (Psy 2010)

Wmo biedt te weinig steun aan ggz-cliënt

Bron: http://www.psy.nl/fileadmin/files/psyarchief/Files_2004/Wmo__gebrek_aan_psychiatrische_kennis_bij_gemeenten.pdf

Ggz-cliënten profiteren nog veel te weinig van de voorzieningen die de gemeente via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) biedt. Ze blijken zelfs minder specifieke aandacht te krijgen dan voorheen.

Een belangrijk doel van de in 2007 ingevoerde Wmo is om meer mensen te laten meedoen in de samenleving. Gemeentes moeten hun inwoners daarvoor op maat ondersteuning bieden. Van de burger en zijn netwerk wordt een eigen verantwoordelijkheid verwacht om actief hulp te zoeken. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) onderzocht hoe het staat met de invoering van de participatiewet en presenteerde onlangs het evaluatierapport Op weg met de Wmo.
Weinig feeling
Het SCP concludeert dat gemeenten heel behoorlijk op weg zijn met de invoering van de Wmo. Belangrijk knelpunt is echter dat ze ‘de kleine doelgroepen’, onder wie psychiatrische patiënten, dak- en thuislozen en verslaafden onvoldoende bereiken. Een flink deel van deze groep heeft de weg naar het Wmo-loket nog niet gevonden. Ze beschikken vaak niet over de vaardigheden die nodig zijn om gemeentelijke ondersteuning te krijgen. Bovendien zijn psychiatrische patiënten slechts in de helft van de Wmo-raden vertegenwoordigd. Dak- en thuislozen en verslaafden zitten zelden in deze raden.
Individuele ondersteuningGoedbeschouwd pakt de Wmo voor cliënten met een psychiatrische handicap zelfs negatief uit, zo blijkt uit het SCP-rapport. Het aantal gemeenten dat specifiek beleid voert voor deze doelgroep is sinds de invoering van de Wmo gedaald van 55 procent tot 31 procent. De verklaring daarvoor is dat bij ondersteuning op maat, zoals de Wmo die beoogt, het niet uitmaakt tot welke doelgroep iemand behoort. Het gaat immers om de behoefte van het individu. In veertig procent van de gemeenten vinden cliëntenorganisaties dat mensen met psychiatrische- of verslavingsproblemen, alsmede dak- en thuislozen onvoldoende aandacht krijgen. Medewerkers van het Wmo-loket zouden te weinig feeling hebben voor mensen met een psychiatrische achtergrond.
Minder afwachtend
De eigen verantwoordelijkheid van de burger om op zoek te gaan naar hulp is voor cliënten uit de psychiatrie lang niet altijd makkelijk te verwezenlijken. Minder vaak dan bijvoorbeeld cliënten met een verstandelijke handicap beschikken ze over een netwerk dat ze daarbij kan helpen. Gemeenten zouden zich minder afwachtend moeten opstellen en deze groepen actiever moeten benaderen, vinden de onderzoekers. Ze doen te weinig voor mensen die moeilijk contacten leggen. Terwijl de Wmo er juist op gericht is deze mensen bij de samenleving te betrekken. (ML)

Lees hier het rapport Op weg met de Wmo; Evaluatie van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2007-2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten